Reisverslag van dag tot dag: China - Tibet - Zuid China - Hongkong Beijing- Chinese muur- Xian- Lanzhou- Xiahe- Golmud- Lhasa- Gyantse/Samye- Chengdu- Lijiang- Jinghong- Kunming Dag 1 vlucht Beijing
De taxi komt keurig op tijd voorrijden. We hebben uit voorzorg gister al kaartjes gekocht zodat we direct in de trein kunnen stappen. We komen om 8.30 uur op Schiphol aan. Als we bij hal 1 komen om in te checken staan de kinderen en de familie daar al te wachten. Ook zij zijn erg vroeg vertrokken. Bij het inchecken kunnen we naar Londen wel een plek bij de nooduitgang krijgen, i.v.m. de extra beenruimte. Maar als we dit van Londen naar Beijing ook vragen kan dit hier niet worden geregeld. We zullen het in Londen wel proberen. De grote rugzakken wegen samen 33,7 kilo. Hier zullen we dus het hele jaar mee moeten lopen. We gaan met zijn allen nog een kop koffie drinken. Maar dan komt het moment waarop we afscheid moeten nemen van de kinderen en de familie. We kunnen onze tranen nog net binnen houden. Dan gaan we op weg naar de douane. Een laatste omhelzing en we lopen weg. We zwaaien we nog een keer naar de achterblijvers. Het avontuur gaat beginnen!. Vanaf nu zullen we het een jaar met zijn tweetjes moeten doen. Ik koop nog even een puzzelboekje voor de lange reis naar Beijing. Wij vertrekken een half uur te laat om 12.15 uur naar Londen. Als ik mijn horloge op de juiste tijd wil zetten breekt het knopje af. Dat begint lekker! Er is een beetje turbulentie in de lucht. We landen om 12.20 uur in Londen en het is triest weer. We hebben ook nog een beetje raar gevoel, het is allemaal nog zo onwezenlijk. We gaan meteen naar de balie van British Airways. Het lukt ons om een lange benenplaats te reserveren. Dit gaat hier erg gemakkelijk. Het meisje achter de balie pleegt een telefoontje en zegt dat we "tall people" zijn en het is voor elkaar. We vertrekken ook weer vanaf terminal 4, maar toch worden wij én de handbagage weer gecontroleerd. Dit keer piepen we allebei en worden we dus gefouilleerd en moeten we zelfs de zolen van de schoenen laten zien. Maar uiteraard wordt er niets gevonden. Helemaal gelukkig vinden we een ligstoel bij het raam. We moeten nog 4 uren wachten. Dit gaat vrij snel voorbij. De vliegtuigen stijgen aan de lopende band. Maar uiteindelijk is het ook tijd voor ons om in te stappen. We zitten heerlijk relaxed. Maar het slapen gaat niet zo geweldig. Ondanks de slaappil.
We zien een ATM en pinnen meteen maar 2500 RMB. We staan het geld te bewonderen en op hetzelfde moment dat we het pasje willen pakken, slikt het apparaat het in. Weg pasje! Dit begint goed. Er komt een bonnetje uit. Hierop staat gelukkig in het Engels dat de kaart is ingeslikt. Als ik om heen kijk zie ik een bank met dezelfde naam als op de ATM. We gaan er dus heen met de bon. De man achter de balie brabbelt ook een beetje Engels. De man kijkt en roept een collega. Ook deze kijkt en wenkt ons mee naar de ATM. Hij schuift het apparaat van de muur, maakt het open en ja gelukkig, daar is mijn pasje weer. Het kan natuurlijk ook niet stommer, op de allereerste dag je pasje al kwijt. We gaan naar buiten en kopen een ticket voor de bus naar de stad. We zijn nu tenslotte budget-reizigers. Men wijst ons de bus naar het centrum aan. We stappen in de al volle bus die meteen vertrekt. De buitenwijken van Beijing zijn niet veel bijzonders, maar de binnenstad staat vol hoge gebouwen. De bijrijdster probeert ons een kamer in een hotel te verkopen, maar voor de eerste nacht hadden we al een hotel geboekt. Ze baalt dat ze ons niets kan verkopen en waarschuwt niet waar we er uit moeten. De bus is nu bij het eindpunt en we moeten er uit. Tja, we hebben geen flauw benul waar we nu staan. We pakken de Lonely Planet er eerst maar eens bij. We zoeken het adres van het geboekte hotel en we vragen in een winkel waar we zijn. Het hotel blijkt hier niet eens zo ver vandaan te zijn. We vragen ook maar meteen wat een redelijke taxiprijs naar het hotel is. Dit blijkt 20 yuan te zijn. We proberen eerst of we het kunnen lopen, maar het is erg warm en we zijn moe. Toch maar een taxi. De eerste chauffeur die we aanhouden vraagt maar liefst 100 yuan. We lachen hem honend weg. De volgende wil het wel voor 20 yuan doen. We rijden ongeveer 20 minuten en staan dan keurig voor de deur van het hotel. Van deur tot deur in 24 uur. Als we inchecken blijkt er geen reservering in de computer te staan. Maar we krijgen toch een kamer. Na een kwartiertje kunnen we erin. We gooien de rugzakken neer, gaan lekker even douchen, zetten een kopje koffie en we zijn er weer. Ons hotel ligt op 20 minuten lopen van het Tiananmenplein. Het verkeer is erg druk maar wel georganiseerd. De auto’s staan in rijen en er zijn duizenden Chinezen op de fiets. We wandelen door de straten die erg schoon zijn. Je ziet geen vuil op straat, er zijn vele straatvegers. Ze pakken de sigarettenpeuken met een tang vast en stoppen ze zo in een afvalzak.
Dag 3 Beijing
Ook staat er nog een restant van een oude bron. Het verhaal wil dat als een van de studenten uit de bron dronk, hij een goed artikel kon schrijven. Verder vinden we er niet zo veel aan. Het is niet een omgeving die je met een tempel associeert. Het is een beetje steriele omgeving. Het plenst nog steeds van de regen. We eten iets in en cafeetje. Het ziet er niet zo goed uit. Het lijkt wel een "hondenpoot". We plukken er een beetje vlees vanaf. Maar echt smaken doet het ons niet. Maar ja de kaart is ook geheel in het chinees. We gaan een warenhuis binnen. Bij de ingang staat iemand plastic zakjes uit te delen die je om je paraplu moet schuiven. We gaan met de metro terug. Nu wordt het tijd om een internet café te zoeken. We informeren hiernaar bij andere toeristen. Alle internetcafés zijn hier van de ene op de andere dag gesloten. Er schijnt een grote brand geweest te zijn. Het was de overheid al jaren een doorn in het oog al dat wereldse gedoe op internet. Maar uiteindelijk vinden we een internetcafé. Dag 4 Beijing We gaan welgemoed op stap. Het weer is prima. We kopen een broodje bij een bakker. Nu is het tijd om de Verboden Stad te gaan bekijken. De vroegere woon- en werkplaats van de keizer en zijn onmetelijke grote hofhouding. Het was 500 jaar lang (tot 1911) de bron van alle macht in China. Veilig genesteld binnen de poorten raakte de keizer volledig geïsoleerd, niet alleen van zijn volk, dat hij door een scherm bekeek bij rituelen, maar ook van de werkelijkheid. Het gewone volk mocht er niet naar binnen. Binnen de dikke hoge muren kun je uren lang dwalen door de vele paleizen en paviljoenen.
De volgende poort is de Taihemen, de poort van de opperste harmonie. Deze poort scheidt de ornamentele buitenste binnenplaats van het ceremoniële deel. Op deze plaats konden honderdduizenden mensen de keizerlijke audities bijwonen. Er staan zes paleizen achter elkaar. Elk paleis heeft weer een andere functie. Ook wilde het wel eens branden hier. Er is regelmatig een nieuw paleis gebouwd. Er staan grote ketels van koper met bluswater gevuld, die als het koud werd een deksel kregen en als het vroor werd er een vuurtje onder gestookt. Ook staan er kachels voor de warmte. De eerste en grootste zaal is de zaal van de Opperste harmonie Taihedian. Het staat ook wel bekend als de Hal van de Gouden Troon. Het werd gebruikt voor staatsaangelegenheden. Voor de ingang staan wierookbranders in de vorm van schildpadden en kraanvogels. (symbolen van een lang leven). Het dubbele dak met de overhangende randen is bekleed met oranje tegels en rijen mythologische dieren langs de randen. Het plafond is goudgeel geverfd met drakenmotieven. Hier staat de gouden drakentroon. De volgende zaal is de zaal van de Volmaakte Harmonie Deze werd als rustplek gebruikt. Dan volgt de zaal van de Duurzame Harmonie. Deze zaal had meerdere functies: als kleedkamer van de keizer voor officiële ceremonieën en als examenzaal voor kandidaten voor een hoge positie. Dan de poort van de Hemelse reinheid. Deze geeft toegang tot het binnenste heiligdom, dat alleen toegankelijk was voor leden van de keizerlijke familie. dan volgt het paleis van de Hemelse Reinheid. Hier sliep de keizer. Zijn familie die bijna geheel uit vrouwen bestond, sliep in de zaal van de Eenheid. De keizer en de eunuchen waren de enige mannen die hier mochten komen. We dwalen hier zo’n vier uren rond. We vinden het erg mooi. We nemen de noordelijke uitgang via de Keizerlijke tuinen. Ze lijken verrassend klein in verhouding met de afmetingen van het paleis complex. We lopen naar het achtergelegen Jingshan Gongyuan of het Prospect Hill Park, dit is een erg mooi park. We hebben nog genoeg energie om de heuvel op te lopen waar een paviljoen staat. We worden beloond met een mooi uitzicht over de verboden stad en de rest van Beijing. Deze heuvel moest het paleis beschermen tegen de boze geesten en de zandstormen uit het noorden.
We horen dat er een marktje is bij de Friendshipstore. We gaan er met de metro naar toe. Hier zijn allemaal namaak merken te koop. Kleren, horloges, van alles. Ik word er helemaal hebberig van. Ik koop alleen een rugzak. We zijn een beetje moe als we een koffieshop zien. Starbucks koffie. Duur, maar wel erg lekker. We gaan naar de shoppingmall om te eten. Voor 36 yuan hebben we allebei heerlijk gegeten. ‘s Avonds gaan we nog een keer naar het plein om de verlichting te bekijken. Er zijn zelfs vliegers met lichtjes erin. Helemaal uitgevloerd komen we in het hotel aan. Verlangend naar een hete douche. Dag 5 Beijing
We lopen een druk gedeelte van een soort markt in. Er struikelt een man voor Bert. De man achter Bert botst tegen hem op. Door het gedrang voelt Bert iemand aan de rits van zijn broekzak zitten. Hij geeft er een beste pets op en slaat op de vingers van de zakkenroller. Dit is poging één. Het zal dit jaar nog wel vaker gebeuren. Even verderop komen we toevallig langs een internet café. Het is wel in een zeer krakkemikkig cafeetje. Soms is het zoeken naar de letters op het toetsenbord, want de meest gebruikte letters staan er niet meer op.
Hierna hebben we het
zomerpaleis bezocht. De oude Chinese keizers wisten wel hoe ze goed voor
zichzelf konden zorgen. Dit magnifieke Zomerpaleis is een treffende
afspiegeling van de keizerlijke macht. Twee keer per jaar ging de keizer
in een schitterende stoet vanuit het keizerlijk paleis naar de Tempel
van de hemel. Voorafgaande aan de offerriten die de volgende morgen
moesten worden uitgevoerd, bracht hij een nacht in onthouding door. Een
schitterend houten bouwwerk is de ronde 40 m hoge zaal van het gebed
voor de goede oogsten. Hier is geen spijker aan te pas gekomen. Het
drievoudige dak is gedekt met donkerblauwe pannen en wordt gedragen door
28 zuilen. De tempel is gebouwd met geld dat voor het leger bestemd was.
‘s Avonds gaan we pekingeend eten. We beginnen met eieren die in de grond hebben gezeten. Daardoor zijn ze pikzwart. Ze smaken prima. Komkommer met zaadjes, reepjes kip met sojasaus, ui en champignons, gebakken reepjes lever met sesamzaad en bleke pannenkoekjes waar de eend in moet worden gerold. Het vel van de eend ziet er oranje uit en is lekker knapperig. Terug in het hotel proberen we de zender van de wereldomroep op ons radiootje te vinden, maar dit lukt niet. Dag 7 naar Beijing-Xian We slapen vandaag een beetje uit en pakken de rugzakken op ons dooie akkertje weer opnieuw in. Om 12 uur checken we uit. We doen naast het hotel een vergeefse poging om geld op te nemen. De pas wordt weer uitgespuugd. Eerst schrikken we dat er geen geld uitkomt. Maar er komt een briefje uit, waar op staat dat het niet gelukt is of zo. De tweede poging gaat beter, waarschijnlijk hebben we een te groot bedrag in gevuld. We lopen naar de grootste winkelstraat van Beijing met enorme shopping malls. Wat een mensen! Op straat is een modeshow bezig. Men showt de winterkleding. We hebben medelijden met de mannequins, het is 31 graden en wij hebben het al warm. Hoe moet je je dan wel niet voelen met een bontjas? Er is een medische shop waar je al de medicijnen kunt kopen die je maar wilt. We lopen langs een ziekenhuis met een schitterend park. De patiënten lopen gezellig in hun pyjamaatje, soms met infuus en al, over straat. We doen wat inkopen voor de lange treinreis naar Xian. Buiten de winkel wordt een soort wedstrijd gehouden, wie het meest kan eten in een bepaalde tijd. Om 16.00 uur staan we op het station. We mogen nog niet op het perron. We zien dat er een man aan een arm over de grond wordt meegesleurd. Wat er aan de hand is weten we niet. Om 16.45 gaan de hekken open. Het is hier strak georganiseerd. Je kunt nu rustig naar je gereserveerde plaats in de trein lopen. We slapen in de hardsleeper klasse, waar we een eigen slaapbank met schoon beddengoed hebben. Wij hebben de twee middelste bedden. De treinreis zal zo’n 15 uren gaan duren. We vervelen ons nog geen moment. Er valt genoeg te zien. Er is ook een restauratie wagon, maar je kunt ook een eenvoudige lunch bij de trein steward kopen. Eerst rijden we door de buitenwijken van Beijing. Wat een armoede. De golfplaten afdakjes worden met stenen op hun plaats gehouden. Af en toe stopt de trein. Op de tussenliggende stations staan mensen hun etenswaren te verkopen. De treinkaartjes worden opgehaald en in een map gestopt. We krijgen er een ander kaartje voor terug. Nu weet de trein steward waar iedereen er uit moet. Om 10 uur gaat zonder waarschuwing vooraf, het licht uit. De Chinezen slapen allemaal al. Na redelijk te hebben geslapen komen we om 7.30 uur in Xian aan. Het is een drukte van belang. Pas nadat we onze kaartjes hebben laten zien mogen we het station verlaten. Net buiten het station ruilen we ons treinkaartje voor een plattegrond van Xian. Het schijnt dat deze kaartjes verkocht worden aan mensen die zogenaamd op zakenreis zijn geweest en zo een kaartje kunnen declareren bij hun werkgever. We lopen naar het hotel. Voor het hotel staat het personeel keurig in rijen opgesteld. Ze marcheren rij na rij naar binnen. Eenmaal in het hotel gaan we even lekker douchen. Het is inmiddels ook tijd om een wasje te doen.
Je vindt in Xian nog steeds de invloeden van de verschillende volken en religies die met de karavanen vanuit centraal Azië zijn meegekomen. Zo is er de grote moskee en de moslim eethuisjes in de oude volksbuurt. De stadsmuur is helemaal gerestaureerd evenals de klokkentoren, deze werd geluid om het openen van de stadspoorten aan te kondigen en de trommeltoren (Hier werden ‘s avonds de trommels geslagen als de stadspoorten weer gingen sluiten). Vroeger waren deze torens in elke Chinese stad te vinden. Vaak zijn ze later weer verwoest of gingen verloren in de loop der tijd. Rond de klokkentoren is een modern plein gebouwd met terrasjes. Niet alleen een ondergronds winkelcentrum, maar ook een e-mail café. Vlakbij het hotel zijn veel kleine eethuisjes. Je kunt hier van alles krijgen. Veel jiaozi, deeglapjes met een vlees-groente mengsel, dat je doopt in een sausje van soja en azijn. Men zegt als je dit eenmaal gegeten hebt je de rest van je leven op zoek blijft naar deze smaak. Nou voor ons geldt dat niet echt. Het is wel lekker, maar om nooit te vergeten? Dag 9 Xian-Lanzhou Vandaag zetten we de rugzakken weer klaar en brengen ze naar de lugage store. We gaan op zoek naar lijm. Bij het hotel hebben we gevraagd om lijm voor ons in het Chinees op te schrijven. Met dit briefje gaan we de supermarkt in. Eerst worden we naar de kelder gestuurd, hier stuurt men ons naar de 5e verdieping waar een hele kantoor afdeling is. We kunnen zelfs nog kiezen welk merk we willen hebben. Voor de deur van de winkels staan meisjes in hun handen te klappen om de klanten naar binnen te lokken. We gaan op zoek naar de moskee van Xian. Het is even zoeken in de kronkelende overvolle stegen van de moslimwijk voor we het gevonden hebben. We dwalen eerst door de nauwe straten. Slagers, hokjes waar enorme levers verkocht worden, eettentjes, die we niet hebben geprobeerd, ze zijn ons toch een beetje te vies. De moskee is de grootste van China en is gebouwd in de Ming stijl. Het lijkt met de binnenplaatsen wel een beetje op een tempel. Er worden 5 diensten per dag gehouden. We mogen niet in de gebedshal. Deze is alleen toegankelijk voor moslims. We zien hier veel ouders met één kind. Meer is ook niet toegestaan. Het gevolg is dat het tweede kind niet aangegeven wordt en dus eigenlijk niet bestaat. Als de regering hier achter komt heeft dit voor de ouders verstrekkende gevolgen. Zo kunnen ze niet meer in aanmerking komen voor een huis en/of een goede baan. Vaak wordt het kind bij de geboorte afgestaan, vooral als het een meisje is. In de grote steden wordt dit streng gecontroleerd. Werknemers kunnen hun baan kwijt raken of in salaris worden gekort als ze meer dan 1 kind hebben. Op het platteland waar mensen in hun eigen behoeftes kunnen voorzien is controle moeilijker. Ook minderheids groeperingen is het toegestaan om meer dan 1 kind te hebben. Boze tongen beweren dat de Han-Chinezen bang zijn dat ze anders later geen personeel kunnen krijgen. Om 18.30 vertrekt de trein naar Lanzhou. Ook hier op het station moeten eerst weer de rugzakken door een scanner. Wachten tot de hekken open gaan en dan naar de trein. Dit keer duurt de reis 14 uren. We maken het ons gezellig en kletsen wat. Opeens is het 22.00 uur en gaat het licht uit. We liggen alweer in het middelste bed.
Dag 11 bus Xiahe We rijden over verschillende bergkammen waar we aan beide kanten een schitterend uitzicht hebben op de terrasvormig bebouwde valleien. Na een uurtje rijden stappen we op een pont. Het is hier al frisser, de thermometer staat op 11 graden. Was het de eerste week rond de dertig graden, nu op 2900 meter moeten we de dikke kleren uit de rugzak halen. Na deze schitterende overtocht arriveren we in het moslim dorp Linxia, dit is het centrum van de Dongxiang moslim minderheid met een heel eigen taal. Deze moslim minderheid komt hier alleen in deze provincie voor. We weten niet wie hier de bezienswaardigheid is. Vrouwen lopen ons al breiend achterna. We komen bij een mooie grote moskee. Ook hier het moslim groen. Er staat ook een koran school bij. Op het plein liggen een paar suffige geiten klaar om geofferd te worden. Langs de weg staan ontelbare moskeeën en koranscholen met een heel eigen bouwstijl. ‘s Middags vervolgen we onze weg naar Xiahe. Onderweg zien we nog veel lokale marktjes waar de bevolking, die een Tibetaans uiterlijk heeft hun oogst verkoopt. Dan is het prei, dan weer uien. Ook wordt er onderweg aan de weg gewerkt. Het werk wordt met de hand gedaan. Men staat mannetje aan mannetje met beitels de stenen af te schrapen. Regelmatig moet de bus de weg verlaten om over een pad van losse stenen en stof langs de werkzaamheden te rijden. Het hotel waar we logeren is in traditioneel Tibetaanse stijl en ligt op loopafstand van het Labrang klooster. Xiahe ligt op 2910 m hoogte. Het is goed te merken. We lopen een stukje van de pelgrimsroute. Monniken lopen met een soort ovenwant. Deze leggen ze op een stuk muur en dan drukken ze met hun hoofd tegen de handschoen aan. Om 18.00 uur wordt het behoorlijk koud. Als we na het eten onze kamer binnen komen is het erg koud. We slaan de douche, die buiten staat, maar over. Janneke houdt de sokken ook aan in bed.
Xiahe bestaat eigenlijk uit één lange straat. In het oostelijk deel
wonen de Han-Chinezen en de Hui. Dit zijn Chinese moslims. In het
westelijk deel wonen de Tibetanen. De reden waarom we hier zijn is om
het belangrijkste Tibetaanse klooster buiten Tibet, het Labrang klooster
te bekijken. Tijdens de bloeiperiode van het kloosterdorp Labrang waren
hier zo’n 4000 monniken van de boeddhistische geelkap orde, ook wel de
Gelukpa orde genoemd. Er zijn nu weer 1500 mannen, in leeftijd variërend
van 5 tot 95 jaar. Het aantal was tijdens de culturele revolutie tot 300
gedaald. Hiermee is Labrang het grootste actieve Tibetaanse klooster in
heel geografisch Tibet. De hele dag door vinden er religieuze
activiteiten plaats: mediteren, dansen, debatteren en musiceren. Met
gemak breng je hier enkele uren door. Om 10 uur krijgen we een
uitvoerige uitleg.
Er wordt veel yakboter geofferd. Dit brandt dan voor de Boeddha beelden.
In het klooster staan 60.000 boeddha beelden en een grote verzameling
boeddhistische geschriften en wetenschappelijke werken. Het klooster
heeft 5 kolleges: Medicijnen esoterische wetenschappen, hoger en lager
college van theologie en wetten. De monniken moeten regelmatig examens
afleggen. Als ze slagen mogen ze bepaalde diensten bijwonen. Als ze
zakken, mogen ze bepaalde tempels niet meer in. De hal ziet er
indrukwekkend en mooi uit. De dienst is begonnen. De ruimte is schemerig
verlicht door kaarsen. De murmelende monniken geven een moeilijk te
omschrijven geluid. De novicen brengen de monniken thee.
Dag 13 Xiahe
In de middag hebben we een sky-burrial bezocht. Dit bestaat uit een heilige steen met daaromheen gebedsvlaggen. Op de grond liggen enkele grote stenen en messen. Tibetanen hakken de lichamen van de overledenen in stukken en voeren ze zo aan de vogels. De overgebleven botten worden verbrand. De grond is vaak te hard bevroren om de lichamen te begraven. De laatste daad van de overledene is het schenken van zijn lichaam aan andere levende wezens. Die kunnen zich hiermee voeden. Een lichaams-ontmantelaar heet een Domden. Als we verder lopen zien we een kinderschedeltje waar het haar nog op zit, best wel een luguber gezicht. Na de dood wordt het lichaam 24 uur in een zittende positie gezet. Terwijl een Lama verzen voorleest uit het Tibetaanse Dodenboek. Om de ziel te helpen tijdens zijn reis door de 49 niveaus van de staat tussen leven en dood en wedergeboorte. Drie dagen later wordt het lichaam gezegend en dubbelgevouwen en gedragen op de rug van een vriend naar de burial-side. Daar zijn de lichaams-ontmantelaars die het haar afknippen en het lichaam in stukken hakken. De beenderen worden samengebonden met tsampa. Vaak wordt het dan opgegeten door wilde honden. We slaan een verkeerd pad in. We lopen einden omhoog. Na een uur gaan we terug. Eindelijk vinden we het goede pad. We worden beloond met een prachtig uitzicht over Xiahe. In het dorp kijken we nog even hoe hoog we wel niet zijn geweest. Het is hier nu 6 gr. maar over een maand kan het hier -20 gr C zijn. Dus is het hier nog lekker warm vindt men, nog lang niet koud genoeg om de kachel aan te doen. Dag 14 Xiahe-Taersi We gaan vroeg met de bus, waarmee we binnendoor, voor een landschappelijk prachtige tocht naar Taersi rijden. Net buiten het dorp is de weg al een zandweg geworden. Onderweg in het ommuurde dorp Bajiao kunnen we rondkijken. Hier staan allemaal lemen huisjes en er wonen prachtige mensen. Een oud mannetje vraagt ons binnen te komen en biedt ons thee en een broodje aan. Net van te voren maakt hij de kopjes met een vieze lap droog. maar we hebben het hart niet te weigeren en drinken de thee moedig op. Dan komt hij ook nog met Yakboter aan, die we tussen het broodje moeten smeren. we weigeren zo beleefd mogelijk. Als we proberen stiekem geld achter te laten onder een bordje, ziet hij dit en wil hij het beslist niet hebben. Nu maar hopen dat we de komende dagen van deze thee geen spijt krijgen. De bus klimt omhoog tot boven aan de graslanden waar we de witte pieken van het Tibetaanse plateau kunnen zien. De bus rijdt over een pas, we zien er een beetje sneeuw boven op liggen. Ook zien we de eerste nomaden met yaks en herders met kudden schapen. Overal wordt op het land gewerkt. We dalen weer en rijden door een vallei met prachtige roodbruine rotsformaties. In een dorp ligt het graan op de weg om de auto's het graan te laten dorsen. We zien ezels zwaar beladen op de weg lopen. Omdat het mooi weer is zijn er veel mensen op de weg. Vrouwen hebben wollen mutsen op die alleen hun ogen vrij laten. Dit is een bescherming tegen de felle zon. Het is hier erg stoffig. Onze neuzen zitten helemaal vol. We rijden nu een stuk langs de Gele rivier. We stoppen nog in een moslim dorp. De chauffeur moet dan eten. Als wij wat rondwandelen zijn wij hier de grootste bezienswaardigheid. Op een hoek van de straat ligt allemaal zaad te drogen. Dit schijnt mosterdzaad te zijn. Uiteindelijk komen we na 11 uren in Xining. We nemen direct de bus naar in Huangzhong dat 26 km verderop ligt. Hier staat één van de zes grote kloosters van de geelkap sekte van het Tibetaans boeddhisme, het Taersi klooster. Het hotel waar we terecht komen is echt slecht. Vieze en harde bedden, geen handdoeken. Onaardige mensen ook nog. Janneke scheurt de lakens van het bed en vraagt om nieuwe. Ze kijken haar boos aan. Maar ze trekt zich er niets van aan. We zijn moe en betalen voor een schoon bed en dan willen we ook een schoon bed. We zijn oververmoeid of hebben last van de hoogte, de grond blijft maar heen en weer golven en we voelen ons duizelig. Dag 15 Huangzhong
We lopen een restaurant binnen en proberen een warme noedelsoep te bestellen. In dit gehucht spreekt niemand Engels, dus hebben we het met handen en voeten proberen te bestellen. Men giechelt wat en we snappen er niets van. We zijn daar de mop van de dag blijkbaar. Eindelijk komen ze met wat rijst met groente er door heen. Dat is ook wel goed. Maar toen we het op hadden kwam er nog een keer de bestelde noedelsoep. We zitten al aardig vol, maar drinken het warme vocht er van op. We hebben hier tot nu toe geweldig lekker Chinees gegeten, alleen wil je niet weten hoe de Chinezen zelf eten, Ze smakken om het leven en alles wat ze niet lusten of willen, gooien ze gewoon op de vloer en op de tafel. Als je dan ook na de maaltijd over de tafels kijkt zie je één grote ravage en de vloer lijkt wel een ijsbaan zo glad. Van alles wat lekker is vragen we meteen of ze het willen opschrijven in het Chinees. We hebben al een aardig lijstje. Ook met stokjes eten gaat ons goed af, straks (w)eten we niet beter. We vinden een internet café waar we een lange mail versturen over de wc's in China. Dat we moesten hurken wisten we van te voren. Maar dat er soms alleen maar 4 geultjes achter een deur zijn, ter grootte van een stoeprand? Natuurlijk zitten er ook geen schotjes tussen en plas of poep je gezellig met z'n vieren op een rijtje. Erger wordt het als de geul gewoon naar beneden afloopt en er ook geen doorspoelen bij is. Gewoon hurken boven de keutel van de voorganger. De wc van vanmorgen spande de kroon, zelfs een Chinees kwam er vandaan en gebaarde dat het niet normaal was zo vies. Ik was bijna in shock toen ik het zag. Dat doe ik niet. Maar de nood was hoog en geen redding nabij. Ik ben achter het hokje op de hurken gaan zitten en heb onder twee paar verbaasde Chinese ogen de stroom vrijelijk laten lopen. Bert stond er een beetje voor, tegen de al te nieuwsgierige Chinese oogjes. Ook in een schommelende trein valt het niet mee om je behoeftes op je hurken te doen boven een gat in de vloer waaronder je de rails voorbij ziet schieten. We pakken de rugzakken weer in voor de lange reis naar met de nachttrein naar Golmud. In Xining begint de autoweg naar Lhasa. Dit is de hoogst gelegen weg ter wereld. We doen het eerste stuk met de trein. We gaan wat inkopen doen. We eten bij het klooster dat schittert in de zon een broodje en hebben veel bekijks. De pelgrims die om de 8 stupa’s heen lopen doen het soms achterste voren om maar naar ons te kunnen kijken. We gaan met de bus naar Xining. Op het station moet eerst de bagage weer door de scanner. Bijna stappen we in de verkeerde trein, nl. die naar Shanghai. We worden terug geschreeuwd. De treinreis gaat ongeveer 17 uren duren. Het is het zelfde als de andere treinreizen. Ondanks dat het verboden te roken is paffen de Chinezen er lustig op los. We wijzen ze er steeds maar weer op. We zwaaien met de vinger, wijzen op het bordje en zeggen no, no. Het wordt wel begrepen, maar men haalt de schouders op en paft lekker door. Dag 17 Golmud
Precies op tijd rijden we Golmud binnen. Het schijnt een vreselijke plaats te zijn, het is het Siberië van China. Hier werden vroeger de gevangenen heen gestuurd. We moeten 8 liter water kopen en meenemen. Dat betekent dus 8 extra kilo’s. meesjouwen. Pffft! We gaan heerlijk lunchen en stappen dan welgemoed in de sleeperbus naar Lhasa. De sleeperbus vervangt in China alle andere bussen op de lange afstanden. De stoelen in de bus kunnen bijna tot bed dienen. Maar zijn natuurlijk wel op de kleine Chinezen gemaakt. Er zijn boven en beneden bedden. Ook liggen er dekens. Maar ja, het formaat van een gemiddelde Chinees en dat van ons is een redelijk groot verschil! Het zijn plaatsen waar je halfzittend ligt. Wij dus met opgetrokken knieën. Er wordt water en zuurstof ingeladen. Men moet op grote hoogte veel drinken. De tijdsduur van de rit zal afhangen van de weg en weersomstandigheden. Gewoonlijk duurt het tussen de 30 en 45 uren. Er wordt onderweg geregeld gestopt bij eethuisjes. Maar het is verstandig om ook zelf eten mee te nemen, al was dit alleen maar om de tijd te doden bij bandenpech. ’s Nachts kan het flink koud worden, zeker als je bij de deur of het raam zit. Vanuit Golmud rijden over de hoge passen van 4800m hoogte. We moeten veel drinken en dus ook vaak stoppen om achter de bus te plassen. We zien prachtig besneeuwde toppen tegen een helder blauwe hemel afsteken. Boven op de top stoppen we even. Er staan schitterende monumenten en gedenkstenen. Er wordt ook veel aan de weg gewerkt. Ook is men bezig een spoorlijn aan te leggen. Om hoogteziekte te voorkomen moeten we wakker blijven tot we de hoogste pas zijn gepasseerd. Op deze hoogte zit er de helft minder zuurstof in de lucht. Als het donker is en we niet meer kunnen genieten van het prachtige landschap is het vechten tegen de slaap. Na de kunlunhan pas krijg ik last van hoogteziekte. Eerst denk ik nog dat ik een migraine aanval krijg. Hoofdpijn en misselijk. Bert heeft medelijden, maar een paar uur later krijgt hij er ook last van. Hij moet ook overgeven. Daar staan we dan in de middle of nowhere. Zo ziek als twee hondjes. Gelukkig weten we dat het met water drinken over gaat, anders was het wel erge paniek geweest, nu zijn er wel zuurstofflessen aan boord, maar je bent zo maar uitgeput op 5000 mtr. Maar we gaan nog steeds hoger. Op een gegeven ogenblik stopt de bus, want de chauffeurs moeten eten en verwisselen van plaats. We moeten niet aan eten denken. Het is hier heel koud en ondanks ons thermo ondergoed staan we te rillen en over te geven om het leven ziek, ziek en nog eens ziek. We gaan met spuugzakjes de bus weer in. We stijgen nog steeds naar 5200 mtr. We weten niet hoe we het hebben moeten. Zijn die Chinezen ook nog de weg aan het asfalteren. En dan kun je gewoon 8 uren wachten. De hostess op de bus is er naar toe gegaan dat dit niet kon, omdat er mensen erg ziek waren (We waren gelukkig niet alleen ziek). Daar hadden ze geen boodschap aan, maar na wat heen en weer gepraat, hetgeen volledig aan ons voorbij gaat, mogen we als enige doorrijden wordt ons later verteld. Dag 18 onderweg naar Lhasa
De drok-pa, dit zijn herder nomaden, maken touw van het yak haar, houden zich bezig met transport voor derden en verkopen boter aan de staat. De boter wordt bewaard in zakken van yak huiden. Het blijft hierin een jaar goed. Al zie je het niet aan hun verweerde gezichten, de herders gebruiken de boter als zonnebrandcrème of zalf tegen uitdroging. Wanneer de boter bederft, wordt het goedkoper verkocht om leer te verzachten of voor het gebruik van de waxine lichtjes, die je overal in de kloosters ziet branden. Daarom ruikt het in de kloosters misschien wel zo ranzig.
Onderdelen van de yaks zijn multifunctioneel en kun je overal terug
vinden. Zoals een verlaten drinkhoorn op een droge vlakte. Een amulet om
iemands hals, of een kop met ogen die je aanstaren op de markt. Bij
gebrek aan hout is het gebruikelijk dat de vrouwen, die meestal hun
baby's bij zich dragen, de yak uitwerpselen als brandstof verzamelen en
deze op een muur laten drogen. Verder dient het vlees van de yak als
voedsel. Het is mals, al wordt het vaak in gedroogde vorm gegeten.
Tibetanen die voor het overgrote deel boeddhist zijn, hebben één
probleem: ze mogen geen dieren doden. Hiervoor zijn creatieve
oplossingen gevonden.
Als we Damxung naderen rijden we over vlak grasland. De weg gaat door een lange vallei met nomaden tenten en kudde´s yaks. Dan krijgen we een lekke band. De chauffeurs doen hun best. Wij maken een paar foto’s. We zetten een Kappaman op de foto en de gebedsvlaggen bij de tent. Nu is het nog 85 km naar Lhasa. De vallei wordt steeds breder en de begroeiing iets weelderiger. Maar de weg wordt niet beter. We komen in een heuse file terecht. Uiteindelijk bereiken we Lhasa op 3600 mtr. hoogte. Helemaal kapot komen uit de bus strompelen. We beloven ons zelf voortaan uit de sleeperbussen te blijven. En zeker niet meer 36 uren in de bus te zitten. Het hotel waar we logeren ligt vlakbij het Tibetaans deel van de stad. We rollen tollend van vermoeidheid ons bed in. Maar na een goede nachtrust in deze prachtige omgeving zijn we de ellende vast weer snel te boven.
We brengen de vieze was weg, drinken koffie en gaan op pad om Lhasa te verkennen. Lhasa is het kloppend hart van Tibet. De verschillende Tibetaanse volkeren bezoeken de stad om zaken te doen, voorraden in te slaan en schreeuwerige karate films te bekijken, maar ook een disco te bezoeken. Nieuwsgierige Kappa mannen die een potje poolbiljart spelen en hun met schitterende sieraden geklede vrouwen. Deze gaan bij de juweliers op zoek gaan naar nog een stuk turkoois amber of bloedkoraal. Op hun afgetrapte gympies gaan monniken naar een klein klooster waar je samen met hun een kopje yakboterthee kunt drinken. Dit alles vind je in Lhasa. Maar Lhasa heeft naast een Tibetaans centrum ook een Chinees centrum. Dit staat vol moderne gebouwen, restaurants en winkels
We gaan een bobis eten. Dit is een hele dunne pannenkoek met kruidenboter en gebakken groente. Als we met andere mensen spreken blijkt dat we nog een "goede" reis hebben gehad naar Lhasa. We horen hier nog andere verhalen. In Lhasa spreekt iedere Europeaan elkaar aan: Hoe ben je hier gekomen en waar vandaan ben je hier gekomen? Wij blijken geluk gehad te hebben. Er zijn een heleboel mensen, helemaal die een dag na ons de tocht gemaakt hebben, die op de hoogste pas vastgezeten hebben in een sneeuwstorm. Wij hadden alleen maar natte sneeuw. Ze hebben 8 uur vastgezeten. De zuurstof, die verplicht mee moet, was op. Ze vielen flauw en waren doodziek. De vrachtwagens die voor hen stonden hebben vuurtjes onder de motorkap gestookt om de remmen te ontdooien. Wij zijn er dus nog goed vanaf gekomen. Maar ook mensen die rechtstreeks naar Lhasa vliegen hebben hier problemen. Mensen die vanuit Kathmandu (Nepal) zijn gekomen moesten vanwege hartklachten weer rechts omkeert maken. Dag 20 Lhasa
We hebben trek gekregen van al het moois. We lopen naar het Barkhor. Een restaurant aan het Barkhor-plein beschikt over een dakterras. We krijgen er als welkomstdrankje yakboter thee en dat is meteen de laatste keer dat we dit goedje drinken, dat het best te vergelijken is met thee gemaakt van kaarsvet. We gaan een gebedsmolen kopen. Gister hebben we ook al even gekeken, maar hadden we geen energie meer om af te dingen. Vandaag gaan we serieus ons best doen. Uiteindelijk kopen we er een voor 52 yuan. Soms worden we niet goed van het afdingen. Ook kopen we nog een masker ingelegd met bloedkoralen. Na wat loven en bieden blijven we op een verschil van 5 yuan hangen. Hiervoor krijg ik er 2 armbandjes bij. Tevreden met onze aankopen gaan we terug naar ons hotel. ‘s Avonds eten we een sizzler. We denken dat het een gerecht is dat gloeiend heet opgediend wordt, maar het is een soort yakburger met patat. Dag 21 Lhasa We worden snotverkouden wakker. Niet echt leuk op deze hoogte. We gaan een pot Nescafé kopen en ontbijten heerlijk op de galerij. De Nescafé is hier erg duur, maar we gunnen ons zelf deze luxe. We voelen ons niet goed. We internetten even. We worden helemaal gek van al de monniken die computer spelletjes zitten te doen met een enorm kabaal. Als het te spannend wordt gaan ze rochelen. De productie spugen ze in een koffie bekertje. Verder doen we eigenlijk niets en kruipen ons bedje in. Dag 22 Lhasa Vandaag maken een trip langs de diverse belangrijke Tibetaanse steden en kloosters. Maar ook het landschap waarvan we onderweg genieten is onvergetelijk. Nadat we de afslag naar Giantse genomen hebben beginnen we aan de beklimming van de eerste pas. Het asfalt laten we achter ons. De bus brengt ons steeds hoger en hoger. We genieten van de vergezichten. Op de top van de Kanpalapas genieten we van het letterlijk en figuurlijk adembenemende prachtige uitzicht van het Yamdrok-tso meer. Dit mooie azuur blauw turkooize meer is één van de vier heilige meren van Tibet Het heeft de vorm van de scharen van een kreeft. Later in de middag passeren we Kora pas op 5000m. De weg vervolgd met haarspeldbochten uitgehakt in de steile bergwanden. Even verder stoppen we bij de enorme gletsjer van de Nojin Kangsang. Hier staan nomaden tenten met Yaks. Men wil geld voor de foto’s. Er staan ladingen lege bierflesjes naast de tenten. De weg gaat verder langs rotsachtige heuvels. Aan het eind van de lange bus dag bereiken we een vruchtbare vlakte waarin het fort en het klooster van Gyantse al van verre te zien zijn.
Dag 24 Shigatse
Dag 25 van Shigatse naar Samye We rijden via de noordelijke route naar Samye, zodat we dezelfde route niet twee keer hoeven te rijden. De weg gaat langs de heilige Brahmaputra. Bij een busstop hebben we hem hopelijk niet ontheiligd, door onze blazen er in te legen. Na 9 uren rijden komen we bij een oversteekplaats. We stappen in een soort veredelde roeiboot met motor. Tijdens de tocht tegen de stroom in en tussen de zandbanken door genieten we van het mooie landschap en onze Tibetaanse medepassagiers. Na anderhalf uur varen bereiken we de overkant en stappen we over op een truck. Al hobbelend bereiken we het oudste klooster van Tibet. We vermaken ons met de schoolkinderen die ook met de truck meerijden, ze proberen hun Engels op ons te oefenen. Het boek komt er aan te pas. Het grappige is dat "Vader Jacob" ook in het Chinees bestaat. Wij zingen het in het Nederlands en we hebben dolle pret. We hebben een eenvoudige overnachting. Het is het guesthouse van het klooster. We slapen op een slaapzaal met 4 personen. Op de binnenplaats staat een handpomp, waar we ons de komende dagen zullen moeten wassen. Op de kamer hebben we alleen een thermosfles heet water om de handen te wassen. Net als overal in Tibet is het landschap prachtig, soms erg stoffig, De mensen en de kinderen zijn soms te vies om aan te pakken, Dat hadden we niet verwacht in het klooster. Wat hier wel grappig is, is dat de gemeenschappelijke wc op het dak staat. Een wc houdt in dit geval in een gleuf uit het dak die scheef naar beneden afloopt. Als je door de gleuf kijkt moet je geen hoogte vrees hebben. Maar het prachtige uitzicht vergoed veel. De muurtjes tussen de gleuven zijn ongeveer zo hoog, dat als je op je hurken zit, je gezellig met je hoofd boven het muurtje uitkomt en je de conversatie met je buur niet hoeft te verbreken. Er is geen elektrisch en geen stromend water. Wel een prachtige heldere nacht met een sterrenhemel, waarin de melkweg duidelijk is te zien. Dag 26 Samye
We hebben in het airport hotel geslapen. We gaan lopend naar de luchthaven want het is maar 5 minuten lopen. Als je binnenkomt heb je net als bij de trein, gelijk de eerste bagage controle. Het is weer gelijk chaos. De Chinezen lopen het liefst dwars door je heen. Van achter aansluiten als ergens een rij staat hebben ze nog nooit gehoord. Als wij in de rij staan, denken ze dat dat voor hun niet geldt, Ze lopen de rij voorbij en sluiten vooraan aan de zijkant aan. Als ook wij eindelijk ingechecked hebben gaan we naar de volgende security check. We moeten allereerst de schoenen uitdoen, die moeten ook door de X-ray. Het blijkt dat Bert een eurocent in zijn buidel heeft laten zitten. De buidel moet af en in een bakje met andere spullen gegooid. Dit gaat door de scanner en hij moet blijven staan. Hij doet alsof hij het niet hoort en pakt zijn moneybelt van de band. Daar zit natuurlijk wel zijn hele hebben en houden in. In de chaos en warboel hebben de Chinezen het niet eens in de gaten dat hij zo maar doorloopt. We zitten zowaar naast elkaar in het vliegtuig en vertrekken precies op tijd. Ook krijgen we een ontbijt en dat is mooi meegenomen want we hebben alleen nog maar een kopje Nescafé gehad. De luchthaven ligt 90 km ten zuidwesten van Lhasa. In een breed gedeelte van de vallei van Tsangpo Yarlong, waar we een eind doorheen vliegen. De vlucht is bijzonder mooi om dat we vlak over de vele besneeuwde bergtoppen van de Himalaya vliegen. We nemen wat weemoedig afscheid van Tibet. Na 90 minuten vliegen landen we in Chengdu. De hoofdstad van de provincie Sichuan. Deze provincie wordt ook wel de rijstschuur van China genoemd. Chengdu is in korte tijd veranderd in een moderne stad met enorme wolkenkrabbers en westerse winkelcentra. De stad staat bekend als brokaat en hibiscus stad. Maar ook vanwege de vele theehuizen. Deze zijn in alle parken en tempels te vinden. Het is het economisch en politiek middelpunt van het zuid-westen van China. Het is ongeveer 3 keer zo groot als Amsterdam. Chengdu betekent perfecte metropool. Nu we zullen het maar eens gaan bekijken. Als we eenmaal in het hotel met onze rugzakken naar de derde verdieping lopen, ontdekken we dat we meer lucht hebben dan in Tibet. We doen het wasje weer even. Hierna gaan we op onderzoek uit. De meisjes in Chengdu worden als mooi beschouwd omdat ze mager en licht van kleur zijn. Het eten is hier erg scherp. Zo probeert men warm te blijven omdat het hier vaak erg koud is. We lopen naar het centrale plein. Hier staat weer een enorm standbeeld van Mao. Ook de grote warenhuizen vind je hier. Veel Chinezen staan hier te fotograferen. Ook de professionele fotografen die ons ook weer graag mee op de foto willen zetten. De lucht wordt steeds donkerder. We gaan op zoek naar een adres uit de Lonely Planet, Chengdu Canting. Dit moet een echt Sichuan restaurant zijn. We vinden het geweldig, het eten is heerlijk en er is geen toerist te bekennen. We gaan met de taxi terug, want het regent best. We halen nog brood en chocolade pasta voor ons zondags ontbijt. Dag 28 Chengdu
Dag 29 Chengdu We zijn nog steeds een beetje moe. We hebben de halve nacht wakker gelegen van de muggen. Nadat we gister gewassen hebben, stond het raam nog open. Ik ben lelijk geprikt. Toch maar beter oppassen. We gaan geld halen. Als ik bij de ATM mijn pincode en het bedrag intoets gebeurt er niets. We krijgen de pas wel terug, maar geen geld en ook geen briefje met rejected. Is het bedrag nu wel of niet afgeschreven? We roepen de security erbij. Deze meneer verwijst ons naar het loket. Deze drukke meneer roept eerst alleen maar Visa. Maar dat slaat natuurlijk nergens op . Het taalprobleem doet zich nu gelden. Maar hij gaat bellen. Eindelijk heeft hij iemand gevonden die een beetje Engels spreekt. De hoorn wordt onder het raampje door naar mij toegeschoven. Ik kan haar moeilijk verstaan, maar uiteindelijk begrijp ik dat we morgen kunnen vragen of het geld is afgeschreven of niet. Geld moeten we toch hebben. We lopen maar weer naar de binnenstad, naar het hoofdkantoor. De enige plaats waar buitenlanders geld kunnen halen is de Bank of China. Maar hier lukt het ook niet. We beginnen ons zorgen te maken. Is het dan toch afgeschreven en kunnen we nu niet pinnen omdat het vandaag de tweede keer is dat we pinnen? Maar ook de pas van Bert doet het niet. Nu gaan we binnen met de creditcard maar geld opnemen. Dit kan gelukkig wel. We trakteren onszelf op een milkshake bij Mac Donalds. Na het toch rustige Tibet worden we een beetje gek van de Chinezen. Zoveel en zo druk. Als je voor het loket van de bank staat met z'n tweeën, proberen ze nog voor te dringen. Als je met de bus gaat, proberen ze nog dwars door je heen te lopen. Ik pak de stangen aan weerskanten van de busingang vast, dan kunnen ze er niet meer door, de ellebogen flink naar achteren en dan stoten ze zich wel. Bert kan dit niet doen, want dan glippen ze onder zijn armen door. Als we gaan eten ontmoeten we een Nederlands stel Marcel en Ingrid, zij zullen in 7 maanden van hier uit naar Bali fietsen. Ze fietsen voor Memisa en zullen onderweg ook de lopende projecten bezoeken. www.fietsenvoormemisa.nl. Op deze pagina zullen ze hun belevenissen vertellen. We hebben een gezellige avond. Dag 30 Chengdu,
In de namiddag gaan we naar het station. We nemen de trein naar Jinjiang. De treinen zijn ingedeeld in vier klassen: de harde en de zachte ligplaatsen (respectievelijk yingwo en ruanwo) en de harde en zachte zitplaatsen (respectievelijk yingzuo en ruanzuo). De harde zitplaatsen zijn heel goedkoop en op veel treinen helemaal niet zo hard. De zachte zitplaatsen worden vooral door buitenlanders en hooggeplaatste of rijke Chinezen gebruikt op kortere trajecten. De kosten zijn vergelijkbaar met de harde ligplaatsen. Bij de harde ligplaatsen lig je met zes passagiers in een open coupé en word je voorzien van lakens, kussens en dekens. De zachte ligplaatscoupés, die als comfortabele huiskamer zijn ingericht, deel je met drie medepassagiers. Treintickets zijn vrij gemakkelijk verkrijgbaar, mits je rekening houdt met de feestdagen en op tijd boekt. Voor het interlokaal busvervoer moet je het kaartje de dag tevoren aanschaffen. De ruimte in de bussen (zit- en slaapplaatsen) zijn gemaakt voor de kleine Chinezen, dus erg krap voor de gemiddelde westerse toeristen. Het wordt afgeraden om met de stadsbussen te rijden. Ze zijn traag en vaak overbezet. Daarnaast is er het gevaar van zakkenrollers. De fietsriksja's die vaak in de buurt van hotels te vinden zijn, zijn eveneens een inefficiënt transportmiddel in Chinese steden waar de afstanden vaak enorm zijn. Voor hetzelfde geld kan je een goedkope taxi nemen. Wij hebben een kaartje voor de hardsleeper. We hebben eerst ruzie met een Chinees die zijn nieuwe magnetron onder het tafeltje wil hebben. Maar dat gaat niet door. We kunnen onze benen dan nergens kwijt. Hij zet het in het halletje bij de deuren neer. Maar gaat steeds kijken of zijn dure aankoop niet gestolen is. Als de trein stopt, gaat hij er naast staan. Maar aan het eind van de avond zijn we dikke vrienden. Hoewel hij geen woord engels spreekt. We drinken samen bier en hij heeft het hoogste (Chinese) woord, waar wij weer niets van snappen. ‘s Nachts mag de magnetron weer onder de tafel. Iedereen weer gelukkig.
We komen vroeg in de ochtend in Jinjiang aan. We nemen de bus naar Lijiang. De rit naar Lijiang was erg zwaar. Eerst 13 uur in de trein en dan direct door 11 uren in de bus. De weg is overal opgebroken en de gemiddelde snelheid lag zeker niet hoger dan 40 km. Maar het berglandschap verveelt nooit, ook dit is weer een schitterende rit. We rijden langs traditionele dorpjes, waarvan vele nog een eigen tempel hebben. Omdat het al donker is als we aankomen kunnen we pas de volgende dag zien in waar we zijn terecht gekomen. Lijiang ligt vlak naast het Tibetaanse plateau, dit ligt op 2500m hoogte. We hebben er nu geen last meer van de hoogte. We moeten wel lachen als er op onze kamer een brief ligt waarop staat dat het hier 4000m is, dat je voorzichtig moet zijn, en nu komt het: ze hebben hier een uitstekende Chinese voetmassage voor. Kassa!!!!! We springen onder de douche en hebben geen zin meer om ons aan te kleden. We hebben nog wat krentenkoekjes. Eten zien we morgen wel weer.
Lijiang bestaat uit en oude en een nieuwe stad. De nieuwe stad is een voorbeeld van het moderne China. Een aardbeving in 1996 heeft hier veel schade aangericht. Lijiang staat nu op de Unesco erfgoedlijst en men probeert de oude stijl te herstellen van de unieke architectuur van houten huizen. Het centrum ademt de sfeer uit van honderd jaar geleden. Hierdoor zijn de Chinezen weer nieuwsgierig geworden aar het oude China. De vroegere rust is hierdoor verdwenen. Maar het is hier zo ontzettend leuk. Overal leuke oranje/rode lampions. Een sfeervolle wirwar van straatjes en kanalen. Vol restaurantjes en een levendig marktplein. Het China zoals we het uit de boekjes kennen. We horen dat er een restaurant is waar ze verse bruine broodjes verkopen. We gaan er meteen heen. We eten heerlijk bij "mama Fu".
Dag 33 Lijiang Bert is vannacht wakker gehouden door de wandelende ratten boven het plafond. Ze maken echt een enorm kabaal. Ik doe de oordoppen in en heb er dus niet zo veel last van. We hebben een lui dagje. Weer een uitgebreid ontbijt bij "mama Fu". We zijn van plan om naar "dokter Ho" te fietsen. Maar er komen zulke donkere luchten aan dat we het niet aandurven. We slenteren wat door het dorp. We zien een oude Chinees aan de waterpijp lurken. Het lijkt wel een omgekeerde kraan. Hij is al zo in hoger sferen dat hij niet eens merkt dat we een foto nemen. Verder lezen we wat. We gaan vroeg slapen. Dag 34 Lijiang We gaan bij Peter’s cafe fietsenhuren. Hoewel we er erg vroeg zijn hebben ze er nog maar 2. Rem, versnelling en banden zijn in orde. We beginnen vol goede moed. Opeens zie ik mijn horloge er bij bungelen. Het pennetje is er uit. We hebben ondanks de kaart wat moeite om de juiste weg te vinden. We vragen maar eens even. Maar we komen dan toch in Baisha aan. Dit ligt 15 km ten noorden van Lijiang. Dit was vroeger de hoofdstad van het Naxi-koninkrijk. Het is nog nauwelijks veranderd sindsdien. De wegen zijn nog steeds modderig. Af en toe zien we een stenen huis. Varkens scharrelen rond. De vrouwen lopen in klederdracht.
We fietsen terug. Deze omgeving wordt de graanschuur van China genoemd. Overal waren de mensen druk aan het werk op het land. En zijn hier echt geen Arbo omstandigheden. Het laatste stuk gaat erg moeilijk. Vooral voor Bert is het te zwaar. Hij moet teveel voorover zitten op een mountainbike. Hij is helemaal kapot en misselijk van de pijn. Dit moeten we dus maar niet meer doen. Maar een lekkere lange hete douche doet veel goed. ‘s Avonds zijn er regelmatig muziek avonden van een bejaard orkest dat nog de originele Naxi muziek speelt, in de oude stad. Muziek die alleen hier is te beluisteren. Waar we natuurlijk een voorstelling van bijwonen. Het zijn allemaal erg bejaarde Chinese mannetjes en een enkele jonge dame (dat vinden de oude mannetjes hier ook wel leuk natuurlijk) die op oude muziek instrumenten spelen. De dirigent van het orkest, Xuan Ke, is met hart en ziel aan het orkest verbonden. Hij leidt ook de avond in. Hij zet zich volledig in voor het behoud van de Naxi cultuur. De muziek is wel leuk. Maar hij kletst er zo ontzettend veel tussendoor in het Chinees, dat we ons een beetje vervelen. Hoewel het leuk is om de Chinezen te bekijken die echt dubbel liggen van de lach om de grapjes. We krijgen ook kopjes thee geserveerd.
dag 36 Shaping Shaping ligt 30 km ten noorden van Dali. We gaan er met de bus naar toe. We betalen 5 yuan. Ook hier is weer van alles te koop. De mensen zijn hier in het blauw gekleed. Ik zie een leuke muts. Ook hebben ze hier leuke geldriemen. Maar daar moet je super dun voor zijn. Er zijn veel monniken op de markt en de omgeving hiervan. Ze zitten hier niet achter een computer, maar zijn aan het biljarten. Als de markt afgelopen is, stapt men weer in de laadbak van de vrachtauto om naar huis te gaan. Op de terug weg kost het 4 yuan. Wel een beetje merkwaardig. Dali is wel een beetje toeristisch. We zijn de winkeltjes een beetje zat. Ontzettend veel marmer natuurlijk en dat kunnen we toch niet meenemen. Dag 37 Dali
China verstookt heel wat kolen. Dat ruik je in de steden en dorpjes en je ziet met kolen afgeladen vrachtwagens en karren over de weg rijden. Wat ook opvalt is dat ze in China meesters in het stapelen zijn; je ziet bergen kolen op die vrachtwagens en karren op hobbelige wegen waar nooit een stukje vanaf valt. Voor thuisgebruik zijn ronde briketten populair die in speciale oventjes, waterwarmers en kacheltjes passen. Terug in het hotel gaan we mailen. Als we druk bezig zijn wordt ons gevraagd of we een stuk eigen gebakken chocolade cake willen proberen. Nou daar zeggen we geen nee tegen. Het is zelfs nog warm. De chocola druipt er nog af. Dat is natuurlijk smullen geblazen. Ze bieden hier ook massage aan. Everywhere. Dat lijkt ons wat dubieus. Dag 38 Xishuangbanna/Jinghong
We gaan om 8.30 uur met de
bus naar het vliegveld van Kumming, waar we om 14.30 uur aankomen. Op
het vliegveld is het erg rustig voor Chinese begrippen. De controle is
ook niet zo streng als in Lhasa. We mogen dit keer de schoenen
aanhouden. Het vliegtuig zou om 16.05 vertrekken. Om 16.45 zitten we nog
bij gate 8 te wachten. Opeens is er allemaal consternatie en moeten we
bij gate 9 zijn. Op de monitor en de instapkaart staat toch echt gate
8! We laten de kaart voor de zekerheid toch nog maar eens controleren.
Maar het lijkt toch goed te zijn. Na een vlucht van 50 minuten komen we
in Xishuangbanna aan. Het is 730 km. Het is net of we in en warme deken
stappen als we boven aan de vliegtuigtrap staan. We hebben een lekker
hotel met zwembad. Hier houden we het wel een paar dagen uit. We zitten
hier nu in het uiterste tropische zuiden van China, vlakbij de grens met
Myanmar en Laos. Hier wonen veel minderheden en deze verlenen het gebied
nog steeds een eigen karakter. Iedere groep heeft zijn eigen
We gaan naar de supermarkt op zoek naar slotjes voor de rugzak. We zijn er een kwijtgeraakt. We vinden ze hier echter niet. Wel is er een enorm kabaal. Er staan massage stoelen voor de nek en voeten voor de deur. De Chinezen maken hier dankbaar gebruik van. We gaan verder zoeken. Er zijn genoeg slotjes met een sleuteltje, maar die willen we niet. Bij de zoveelste kofferzaak hebben we geluk. Ze kosten 12 yuan. We zijn eigenlijk zo verbaasd dat we niet eens afdingen. Maar als we zeggen dat we er twee willen, zegt hij uit zich zelf al 20 yuan. Tevreden gaan we naar het hotel. Luieren wat bij het zwembad en doen verder niet zo veel. ‘s avonds kijken we bij de nachtmarkt. Maar dat is helemaal niks. Het lijkt wel een oudhollands spelletjes gebeuren. Een band om een paal heen gooien, ballonnen schieten enz. Dag 40 Jinghong We gaan naar de markt om wat fruit te kopen. Ook hier weer is weer veel te zien. Er lopen vrouwen met rieten puntmutsen die ons aan Vietnam doen denken. Eenden worden hier ook verkocht. Als we later bij het hotel aankomen zien we een rij geplukte Pekingeenden hangen. We luieren weer bij het zwembad. ‘s Avonds gaan we naar het forrest café om een hamburger te eten. Dit moeten de lekkerste van China zijn. In de mijne zit een stukje bot. Waar ik hard op kauw. Ik schrik me rot. Bert hoort het ook knappen. Hij zegt dat ik wit van schrik zie. Hoewel de kies wat gevoelig blijft, is er gelukkig niets kapot. Alleen een paar dagen pijn bij het kauwen houd ik er aan over. We gaan naar de finale van de ouderen-show die op het plein wordt gehouden. We krijgen stoelen aangeboden. En we moeten steeds weer een kleinkind bewonderen. De eerste groep staat net op het podium met de parapluutjes te zwaaien, als er een hevige tropische regenbui los barst. De stroom valt uit en iedereen vlucht onder een afdakje. Wij vluchten het internetcafé binnen. Mensen lopen met stoelen boven hun hoofd als bescherming tegen de regen. Het komt werkelijk met bakken tegelijk uit de lucht. Als we veilig in het café zitten, zien we dat men in een record tempo de vuurpijlen nog afschiet. Zonde! De mensen die in de finale staan hebben hier een jaar voor geoefend en nu kunnen ze niets laten zien. Dag 41 Jinghong We gaan naar de tropische tuin. Het is leuk om hier door heen te lopen. We zien best veel planten die wij in de kamer hebben. Het is erg rustig in het park. Wel veel bruidsparen die hier op de foto gaan. We krijgen een speciale thee ceremonie voorgeschoteld. We lopen op de terugweg langs een kinderziekenhuis. Bijna ieder kind heeft wel een infuus. Pa loopt met het kind op de arm en moe loopt er met het infuus in de hand achter aan. Dag 42 Jinghong
Dag 43 Jinghong We halen fruit op de markt en kijken wat rond. We gaan naar het CITS om te kijken of we nog een leuke trip kunnen maken. CITS is het Chinese reisbureau voor buitenlanders. Maar we vinden er niet zoveel van onze gading. Wat ze aanbieden kunnen we zelf ook wel doen. Als we naar het zwembad willen gaan, barst er een bui los. Dus wordt het lekker lezen op de kamer. Het leven is hier erg goedkoop. We eten nu bij de restaurantjes waar de Chinezen ook zelf eten, dat scheelt een stuk. Het eten is soms wel heet. De tranen komen vanzelf, maar het begint te wennen. We hebben vandaag voor 10 yuan gegeten en er 2 flessen bier bij gedronken die ook 10 yuan waren. Dit slaat geen gat in ons budget. De bus kost ook niet veel. Dus het is wel leuk om hier even uit te rusten. Dag 44 dinsdag 22-10-02 Menghan Vandaag willen we naar Galanba of zoals men het ook wel noemt: Menghan. Het Chinees is al moeilijk genoeg. Gaan ze er ook nog verschillende namen aan geven. Gelukkig staar in de Lonely Planet de naam ook in het Chinees. We laten dus gewoon het boek maar weer zien. Vroeger ging hier de reis in een boot naar toe. Maar sinds er een weg aangelegd is, vaart deze niet meer. Dus pakken wij de bus. We rijden met een fietsriksja naar een Dai-dorp. We zien een groep dansen op het podium. Nieuwsgierig lopen we er naar toe. Het lijkt een beetje op een Thaise dans. Ze zijn ook verwant met de Thai-volken. Maar omdat er bijna geen publiek is, wordt Bert gevraagd om op het podium me te dansen. Het meisje vindt het geloof ik wel eng om Bert te vragen. Bert en het meisje krijgen beide een rood draadje om de pols en dan dansen maar. Het is gelukkig niet al te in gewikkeld. Hoewel Bert zo nu en dan wel wat ongelukkig kijkt. We gaan de Dai-huizen bekijken. Om zichzelf tegen de vochtige aarde te beschermen in het tropische regenwoud, bouwen de Dai huizen op palen. De varkens en kippen leven hier onder. De gewone klederdracht voor Dai-vrouwen is een strooien hoed of handdoek om hun hoofd gedraaid. Betelnoot kauwen is populair en sommige jonge vrouwen laten goud om hun tanden zetten, anders worden ze als lelijk beschouwd. De Dai hebben ook een eigen taal, die anders is dan het Chinees. Daar voelen wij ons als Friezen natuurlijk erg bij thuis. De Dai zijn boeddhisten die door de Mongoolse invasie naar zuidelijker streken zijn gevlucht. De vroegere tempels moeten nu nog als ruines in de jungle staan. Ook zijn er tempels tot scholen verbouwd, waar jonge kinderen tot monnik worden opgeleid. De jonge monnikjes spelen met de jonge katjes. Het geschreven Dai lijkt op een kruising tussen het Birmees en Laos. Op het terrein staat ook een Dai tempel. We bekijken de longhouses en vinden het wel goed. Het is zo verschrikkelijk klam en heet. Onderweg komen we nog een schitterende Dai-tempel tegen. We nemen een fietstaxi terug naar de bus. Ook de reis terug is erg mooi. We kijken steeds op de Mekong uit Dag 45 Jinghong We lopen naar de brug over de Mekong. Het is vandaag al weer 35 graden. We kijken wat rond in de volksbuurtjes. We doen een wasje en gaan met de natte spullen bij het zwembad zitten. Die leggen we over een stoel te drogen. Verder houden we even vakantie.
Dag 47 Kunming.
Dag vlucht Guilin
Vandaag vliegen we naar Guilin, nee de "Sleeperbus" willen we niet
meer!!!
Dag 49 Jangxi We slapen in Jangxi in een zeer eenvoudig guesthouse met minimaal comfort. Het is echter een unieke kans om het leven van de mensen in dit gebied van dichtbij mee te maken. We maken een rondtour door dit gebied. Kenmerkend voor de "Dong" zijn hun prachtige houten huizen, trommeltorens en de z.g. "Wind en Regen bruggen". Dit zijn bruggen zonder spijkers of schroeven, maar geheel met z.g. pen-gat verbindingen gebouwd. We rijden naar Zhuolong-village. Dit is een Dong-dorp. We maken hier een wandeling. Dorpelingen zijn bezig met dorsen. Op een dak staat het halve dorp mee te helpen de dakpannen van het dak te halen en beneden op te stapelen. De volgende stop is: Mengzhai. Dit is een Yao dorp. Er staan 2 wc’s boven de oever van de rivier. Dit zijn de wc’s voor het hele dorp. We bezoeken de familie van de gids. De oude opa doet nog een Tai-chi dans met een stok. Hij is nog erg lenig. Er is ook nog een zeer klein ziekenhuisje, waar ook weer een meisje aan het infuus ligt. Er is hier een zeer mooie wind en water brug. De volgende stop is: Dongle. Volgens de gids is dit: just a place on the map. Daar we lunchen er heerlijk. Nu rijden we naar Yangshi. We treffen het niet, want het regent steeds pijpenstelen, waardoor de temperatuur verre van aangenaam is. Er is niet veel te doen We puzzelen wat en doen zelfs mee aan Karaoke! Dag 50 Yangshi Men is in de omgeving van Yangshi in de kleinere dorpen nog zeer traditioneel en kleurrijk gekleed. We maken een paar foto’s als we een wandelingetje maken. Het plenst nog steeds. We komen bij een scheepswerf, het bovenste stuk van een boot,het woongedeelte, is op de kant gezet. Het onderste deel wordt gerepareerd. Dag 51 naar Chengjang
Dag 52 naar Pingjan.
Dag 53 Pingyuan
Dag 54 Yangshuo.
Dag 55 Yangshuo We gaan er op uit om een fiets te huren. Maar het is moeilijk een goede fiets te krijgen. Bert zit nergens recht op. Als we er een vinden waar hij wel rechtop kan zitten, stoot hij steeds met zijn knieën tegen het stuur. We gaan dus maar met een mini busje op pad naar Yueliang Shan, de Maanheuvel. Op het busstation proberen ze ons 20 yuan voor een ritje te laten betalen. Als we gewoon doorlopen wordt het 20 yuan. Maar dat zijn we ook niet van plan. Als men merkt dat we echt niet gek zijn, roepen ze naar een minibusje dat net voorbij rijdt. Hier hebben we voor 2 yuan pp een plekje. Overal om ons torenen de pieken van kalksteen, de rivier glinstert in de zon. De klim is zwaar naar de top van de heuvel is zwaar. Volgens de Lonely Planet zijn het 1251 treden. Maar het uitzicht is magnifiek over de rivier en het karstgebergte. Ook is een maan-vormig gat boven op de top. Het wordt een beetje mistig, aan een kant jammer, maar het maakt de toppen wel mysterieus. Als we met een gewone bus weer terug gaan, probeert de kaartjes verkopende dame ons voor de verandering weer eens flink af te zetten. Maar we geven duidelijk aan dat we absoluut niet meer dan 4 yuan willen betalen. Als een engels studerende medepassagier ons wil helpen, doet ze net of ze dacht dat we verder wilden reizen. Op de achterbank zit een stel dronken chinezen, waarvan er één zijn maaginhoud op de vloer gooit. De kaartverkopende dame vertrekt geen spier, pakt een zwabber, laat ons de voeten optillen en veegt het op. Gelukkig hebben we de rugzak op schoot. We raken met onze behulpzame medepassagiere in gesprek. Waar we allemaal geweest zijn in China? We pakken de LP erbij en laten het met behulp van de kaart zien. Ze is vol bewondering en vertelt dat ze nog nooit zo ver is geweest. Dag 56 Yangshuo
Dag 57 Yangshuo. We hangen wat rond in het dorp met zijn unieke sfeer. We slenteren wat rond en kopen een houten tangram. Dag 58 Guilin en de nachttrein naar Guangzhou ’s Middags nemen we de bus naar Guilin. Hier stappen we weer de trein in. We vermaken ons uitstekend. We hebben een stokbrood, blikje ham en een fles wijn ingeslagen. Ook nu floept om 10 uur het licht uit. Een dronken Chinees houdt ons de halve nacht wakker.
Bij de balie van het hotel vragen we naar een goed adres voor een ziekenhuis. Bert heeft nl. al een langere tijd een dikke rode bult aan de binnenkant van zijn ooglid. De voorzieningen lijken ons hier beter dan in Vietnam. We kunnen kiezen: het ziekenhuis naast de deur of een particuliere kliniek verder op. We kiezen voor het ziekenhuis, het blijkt een universiteitskliniek te zijn. We zijn onder begeleiding van een security officer van het YMCA hotel naar het ziekenhuis gebracht, deze heeft ons langs alle loketten geloodst (geweldige service van het hotel). Bert moet zijn paspoort laten zien en vertellen waar we logeren. We schrikken wel een beetje van de enorme pistolen die de bewakers dragen. We moeten ons legitimeren aan het eerste loket. We krijgen een briefje met de tijd erop. Daarna doorgestuurd naar de "intake". Dit is een tafel vooraan in de wachtruimte. Net zoals een tafel van de meester voor de klas. Gelukkig spreken ze een beetje engels. Ik moet op de stoel naast de tafel gaan zitten. Ze steken een thermometer in mijn oor, meten de bloeddruk en tellen de polsslag. Ze vertellen ons dat ik niet urgent ben. We moeten dus wachten. Als de “toestand” erger wordt moeten we ons maar weer melden. De Chinezen zien we met urine potjes lopen, ze vullen deze, brengen het naar de dokter en lopen met het restant weer naar de wc. Hier moeten ze het zelf weggooien. Er wordt natuurlijk ook heel wat afgerocheld hier. Na anderhalf uur gaan we maar eens vragen hoe het zit. We zien patiënten steeds naar binnen schuiven. Het lijkt wel een beetje op E.R. We mogen nu een halte verder. In een halletje moeten we weer vertellen wat er aan de hand is. Gewoon te midden van 10 andere mensen. Als de dokter vrij is in de volgende hal, die wordt gescheiden door een gordijn, kijkt de dokter in mijn oog. Iedereen volgt dit met enorme belangstelling. Privacy is iets wat ze hier niet kennen. Ook de ernstige gevallen liggen hier gewoon met iedereen er om heen. "No operation " is de conclusie. Wel moet Bert nog even met een zuster mee voor een leestest. Over een week moet het over zijn, anders moet het eruit gesneden. (Bert neemt zich nu subiet voor om hier nooit weer te komen) We mogen de gele lijn volgen en komen dan bij de ziekenhuisapotheek terecht. We krijgen zalf en oogdruppels. Na onze vraag wat de kosten waren kregen we als antwoord: its for free!! is het antwoord, onvoorstelbaar! Opgelucht wandelen we weer naar buiten. Dag 60 Hongkong We
hebben heerlijk geslapen. Het oog ziet er gelukkig wat beter uit. We
lopen naar de ferry over de Nathanroad. Dit deel van de Nathanroad heet
de gouden mijl. Deze naam verwijst zowel naar de prijs van het onroerend
goed, als de vaardigheid om geld uit de zakken van de toerist te
kloppen. We steken met een ferry over van Kowloon naar Hongkong-island.
De groen met witte schepen varen al sinds 1898 heen en weer. Tijdens de
overtocht hebben we een prachtig uitzicht op de haven en futuristische
skyline van Hongkong. Op Hongkong-island zijn de straatmarkten, maar ook
zakencentra en grote winkelcentra. De grote toren van de China bank
springt er uit. Hier hebben we de hele reis bij gepind. Er rijden
dubbeldekkers en trams van oost naar west. Er is een groot verschil
tussen het noordelijke en zuidelijke deel. De noordkant is een jungle
van hoge gebouwen en de zuidkant is verrassend landelijk. Er zijn zelfs
stranden. Hier gunnen we ons de tijd niet voor. We gaan met de bus naar
Stanley. Hier is een markt met goedkope kleren. Maar daar hebben we geen
zin in. We gaan voor een lekker belegd stokbroodje bij de Deli France.
Nadat we hier even lekker gezeten en wat uitgerust hebben gaan we met
een bus naar Aberdeen en maken een boottocht met een sampan door de
haven. Aberdeen is heel anders dan de andere plaatsen op het eiland. De
charme is de drukke haven, die tyfoon bestendig is. Het wemelt er van de
vissersboten, woonboten, plezierjonken en kleine sampans. Hierop leven
tienduizenden "boatpeople" van Hongkong. We genieten hier volop van. Er
is van alles te zien. De schipper vaart ons naar het paleisachtige
drijvende restaurant Jumbo.
Dag 61 Hongkong We hebben de cardreader geprobeerd. Na wat gerommel weten we hoe het moet. We gaan weer met de boot naar Hongkong-island. Overal zie je hier borden dat er niet gespuugd en gerookt mag worden op straat en dat honden niet mogen plassen en poepen. Ook staan er hoge boetes als je rookt op plaatsen waar het niet mag. Ook gaan we nog met de langste roltrap ter wereld (800 meter)omhoog. Het is niet zoveel bijzonders. We lopen via de trappen weer naar beneden en dit is veel leuker. We komen door stukken van het oude Hongkong. Hier zijn de marktjes en hokjes waar oude mannetjes nog hun beroep van schoenmaker, wasser en paraplumaker uitoefenen. We gaan per metro terug. Dit is een overzichtelijke metro, maar net als alles hier wel duur. We hebben het gevoel dat we alles hier wel zo’n beetje hebben bekeken. |