Reisverslag van dag tot dag Australië

Litchfield n.p - Kakadu n.p - Katherine - Mataranka - Tennant Creek - Devils Marbles - Alice Springs - Ayersrock - Yulara - West Mc. Donnel n.p - Kings Canyon - Sydney - Blue Mountains

Dag 188 Darwin

Kaart AustraliëWe vertrekken keurig op tijd 00,45 uur uit Den Passar. Ook dit keer is het vliegtuig niet vol. Hoewel we een plaats voor mensen met lange benen hebben, nemen we de drie vrije stoelen achter ons ook in beslag. Dit is luxe, lekker languit! We worden steeds gehaaider in dit soort dingen. De vlucht duurt maar 2 ½ uur. Onze horloges moeten 1 ½ uur vooruit. We genieten zelfs van het vliegvoer. Het is lekker. Dit hebben we nog niet eerder gehad, er zit zelfs een Kittekat reep bij. Ook krijgen we een mini flesje wijn bij de snack en later weer een bij het eten. Het kan hier niet op. Dit hebben we sinds de reis naar China niet meer gehad.

Om 5 uur plaatselijke tijd landen we in Darwin. We zijn in Australië!! Ons elektronisch visum, dat we in Nederland geregeld hadden, werkt zelfs. Dus verloopt alles voorspoedig (denken wij)!!!! Overal staan borden dat je geen etenswaren, zaden, planten en dieren mag invoeren. Zelfs schoenzolen worden steekproefsgewijs gecontroleerd. Ook is er weer een “snuffel” hond, ditmaal een basset. We lopen er gewoon langs. Net als sommige honden op Bali, heeft hij het op Janneke haar rugzak voorzien. In de veronderstelling dat het een drugs hond is denkt Janneke nog: die mogen ze wel beter trainen! We moeten de dagrugzak op de grond zetten. De douanebeambte die bij de hond hoort kijkt de rugzak na. Omdat er veel ritsen inzitten, blijft het bij een vluchtige controle. Ook krijgt Janneke een aantekening op haar douane kaart. We wachten nu bij de bagage band. De hond blijft Janneke aardig vinden en wil steeds maar in de rugzak kruipen. Op het formulier voor de douane staat een vraag of je ook medicijnen in voert. Normaal vullen we altijd "nee" in, maar het is hier zo streng, dus kruisen we braaf yes aan. Onder tussen komt de hond weer bij Janneke. We worden nu uit de rij wachtenden gevist. Naar de douane met al onze bagage. De douanebeambte vraagt naar de medicijnen, maar deze maken niet veel indruk op hem. Wel is hij erg nieuwsgierig naar de rugzak van Janneke. De dagrugzak waar de hond steeds aan snuffelt, moet helemaal leeg. Alles wordt nagekeken en wat komt er tevoorschijn! een zakje met nog een paar snoepjes erin, die voor de kinderen op de rijstvelden in Bali gekocht waren. We hebben hier nooit meer aan gedacht, maar ook deze snoepjes vallen onder de wet van verboden artikelen. De snoepjes gaan notabene door de X ray. Dan krijgen we de schrik van ons leven, de douanebeambte wijst op borden waarop staat dat deze waar gemeld had moeten worden, zoniet, dan staat daar een straf van A$ 200 dollar op. Shit, dat worden dure snoepjes. Maar er zitten blijkbaar geen verboden bestanddelen in zodat het blijft bij een ernstige vermaning. Opgelucht mogen we Australië binnen.

In de aankomsthal staat een ATM, dat is mooi gemakkelijk. Er is zelfs een boekingskantoortje voor backpackers accommodatie. Het is nog geen 6 uur, maar we gaan toch maar eens even informeren. We kunnen uit twee hostels kiezen. We gaan eerst pinnen en dan de folders even doorlezen. Als we terugkomen, is de gecko-lodge al vol, maar bij Elke´s kunnen we terecht. Er staat een grote zuil waar foto´s van de hostels op staan. Iedere foto heeft een nummer. Er naast hangt een telefoon waarmee je gratis naar het betreffende hostal kunt bellen. Een schitterend systeem. Buiten staat een shuttle-bus met aanhangwagentje. In de laatste worden de rugzakken gestouwd. We worden voor A$7,50 naar Elke´s gebracht. Elke´s ligt in het centrum van Darwin. De chauffeur is een gemoedelijke Australiër in kortebroek en kniekousen. Hello mate! where you wanna go?

Bij Elke´s krijgen we een grote kamer met airconditioning. De wc en de douche moeten we delen. We krijgen bedlinnen mee. Handdoeken moeten we zelf meenemen. Die hebben we gelukkig. We kruipen toch even in bed en slapen tot 11 uur. Hierna gaan we kijken waar we terecht zijn gekomen. In het kantoortje hier hebben ze erg veel informatie over tours en de verhuur van auto´s en camper´s. Er zijn nogal wat verschillende tours. We zien eerst alleen maar tours met feestende jongeren, dat is onze bedoeling net niet. Maar er zijn ook tours voor de “iets ouderen”. We worstelen ons door een hele stapel folders, die we van het vliegveld hebben meegenomen. We gaan ook op Internet kijken naar de mogelijkheden.

Het blijkt dat hier heel veel winkels sluiten op zaterdags middag. We gaan snel op zoek naar een boekenwinkel. We willen wel een lonely planet hebben. We zoeken er een voor de Northern Territory. We hebben geluk bij de tweede boekhandel is het raak. Het is zelfs de nieuwste van 2003 al! We nemen gelijk de Lp van Nieuw Zeeland ook maar mee.

De Smithstreet Mall is het hart van Darwin´s winkelgebied. Er zijn reisbureautjes, straatmuzikanten, en ook hangen er veel Aboriginals rond. We lopen de supermarkt in. We zijn heelmaal beduusd, zoveel is hier te koop. Kaas! Bruin brood! Wijn voor een normale prijs. We worden helemaal hebberig.

Box Jelly FishOp de terugweg lopen we door het Bicentennial Park. Het is een schaduwrijk en weelderig park, met veel monumenten voor de tweede wereldoorlog. Zo wordt er de Japanse aanval van 19-02-1942 herdacht, waarbij 21 van de 46 marine schepen voor Darwin Harbour zonken en er 243 mensen om het leven kwamen. Ook zien we de zee liggen. Darwin ligt aan de Beagle golf. We hebben hier nog nooit van gehoord. We vinden een verlaten strandje. We gaan lekker even zwemmen. Het is zo warm. Omdat er veel stenen liggen houden we onze tevaatjes maar aan. Dat doet een mens goed. We denken aan het strandje over de komende trip. We besluiten een camper te huren. Na nog een frisse duik stappen we maar op om iets te gaan regelen. Als we de trappen oplopen komt er een meisje op ons af. Hebben jullie gezwommen? vraagt ze. Ja hoe zo? The box jelly fish is here antwoord ze. Oh jee, ergens achter in ons hoofd begint wel iets te dagen. Maar wat het nu precies is? Op de kamer zoeken we het op in onze nieuwe planet. Ja hoor, daar staat het in: tussen oktober en mei mag je hier niet zwemmen, want een ontmoeting met de box jelly fish kan je enorme brandplekken opleveren, sommigen hebben het zelfs met de dood moeten bekopen. Hebben we weer mazzel gehad.

We gaan nu nog maar even in het zwembad zwemmen. Het bad is niet echt groot, maar wel lekker. De wijn die we gekocht hebben heeft s avonds een heerlijke temperatuur. Lekker een pindaatje erbij. Genieten!! We krijgen gezelschap van een Oostenrijkse jongen, hij vertelt dat hij eerst erg verbaasd was om zulke “ouwetjes” hier te zien. Maar hij wilde wel even vertellen dat hij het heel dapper van ons vind dat we niet voor de duurdere hotels gaan, die overal ter wereld het zelfde zijn. We vertellen dat we langer op stap zijn en dat we ons dat niet kunnen permitteren. Dat vindt hij helemaal geweldig. We hebben een genoeglijke avond. Hij sterkt ons in ons besluit een camper te huren. Hij heeft de Kakadu toer gedaan. Volgens hem is er te weinig tijd om alles in je eigen tempo te bekijken. Hij gaat voor de rest van Australië een auto huren.

Er wordt stevig gebonkt. Eerst denken we dat er iets valt. Maar het gaat door. Maken we te veel lawaai? Dat kan haast niet. Overigens is het nog maar 22.00 uur. Binnen gaat een jongen compleet over de rooie. Zijn vriendin is op de kamer en doet niet open. Er wordt versterking gehaald. Kortom alles en iedereen is in paniek, we houden ons wat afzijdig. Een half uurtje later komt het meisje dood leuk aangewandeld. Ze vraagt ons of we haar vriend hebben gezien. We zeggen maar dat hij “worried” was, de Oostenrijker corrigeert het naar: pissed off. Als ze hem gevonden heeft volgt er een donderende ruzie, zij gaat nu echt naar haar kamer en hij gaat op de bank in de gezamenlijke ruimte slapen.

We worden gevraagd mee te vliegen boven de JimJim en de Twin Falls. We kunnen deze nu niet via de weg bezoeken omdat het regenseizoen is. Maar we vinden A$250 te duur. Al met al is het een lange dag voor ons geweest en we zoeken ons bed maar eens op.

Dag 189 Darwin

We worden om 10.30 uur wakker. We schrikken er van. Hebben we bijna het klokje rond geslapen. Maar de vorige nacht hebben we bijna niet geslapen. Vandaag dus geen free breakfast voor ons, want dit is tot 10.00 uur. Maar geen nood. We hebben ons eigen lekkere bruin brood en kaas. Hierna eerst maar even op Internet kijken of we al antwoord hebben op onze prijs aanvragen van een camper. Dat valt tegen. Nog niets. We sturen gelijk maar mail naar Nederland dat we al in Australië zijn en ze niet ongerust hoeven te zijn, mocht het ultimatum van Bush verkeerd aflopen.

Darwin werd voor het eerst zo genoemd in 1839, toen kapitein John Lort Stokes zijn schip de Beagle een azuurblauwe, met zand stranden, palmbomen en mangroven omringde haven binnen voer. Hij noemde deze haven naar zijn vriend Charles Darwin. De stad zelf werd in 1864 gesticht en bleef de eerste eeuw een buitenpost van het Britse rijk.

We vragen bij het hostel naar de mogelijkheden die zij hebben om een camper te huren. Ze hebben een zeer goede aanbieding. Het is een backpacker van. Dit is een camper van de grote bedrijven die meerdere kilometers gedraaid hebben en drie jaar oud zijn. Het is een stuk goedkoper dus wij vinden het prima. We huren hem vanaf een plaatje. We nemen er ook een tafel en twee stoelen bij. Kunnen we ook lekker buiten zitten. We zitten er vol van en we letten dus even niet op het verkeer dat hier natuurlijk links rijdt. Wij kijken rechts, we kunnen nog net aan de kant springen. Beter opletten dus voortaan. We gaan langs de stranden van Darwin lopen. Het is inmiddels 14.30 uur, dus niet echt op zijn warmst, maar toch is het nog verschrikkelijk heet en vochtig. In de parken staan overal waarschuwingen:

  • Draag een hoed

  • Zonnebrand olie, minstens factor 15, gebruiken

  • Genoeg water meenemen. Altijd meer dan je nodig denkt te hebben.

  • Iets tegen de muggen.

  • Niet zwemmem tussen oktober en mei. In deze periode, op het strand altijd azijn meenemen i.v.m. de Box Jelly Fish.

Wij zijn door onze voorraad anti mug heen, we moeten morgen hier dus nieuwe kopen. Als we door Darwin lopen genieten we van de rust op straat en de brede schone wegen. We worden ook met rust gelaten (niemand wil z'n engels op ons oefenen). Het enige wat hier op toerisme wijst zijn de vele verkooppunten voor tweedehands auto's. De cycloon Tracy heeft met kerstmis 1974 een heel stuk van Darwin weggevaagd. De stad is nu heel ruim opgezet met veel parken. Ook in februari 1942 zijn hier door de Japanners meer bommen gegooid dan op Pearl Harbour. (Toen we hier op Bali met de Japanse schaatsster over spraken, vertelde zij dat zij daarover in Japan nog steeds niets leren op school. Er wordt gedaan alsof er niets gebeurd is) Darwin is de voordeur van Australië voor de reizigers uit Azië. Ook is het dé plek van waaruit je Kakadu- en Lichfield National Park bezoekt. Wij lopen door de botanische tuinen naar Fanny Bay en van hier uit naar Mindle beach. We zien hier ook echt niemand in zee, terwijl er hier prachtige stranden zijn en de zon volop schijnt.

Telefoon kaartWe stoppen om iets te drinken. Doch dit blijkt een privé club te zijn van de waterskivereniging. Maar omdat we van ver komen, krijgen we een tijdelijk lidmaatschap en kunnen we toch onze dorst lessen. We kijken heerlijk uit over de zee. We worden getrakteerd op een mooie zonsondergang. We bestellen een bord patat en een salade. We moeten wel wennen aan de enorme porties eten hier. We zijn het niet meer gewend zo veel in één keer te eten. We missen het heerlijke Indonesische eten nu al. Het begint al donker te worden en we willen terug naar Elke´s. Maar we moeten eerst een fikse wandeling over het strand naar het hostel maken. Op het strand zitten allemaal Aboriginal families. Net zoals we al in het centrum van Darwin hebben gezien, een lading lege bierflesjes om hun heen. Om 21.00 uur zijn we weer thuis. Er komen twee Duitse meiden gezellig bij ons aan de grote tafel zitten. Zij vertellen dat je hier vrij goedkoop naar Europa kunt bellen met een telefoon kaart. Daar moeten we morgen maar even naar informeren.

Dag 190 Darwin.

We hebben slecht geslapen. Ik heb liggen prakkiseren hoe het met de borg voor de camper moet. Eerst maar even een ontbijt met een kopje koffie. Ik laat in het centrum mijn zonnebril recht zetten bij een opticien. Daar ben ik notabene op gaan zitten. Ze maken de bril gratis. Ze waarschuwen wel dat hij kapot kan gaan. Dat risico moet ik maar nemen. Zo kan ik hem ook niet gebruiken. Ook kopen we een telefoonkaart. Nu gaan we een push-bike of een mountain bike huren. We fietsen een heel stuk langs de kust. De mangrove bomen die gisteren tot aan de bladeren in de zee stonden, staan nu helemaal droog. Het strand is nu enorm breed.

MangroveMangrove is het meest vruchtbare kust systeem. Het is essentieel voor de levenscyclus van veel vissen. Mangrove beschrijft boom en wortels die groeien tussen hoog en laag water aan de tropische kusten. Het systeem bevat niet alleen de boom, maar ook de epifyten, algen, wortels en plakton in het omringende water. Dit alles produceert organische stoffen, die weer als voedsel dienen voor de zeedieren.

We passeren een gevangenis. Hier kun je de gevangenen bezoeken. Op een rotspunt hebben we een prachtig uitzicht. We fietsen door naar een militair museum. Maar dit stelt niets voor. We fietsen door tot we een restaurantje zien. Hier genieten we van een heerlijke tonijn sandwich. Bij het Alexandermeer ziet Bert een douche. Hij is zo warm dat hij met kleren en al onder de douche gaat. Tijdens het fietsen drogen zijn kleren door de warmte in no-time. We beginnen onze billen te voelen en het wordt tijd om terug te gaan. Er komen erg donkere wolken aan. Het blijft echter bij een paar spettertjes. Terug in het hostel genieten we van een heerlijke warme ontspannende douche. ´s Avonds gaan we de telefoonkaart uit proberen. Het heeft nogal wat voeten in aarde. Het blijkt dat je eerst 0011 moet draaien voor een over-sea-call. Dan de 00 voor 31 weglaten. Onze dochter is niet thuis, we spreken het antwoord apparaat in. Onze zoon wel, die is nog erg slaperig. We gaan nog even zwemmen. Er blijken in de bananen boom bij het zwembad 4 vleermuizen te zitten. Ze hebben een spanbreedte van wel 75 cm. Als we naar onze kamer gaan wandelt er een leguaan van wel één meter op zijn dooie akkertje over het pad.

Dag 191 Darwin-Litchfieldpark

TOP^

Camper tankenVandaag een spannende dag. We kunnen de camper ophalen. We worden om 9 uur door de assistente van Elke´s bij het Birtz camper-depot afgezet. De camper staat al klaar. We hebben geen extra verzekering afgesloten. Dat zou A$ 572 extra zijn. Dat is bijna 1/3 van de huurprijs. We hebben nu een eigenrisico van A$ 5000. Ik had me een slapeloze nacht kunnen besparen. Het totale bedrag wordt gewoon van de credit card afgeschreven. Alles wordt ons uitgelegd en daar gaan we. Bert is een kei!!! Hij moet even wat wennen aan de koppeling/gas geven maar hij rijdt prima. Het is wel een beetje vreemd om links te rijden. We rijden eerst 32 km naar Woolworth. Dit is een hele grote supermarkt met een enorm parkeerterrein. We slaan heel wat boodschappen in. Ook kopen we hier een wegenkaart.

We gaan nu op weg naar het Litchfield park, dit ligt 145 km ten zuiden van Darwin. Het is 146 km2 groot, hierin ligt een groot gedeelte van het spectaculaire Tabletop Range. Dit is een breed zandsteen plateau, het grootste gedeelte omgeven door kliffen. De hoofd attracties van Litchfield Park, zijn vier watervallen die van de rand van het plateau naar beneden storten, termietenheuvels en bijzondere zandsteenformaties. We nemen de oostelijke ingang. We hebben geen 4WD maar een “gewone” 2WD. De noordelijke ingang is alleen toegankelijk met een 4WD.

Voeger leefden hier de Aboriginals. In 1864 werd door een expeditie van Frederick Lichfield, een Fin, deze streek verkend. Er werd hier koper en tin gevonden. In 1986 werd het tot nationaal park uitgeroepen. Het park is het hele jaar geopend, maar in het natte seizoen kun je niet overal komen.

Termieten heuvelNa 17 km rijden op het Table Top Plateau, komen we langs enorme termieten heuvels het is een heel bijzonder gezicht, de magnetische termietenheuvels. Om zoveel mogelijk zonlicht op te vangen, zijn ze allemaal langs de Noord-Zuid-as opgericht om het klimaat in de kilometerslange ondergrondse gangen van de kolonie constant te houden. Je kunt via een paadje naar de speciale grijze termieten heuvels, maar wij vinden de rode die langs de kant van de weg staan mooier om te zien. De termieten zijn de architecten van de insecten wereld. Ze zijn maar een paar mm groot. Maar op de een of andere manier werken deze stille, blinde insecten samen om deze soms meters hoge heuvels te maken. Aardkorrels worden aan elkaar geplakt door hun speeksel.

We rijden door naar Buley Rockhole. Dit is een leuke plek om te zwemmen. Een hoge waterval stort vanaf een plateau naar beneden. Het water is erg helder, maar aan het begin staat dat het niet gedronken kan worden. We rijden de hele dag volop in de zon. Maar net als we ons, voor een zwempartij, in het campertje omgekleed hebben, begint het te regenen. Het is totaal niet koud, maar de stenen zijn een beetje glibberig. We genieten even heerlijk van een duik in het frisse water.

Eenmaal terug in de camper merken we dat de watertank leeg is. Dat is niet slim. We hebben het niet gecontroleerd, we namen aan dat alles door het verhuurbedrijf gevuld zou zijn. We blijven vannacht nu maar niet in het park slapen. We rijden 18 km terug naar de plaats Bachelor. Hier tanken we bij een benzine pomp water en benzine. We gaan niet terug naar het park maar zoeken een camping hier. We komen terecht op het Banyan Tree Caravan Park. We nemen een plek met stroom. We moeten onze campervan nog inrichten en hebben hier licht bij nodig.

Ons idee om vanavond met een glaasje lekkere Australische wijn buiten te zitten gaat absoluut niet. Wat een vliegen. Zelfs eten moet noodgedwongen binnen gebeuren. Binnen is het nu ongelooflijk heet. Bert neemt de camperpapieren door en Janneke schrijft het verslag.

Dag 192 Litchfield.

Ondanks de enorme hitte hebben we toch redelijk geslapen. We ontbijten, doen de afwas en tanken weer water bij. Om 9 uur zijn we voor de tweede keer op weg naar Litchfield Park. We rijden nu meteen door naar de Florence watervallen. Hier is ook een grotere poel om te zwemen. Er is hier een schitterende wandeling uitgezet. De wandeling is volgens Bert een beetje “te keurig” uitgezet, over de riviertjes die je moet oversteken liggen planken als bruggetjes. Wel heel wat anders dan in Taman Negara nationaal park in Maleisië. Hij vindt het in Maleisië een stuk avontuurlijker. Maar Janneke vindt het prima zo.

De Table Top Swamp en de Lost city kunnen we niet bekijken omdat we geen 4 WD hebben. Maar de Tolmer falls bekijken we wel. We zien niet alleen de twee schitterende watervallen, maar ook hebben we omdat we zo hoog staan een prachtig uitzicht over het tropische woud. De rondwandeling op het plateau is nu gesloten vanwege de enorme hitte. Het is nu 12.00 uur en echt heel erg warm. De vleermuizen die hier in de gaten van de rotsen moeten leven zien we niet.

Crocodile SafetyDe volgende stop is bij de Wangi Falls. Deze watervallen zijn de grootste van het park. Ook hier is weer een zwempoel bij. Maar deze is gesloten vanwege de mogelijke aanwezigheid van de zoutwater krokodillen. We zien ze niet, maar we wagen een duik toch maar niet. Hoewel de poel veilig lijkt, schijnen er ook in het droge seizoen veel ongelukken te gebeuren. Halverwege de poel zit een aboriginal vrouw haar kunst te verkopen. Haar haren zijn helemaal grijs. Ze lijkt ontzettend arm, maar er staat een pinapparaat naast haar waar je de kunst met creditcard kunt betalen.

Ook hier weer veel borden: Als je gaat wandelen moet je een lange broek, bloes met lange mouwen en hoge schoenen aantrekken. Dit alles i.v.m. de scrub-tyfus. Dit wordt verspreidt via een mijt die hier in het lange gras leeft. Maar het is 40 0 Celsius en we hebben het wel erg warm, dus laten we die lange mouwen maar. We vinden hier een kampeerplek. Het lijkt ons erg leuk hier zo helemaal in de natuur. Als we wat rondlopen zien we een wallabie, dit is een kleine kangaroo. We blijven allebei stokstijf staan.

Net als we lekker in onze stoeltjes zitten begint het weer te regenen. We pakken de spullen op en gaan binnen zitten. Het is weer erg warm. Ondanks de hitte maken we toch maar eten klaar. Een heerlijke Griekse salade. Dat is wel een voordeel van zo´n camper. Je kunt klaarmaken waar je zin in hebt. Als het droog is lopen we ´s avonds nog eens naar de watervallen. Nu vliegen de vleermuizen in het rond. Het schemert al wat, het geraas van de waterval en de rondvliegende vleermuizen geven een heel geheimzinnige sfeer. Eigenlijk vind ik het een beetje spookachtig.

Op de terugweg lopen we langs een aan een paal is gespijkerd bakje. Hier zitten enveloppen in met een controle strookje. Het geld voor de overnachting moet in de envelop, die je in de bak moet gooien. Het controle strookje moet je achter het raam van de camper leggen. We nemen de envelop mee naar de camper. Daar staat net de parkwachter. Of we al betaald hebben. Nee, dat zouden we net doen. We geven hem het geld maar. Hij vertelt dat zijn vrouw ´s ochtends de controle heel vroeg doet. Je wordt dan wel wakker gemaakt als je geen strookje op het raam hebt. De voorzieningen hier zijn sober maar schoon. In het toiletgebouwtje hoor ik allemaal vreemde geluiden tijdens het douchen. Zouden het de vleermuizen zijn die we bij de waterval hebben gezien? Eigenlijk wil ik het niet weten. Het regent de hele nacht.

Dag 193 Litchfield park - Kakadu nationaal park

TOP^

Als we de volgende ochtend wakker worden is het droog. We douchen. Het toiletgebouwtje is erg schoon. Dat zou je hier eigenlijk niet verwachten. Als we na het ontbijt nog eens naar de waterval lopen zien we een wallabie met jong. We rijden het park weer uit. We zien nog een dingo, een wilde hond, een wallabie en een kronkelende slang van een meter de weg oversteken. We moeten eerst een stuk van de Stuart Highway weer terug rijden. Bij een meertje houden we een eet pauze. Hierna nemen we de afslag naar Arnhem land. We staan in dubio of we naar de krokodillen die gevoerd worden gaan kijken. Maar we hebben in Indonesië al zo veel krokodillen gezien. We vinden het ook een beetje te touristisch.

We nemen de afslag naar Mary River National Park. Maar dit blijkt niet zo bijzonder te zijn. Hier willen we vannacht niet blijven. Uiteindelijk stoppen we bij de Bark Hut Inn. Hier is een lekker zwembad bij. Op de bodem van het zwembad staat een enorme krokodil geschilderd. Als je zwemt en het water beweegt is het net of de krokodil ook beweegt. Het water heeft een heerlijke badwater temperatuur. Van een Australisch echtpaar horen we dat je hier aussie fly nets kunt kopen. In het Kakadu park moet het rond deze tijd nog erger zijn met de vliegen. We nemen een lekker glaasje witte wijn. Maar we worden wel gek van al de vliegen.

Overal zie je hier: Barra fish and chips. Dit een barramundi, een vis met vechterskwaliteit. Het is een zoetwater vis die wel 6 kg kan wegen. De beste kwaliteit heb je rond deze tijd, van eind maart, tot begin april. Ook zijn er veel touroperators die nu een vistrip aanbieden. Bert vindt vissen maar niets, maar gaat wel een vliegen net kopen. Het zijn stukjes gaas met een elastiek aan de bovenrand die je om je hoed kunt hangen.

Als we ´s avonds natuurlijk een "barra" eten, vinden we het niet eens zo heel bijzonder. Wat wel leuk is: als je hier wilt eten moet je je aan de kleedregels houden. Je moet namelijk schoenen aan je voeten hebben! We blijven een poosje in de kantine zitten, hier zien we op de tv de aanval op Saddam Hoessein en Irak. Omdat we niet buiten kunnen zitten liggen we languit op het bed en vallen al vroege in slaap.

Dag 194 Kakadu park.

We slapen vanwege de warmte erg onrustig. Het is nu al warm. We gaan verder op weg naar Kakadu. Kakadu staat op de wereld erfgoed lijst sinds 1984. De naam komt van Gagadju, één van de talen die vroeger in noord Australië werden gesproken. Veel van Kakadu behoort tot het Aboriginal land, dat aan de regering is verhuurd voor het gebruik van het nationaal park. Het is het grootste park van Australië: 20.000 km2 . 80 % hiervan bestaat uit “wetlands” met eucalyptus bomen en hoge grassen. Verder zijn er monsoon bos en zandsteen plateaus, rode rotswanden, lange rivieren en billabongs.

Zoutwater krokodilEenmaal in het Kakadu park aangekomen, lunchen we bij de south alligator rivier. Hier treffen we een vriendelijke Australiër die, de Groot heet. Zijn ouders komen uit Nederland. Hij gaat vandaag op barramundi vissen. Hij vertelt dat het water nu te hoog staat om krokodillen te zien, anders hadden we met hem mee kunnen gaan. Hij vertelt dat hij verder op in de kreek gister een krokodil heeft gezien. Wij gaan er later ook kijken, maar we zien niets. We willen bij Mamukala een wandeling gaan maken. Maar de weg is afgesloten. Dus rijden we door naar de headquarters van het Bowali visiters centrum. Ook hier weer een zeer vriendelijke dame, ze vertelt ons dat de rivieren erg breed zijn door de vele regen van de afgelopen periode en dat hierdoor de wandelpaden te dicht bij het water liggen. Het gevaar dat een kroko te dicht bij kan komen is te groot. Omdat het hier stikt van de krokodillen zijn sommige wandelpaden afgesloten. Maar er blijven nog genoeg paden over voor een leuke wandeling.

Ook is de weg naar Ubirr afgesloten. We kunnen er met een dure toer van A$100 naar toe. Er moet daar een mooie Aboriginal kunst site zijn. We denken er nog even over. We bekijken eerst een film over de veranderingen van het park tijdens de vier seizoenen. Het is een mooie film. Er wordt veel verteld over de geologie van Kakadu en de Aboriginal cultuur. We rijden hier vandaan naar Jabiru. Dit stadje is ooit gebouwd om de mijnwerkers van de uranium-mijn onderdak te geven. Het is niet veel bijzonders. Maar even verderop ligt de Kakadu lodge. Dit is een leuk camp. Gelukkig is er ook een heerlijk zwembad. Zelfs een bubbelbad. Hier spreken we een Nederlands stel. Ze geven ons de tip een klamboe te kopen en zo met de “achterdeur” open te slapen. Een ander stel vertelt dat de vliegen in Alice Springs nog erger zijn dan hier. Het slapen met de klep open moet wel even wennen. We hebben het gevoel dat iedereen ons ziet liggen. Maar er staan maar 4 andere campertjes. Ook die hebben de klep open.

Dag 195 Kakadu

We zijn wakker bij zonsopgang als de vogels fluiten. De Nourlangie Rock staat op het programma vandaag. We hebben gisteravond niet goed opgelet. De tevaatjes zijn buiten blijven staan. Vanochtend is er 1 weg. We zoeken overal, maar het is onbegonnen werk. Een vogel, wallabie, dingo? ze kunnen de slipper allemaal mee genomen hebben. Gelukkig heb ik nog slippers bij me. Maar het is wel even balen.

De eerste stop is bij Anbangban Rock Shelter. Het is een soort schuilplaats in een rots. Hier hebben 30 mensen van de Warramal clan geleefd zo´n 20.000 jaar geleden. Er zijn heel veel tekeningen. Van hieruit is het nog een stukje verder naar een uitkijkpunt. Hier hebben we een prachtig uitzicht over Arnhem land, het woongebied van de Namarrgon. Het is een fikse wandeling. Maar dit Nawurlandja punt geeft een prima uitzicht over de Nourlangie rots. We moeten even zoeken naar de weg terug, het lijkt allemaal zo op elkaar.

Aboriginal rockartOp naar de Nanguluwur Gallery over een gravel weg. We moeten eerst 3,5 km door de woodlands lopen. Dan een stukje rots opklimmen. De tekeningen die hier op de rots staan zijn een verzameling van al de stijlen die in Kakadu gevonden zijn. Niet alleen de tekeningen zijn mooi, maar ook de keuren van de rotsen zijn erg mooi. De belangrijkste tekeningen hier zijn door een aboriginal in 1960 overgeschilderd. De originele tekeningen zijn van Namangjok. Deze man brak met de traditionele wet door incest te plegen met een van zijn zusters. Hiernaast staat de Namargon of de lichtflitsman. Hij is verantwoordelijk voor de spectaculaire lichtflitsen tijdens de stormen in het natte seizoen. Hij is dan ook omgeven door een krans van licht. Barrging is zijn vrouw. Hun kinderen zijn de Aljurr, de oranje blauwe sprinkhanen die alleen te zien zijn vlak voor het natte seizoen begint.

De Aboriginalstammen leven volgens de “wetten” die hen verbinden met het land en hun voorouders. Deze worden al generaties lang doorgegeven en vinden hun weerslag in de scheppingsverhalen. Deze vertellen hoe de geesten en voorouders het land vormden. Ze vormen gezamenlijk het geloof, waarin alle aspecten van het aboriginal leven aan bod komen. Aboriginals horen tot twee groepen: hun “clan” en afhankelijk van hun geboorte datum en plaats, een “dreaming-totemgroep”, zoals de krokodil. Deze groep bepaalt hun band met het land en hun plaats in de samenleving en de plaats in de scheppingsverhalen die ze erven.

We rijden nu door naar de Mirray look-out. We gaan eerst even iets eten. We smeren een broodje. We merken dat er wat schimmel op zit. Maar daar moeten onze maag en darmen maar tegen kunnen. De wandeling doen we niet meer. Nu we gezeten hebben merken we hoe moe we zijn. Dus rijden we door naar Cooïnda. Hier ligt het yellow water land. Ook moeten we hier op zoek naar een benzine pomp. Ons vannetje lust wel wat. We overnachten bij de Gagudju Lodge. Er staat een wasmachine hier kieperen we al onze doorweekte spullen in. Deze camping is lang zo mooi niet als die van gister. Maar heeft wel een zwembad. Hier maken we natuurlijk dankbaar gebruik van. We bellen even naar onze dochter gelukkig is daar ook alles goed.

Als we nog even zitten te lezen in de stoeltjes horen we twee Friese jongens voorbij lopen. We kunnen het niet laten en spreken ze in het fries aan. Ze zijn helemaal verrast. Ze trekken met een busje drie maanden in Australië rond. De eerste vraag is: “witte jim ek hoe kambuur het spielje?” We proberen niet in lachen uit te barsten. We zeggen dat we er geen flauw benul van hebben. Nou, sjoch dan mut ik maar even mei us mem bellen. Tja, dat zal de ware voetbal fan zijn, hier rondlopen en dan nog denken aan je voetbalclub.

Als we in de schemering de afwas hebben gedaan, zien we een dingo op de camping. We hebben ook al kleine kikkertjes in de toiletpotten gezien. We gaan vroeg op bed.

Dag 196 Kakadu

We doen de vroege Yellow river cruise. De bomen/palmen die aan de waterkant staan heten Jimjims. Hier is de creek en de waterval naar genoemd. Ze beginnen net vrucht te dragen. Het is hier erg mooi. We zien Kakadu op zijn mooist. We varen door de billabong naar de yellow river. Op de kruising hiervan zien we een krokodil in een poeltje tussen de bomen. Er zit niet veel leven in. Je ziet hem met zijn ogen knipperen, dat is het enige teken dat hij leeft. Hij is denk ik 3,5 m lang. Op de rivier zien we nog een krokodil, maar deze laat alleen zijn ogen en het puntje van zijn neus zien. De estuarine, de zoutwater krokodil, is Australië´s grootste, zwaarste en meest gevaarlijke krokodil. De Australiërs die bij ons in de boot zitten zijn helemaal gek van de waterlelies die hier groeien. Wij vinden de vogels erg mooi.

Terug op de camping hebben we geen zin om hier nog langer te blijven. De kikkers in de toiletpot en de dingo, die er vandaag ook weer is, vinden we niet echt leuk. Ook zijn we een beetje aan de diarree. We rijden door naar Pinecreek. Hier was vroeger de goudkoorts. Nu is het een slaperig stadje waar niet veel te doen is. We staan op de lazy Lizzard tourist park. Het staat goed omschreven in LP, maar het is nog niet klaar voor het toeristen seizoen. We vinden het hier niet echt leuk, maar hebben geen zin om verder te rijden. Later hebben we hier spijt van, er komen allemaal honden om ons heen staan. We gaan maar in ons campertje zitten.

Dag 197 Kakadu

De zon schijnt weer. De honden staan er ook weer. Eentje heeft duidelijk last van vlooien. Getver! De camping is niet veel bijzonders. De toiletgebouwen zijn smerig. We zijn nu al weer verwend. We rijden naar de Edith falls. De watervallen gaan via 3 poelen naar beneden. De hoogte is 150 meter. De laagste poel is erg groot. We lopen naar de bovenste poel. We hebben onze vliegennetjes om. Het stikt hier van vliegen. We hebben schitterende uitzichten. Maar warm is het wel.

We rijden naar Katherine, dit ligt nog 40 km verderop. Vandaag dus geen lange rit. Katherine ligt aan de oever van de Katherine river, 300 km ten zuiden van Darwin. Het is de grootste stad tussen Darwin en Alice Springs. Maar eigenlijk is het niets. Enkele straten en een paar huizen en héél véél ruimte. We kunnen hier pinnen. Dat is nu wel nodig. We willen graag de thermo-pools bekijken en een bad nemen. Maar dat is niet mogelijk omdat ze gesloten zijn. We balen wel wat. Er is toch vrij veel gesloten in het natte seizoen. Dan maar internetten. Er zijn maar liefst 25 berichten. We vinden wel een leuke en schone camping. De temperatuur is overdag nog steeds erg hoog. Maar ´s avonds koelt het hier wel een beetje af.

Dag 198 Katherine

TOP^

Vandaag gaan we naar de Katherine Gorge. Deze liggen 30 km buiten de stad. De 13 kloven over een afstand van 50 km van de Katherine rivier zijn ontstaan door hevige zomerregens die zich door de 1650 miljoen jaar oude, zandstenen rotswanden hebben geboord. De rotsen waren hier al voor de fossielen. Er was toen nog geen leven op aarde dat botten had. Het resultaat is een gebied met diepe bassins en stilte. We doen de rondvaart van 2 uren. Dit lijkt ons wat gemakkelijker dan met een kano, dat we hebben het nog nooit gedaan. Na de eerste gorge moeten we uit de boot. We wandelen zo´n 150m naar de volgende gorge. Hier ligt een boot klaar die ons naar de volgende gorge vaart. Het water zakt hier al behoorlijk. Ook hier krijgen we veel informatie over de Aboriginals. Die kennen veel verhalen over geesten en boze mensen die in geesten of krokodillen veranderen. Zoals de regenboogslang. Deze slang is en vrouw, Kuringali, die haar afbeelding op en rotswand schilderde toen ze door dit gebied reisde. Nu vinden de aboriginal eigenaren van dit park haar de meest krachtige geest. Hoewel ze als slang haar meeste tijd in de billabongs door brengt, kan ze erg destructief en vernietigend bezig zijn en zo aardbevingen en overstromingen veroorzaken. Het lokale verhaal vertelt dat ze dan zelfs mensen eet. Dit verhaal wordt als waarschuwing voor de kinderen verteld: Pas op bij billabongs, soms kunnen de krokodillen dicht bij de kant komen.

Hetzelfde geldt voor het volgende verhaal van de Namarkan zusters. Op een dag zaten de zusters samen bij een billabong. Eén van de zusters ging het water in en veranderde in een krokodil. Ze zwom terug en liet haar zuster schrikken. Ze veranderde weer terug in zich zelf. Ze ging terug naar haar zuster. Deze vertelde dat ze verschrikkelijk geschrokken was van een krokodil. Daar kreeg de zuster zo´n kick van dat ze het iedere keer weer deed. Eindelijk kreeg de geschrokken zuster door water aan de hand was en veranderde ook in een krokodil. Ze realiseerden zich dat ze iedereen die ze wilden de stuipen op het lijf konden jagen. Sindsdien zijn de zusters aanwezig in elke krokodil in de billabong Onderweg komen we een reclame bord tegen; met een vliegtuig kun je de vlucht van je leven over de Gorges maken. Achter het bord ligt een neergestort vliegtuigje. Het geeft ons geen veilig gevoel.

Na deze vermoeienissen gaan we lekker poedelen in het zwembad. Het water is lekker fris. ´s Nachts is het hier een stuk frisser. Wij vinden het wel lekker.

Dag 199 Mataranka

TOP^

Road trainVandaag rijden we 110 km verder naar Mataranka. We komen één tegenligger tegen, maar dan ook meteen een hele grote, namelijk een roadtrain. Ons campertje schudt er van als hij langs ons rijden. Mataranka is een klein plaatsje in het Never-Never land. Als je even met je ogen knippert ben je er al door heen gereden. De reden van ons stop hier is het Elsey National Park. De Europeanen hebben het pas in 1845 ontdekt. De meeste bekendheid heeft deze plaats gekregen als Elsey station. Deze is genoemd naar de hier zeer bekende Jeannie Gunn. Zij heeft het leven in Never-Never land beschreven. Jeannie Gunn was een vrouw uit Melbourne. Hier leidde zij een school voor jonge dames. Ze leerde haar echtgenoot Aneas kennen, die uit the Northern Territory kwam. Hij was destijds de manager van het Elsey station. Ze ging met hem mee. In die tijd woonden er slechts enkele vrouwen op de zeer geïsoleerde boerderijen. Het leven was er erg hard. Maar Jeannie won het respect van de mannen die hier werkten. Ook kreeg ze een goede band met de lokale aboriginals, waarvan een paar op de ranch werkten. Een jaar later overleed Aneas aan de gevolgen van Malaria. Jeannie ging terug naar Melbourne en schreef een gedetailleerd boek over haar ervaringen: “We of the Never Never”. Het boek werd in 1908 gepubliceerd. Het boek had veel succes in Australië en werd één van de klassiekers van de outback literatuur. In 1981 werd het boek verfilmd. Het gebied heet Never Never omdat de mensen die er wonen, het zo naar hun zin hebben dat ze er nooit, nooit meer weg willen.

Om 11.30 uur rijden we het stadje binnen. Het voeren van de Barramundi vissen is pas om 13.00 uur. We willen niet zo lang wachten. We rijden maar door naar Mataranka Home stead resort. Dit is een replica van de ranch Elsey Station, die werd gemaakt voor de verfilming van de roman. We zetten de camper neer en maken een lunch klaar. We lopen naar de Maranka thermal pool. De oase hier is ontstaan door een ondergrondse rivier die even boven de grond komt waardoor zich een klein tropisch regenwoud heeft gevormd. Hoog in de bomen slapen overdag vleermuizen die een penetrante geur afscheiden door klieren onder hun vacht. Het water hier is kristalhelder. Er staan een paar “pandamus” bomen omheen. (Deze bomen heten in Kakadu Jimjims). De visjes zwemmen om ons heen. Het water is erg lekker, als je uit de poel stapt, voelt de buitenlucht “fris” aan en het is hier notabene 35 gr. We gaan een wandeling maken. We zien onderweg weer een paar wallabies. Ook kun je hier goed zien dat het water hier erg hoog heeft gestaan. Boven in de palmen hangen takken die mee gestroomd zijn in de rivier. We vinden ook de bron van de pool. Het warme water wordt hier met 16.000 liter per minuut omhoog gestuwd.

De rest van de dag brengen we zwemmend, lezend en luierend door. Morgen hebben we een lange rit. Ook zien we vanuit de pool nog twee vechtende wallabies. Als we 's avonds naar ons campertje lopen trappen we bijna op een slang van wel anderhalve meter, die ons pad kruist. Maar hij gaat gelukkig door. We laten hem met alle soorten van genoegen en respect voorgaan!

Dag 200 Mataranka-Tennant Creek

TOP^

We zijn vroeg wakker. De vogels fluiten ons wakker. Het komt wel goed uit. We moeten vandaag 509 km rijden. Het is een lange weg waar we niet veel ander verkeer tegenkomen. We zien het landschap langzaam maar zeker veranderen. Het groene woodland maakt plaats voor het rode steen van het centrale deel. Onderweg zien we veel gedenkstenen die te maken hebben met de tweede wereldoorlog. De eerste is Larrimah. Dit was in de oorlog een belangrijke basis. Er woonden toen 6500 mensen die op de passies werkten. Nu wonen er nog maar 50 mensen.

Onze eerste stop is bij de Daily waters pub. Hiervoor moeten we even van de Stuart Highway af. Deze pub ligt naast het vroegere eerste nationale vliegveld. Roddels van nu beweren dat de baan een spaceshuttle landingsbaan is. Destijds werd het gebruikt door Quantas als tankstop op de route Sydney-Singapore-Londen. De RAAF gebruikte de basis om te tanken voor de bommenwerpers onderweg naar Singapore. Er staat nog steeds een origineel Quantas vliegtuig. Het huidige cafe dateert uit 1930. Het is het oudste roadhouse van the Northern Territory, waar elke voorbijkomende reiziger een gesigneerd aandenken achterlaat Daly Waters Pub zodat het lijkt alsof je in een bizar soort rommelmarkt in de woestijn bent beland.We drinken er wat. Er hangt echt van alles aan de muur. Bankbiljetten van overal, nummerborden, vlaggen enz. Zelfs de Friese vlag hangt er. Dat doet ons goed, de Nederlandse vlag is niet aanwezig, maar wel een oranje klomp met een molen erop geschilderd. Ook veel naam en functie plaatjes.  Bij het plaatsje Elliot pauzeren we. Het zijn erg kleine plaatsjes. Men noemt ze roadhoues. Maar je kunt er tanken. Dat doen we ook maar, je moet er toch niet aan denken om hier zonder benzine te komen staan.

Rennersprings is het volgende roadhouse. Hier loopt de scheidingslijn tussen het tropische noorden en het droge centrale gedeelte. We rijden door een grotendeels vlak land nu. Er groeit veel gras op het rode gruis. Bij de volgende stop zien we een roadtrain met pech. Een monteur met auto staat er bij. Als alles weer gerepareerd is blijft de auto er een poosje achter rijden. Als we ze later weer inhalen staan ze weer aan de kant van de weg. Bij three ways staat een torentje dat op en soort watertoren lijkt. Maar het blijkt dat het een Flynn Memorial is. Flynn is de oprichter van de Flying doktors service. We vinden het maar een lelijk ding. Gelukkig is het nog maar 25 km naar Tennant Creek. We rijden door naar het Outback Caravan Park. Ook hier is nog niet veel te doen. Alleen de vliegen zijn met miljoenen aanwezig. Hoewel de temperatuur heerlijk is, eten we binnen. De camping hier is erg schoon.

Dag 201 Tennant Creek-Alice Spring.

TOP^

Vandaag moeten er weer boodschappen gedaan worden. Tot onze stomme verbazing kunnen we hier geen bier kopen, waarschijnlijk heeft dit te maken met de aboriginals die hier altijd rondhangen. De drankverkoop begint pas om 2 uur 's middags. Tennant Creek is de laatste plaats waar de "goldrush" was in 1933. Tegenwoordig wonen er zo'n 3500 mensen.

Devils MarblesWe bekijken de muurschilderingen hier. Deze zijn geschilderd door locale aboriginals. Ook staat er een bord waar alle afstanden in mijlen op staan. We vinden het hier niet zo bijzonder en rijden door naar de Devils Marbles. Deze liggen 105 km verder naar het zuiden. Dit zijn immens grote ronde rotsen van rood graniet die 1640 miljoen!!! jaren geleden zijn ontstaan. Gesmolten lava werd vlak onder het aardoppervlak samengeperst tot bollen. Deze zijn door erosie aan de oppervlakte gekomen. Later in stukken van 3 tot 7 m2 uiteen gevallen. De extreme woestijn temperaturen doen de stenen overdag uitzetten en in de koude nachten krimpen. Sommige stenen worden als een ui uitgepeld. Andere stukken vinden we er uitzien als een broodje dat met een scherp mes doormidden is gesneden. Het gebied is voor de aboriginals een heilige plaats, genaamd "Karlukarlu". We lopen langs een 4 m hoge steen die door midden is gescheurd. Het is net of een mes het doorgesneden heeft, zo netjes zijn de snijranden. We genieten ondanks de vreselijke hoeveelheden vervelende vliegen. We zijn blij met onze muskieten netjes.

De volgende stop is Wellclif. “Aardmensen zijn hier ook welkom”. Er wordt geclaimd dat hier UFO's zijn geland. Men beweerd dat deze plek op de kruislijnen en energielijnen ligt, wat betekent dat UFO's die rondvliegen dit gebied passeren. Het is allemaal wel grappig, maar we zijn er niet zo gevoelig voor.

We waren van plan hier te overnachten. Maar eigenlijk vinden we het nog te vroeg om al te stoppen. Het is nog maar 13.00 uur. Op de camping is verder ook helemaal niets.

We rijden nu het Red Center in, dit is het zuidelijke deel van de Northern Territory. We willen bij Ti Tree, 193 km van Alice Springs, overnachten. Maar het is hier echt vreselijk. We willen hier niet blijven. Het is een service punt voor de aboriginal gemeenschappen. Er zitten hier zo'n 30 aboriginals bier te drinken, een oude jukebox staat te blèren en een paar vieze honden maken het plaatje compleet. Hier willen we vannacht niet staan. We besluiten verder te rijden en dan e.v.t. maar langs de weg te gaan slapen. Maar we komen nog tot Alice Springs, waar we 's avonds laat aankomen.

 We zoeken naar het Mc Donnel range Holliday camp. Dit is een prachtige camping. Er is een kookplaat waar je voor 20 cent 6 minuten kunt bakken. Hier kunnen we heerlijk vis eten zonder last van de stank in de campervan. Ook de douches zijn brandschoon.

De temperatuur gaat hier een stuk naar beneden als de zon onder gaat. Als de temperatuur naar beneden gaat hebben we ook minder last van de vliegenplaag.

Alice Springs heeft zich in zijn korte 125 jarige bestaan, ontwikkeld van een simpel telegraaf station tot een modern stadje. 's Zomers is het er erg warm en 's winters zijn de dagen erg lekker, maar de nachten koud. Het is de meest geïsoleerde stad in de outback. Morgen gaan we de stad bekijken. Vandaag genieten we van de “koele” avond.

 

Dag 202 Alice Springs.

TOP^

 

Royal flying Docter ServiceDe bezienswaardigheden van de stad liggen erg verspreid, maar de stad is klein genoeg om hem lopend kunnen verkennen. Omdat de camping een eindje buiten de stad ligt rijden we wel eerst met de camper naar het centrum.

We bezoeken de basis van de Royal Flying Dokter Service. Deze basis werd in 1939 gebouwd en bestrijkt een gebied rondom AS met een straal van 600 km, waar 16000 mensen wonen. Men kan het hele gebied in 2 uur bereiken. De mensen in de outback kunnen de basis bellen, vaak is dit hun enige verbinding met de buitenwereld. Tegenwoordig is de verbinding per radio de back up van de telefoon. Er zijn hier 6 teams van dokter, verpleegkundige en een piloot en daarnaast nog 3 onderhoudsmonteurs. De mooie en knappe verpleegkundigen en piloten uit de vroegere serie zijn vandaag niet aanwezig, wij moeten het doen met enkele struise verpleegkundigen. Een andere belangrijke bezigheid voor de piloten is medisch vervoer. In Nederland worden patiënten tussen ziekenhuizen met de ambulance vervoerd, mocht dat nodig zijn. Hier is zoiets simpels onmogelijk door de enorme afstanden. De vliegtuigen van de RFDS doen dit dus ook, het 'normale' ambulancevervoer. Hulp bij noodgevallen, 'vliegende' bezoekuren, medische consultatie en ambulance vervoer. Allemaal taken van de RFDS. Alleen de grootheid van het gebied maakt alle taken enorm omslachtig en kostbaar. Toch verwachten we dit soort medische dekking van een overheid. Zowel in Australië als in Nederland. Daarom vinden we het erg raar om te horen dat de RFDS niet 100% gesteund wordt door de Australische overheid! De overheid dekt alleen de medische kosten (circa 75% van het budget). De andere 25%, de kosten van de vliegtuigen en piloten, worden niet betaald door de overheid! Terwijl de vliegtuigen en piloten essentieel zijn voor de Flying Doctors. De basis heeft dus één persoon fulltime in dienst voor additionele fondsenwerving. De resterende 25% moet de RFDS namelijk van donaties hebben. Zonder donaties zouden de doctoren niet kunnen vliegen en zou 80% van Australië geen medische dekking hebben! Gelukkig realiseren de meeste Australiërs dat de RFDS onmisbaar is en er wordt veel gedoneerd. Er zijn in Australië vele pubs waar op de toonbank een collectebus staat. Er is hier ook een winkel waar spullen met het logo van de RFDS worden verkocht.

Een dame, die zelf ook in de outback is opgegroeid, verteld dat elk groot cattle station een eigen airstrip heeft. De RFDS gebruikt deze airstrips ook. Bij de afgelegen Cattle Stations worden de boodschappen en de post één keer per 14 dagen afgeleverd. De naaste buurman woont soms 100 km verderop.

 

Tegenover de Flying Doctors post staat een reptielen centrum. We wachten op de rondleiding die over een half uurtje gaat beginnen. Hier wordt heel veel verteld over de reptielen die hier leven. Zoals de Lizzards, Thorny Devil (erg klein, ondanks zijn naam), Guanna, python en andere slangen. Je kunt met een slang op de foto als je dat wilt. Wij blijven echter op veilige afstand. We bekijken de beesten wel die niet los rond kruipen.

De rest van de dag brengen we verder heerlijk door bij het zwembad op de camping en doen niet zo veel meer. Het is voor het eerst dat we het zwembadwater koud vinden.

´s Avonds eten we weer bij de BBQ. We treffen een Nederlands stel, dat al 11 maanden door Australië trekt. Het lijkt ons erg lang, maar zij hebben het nog prima naar hun zin. Het grappige is dat ze ook bij Elke´s backpackers zijn gestart. We kijken nog een poosje naar de ongelooflijk heldere sterren.

 

Dag 203 Alice Springs-Ayersrock

TOP^

 

We hebben heerlijk geslapen, we hebben het zelfs een beetje koud gehad met de achterdeur open. Omdat we nu niet zo veel zweten moeten we wel vaker plassen. We zijn vannacht maar samen naar het toilet gebouw gelopen.

We rijden vandaag via de Stuart Highway en Lassiter Highway naar de Ayers Rock, dit is bijna 500 km verder. Onderweg komen we een paar keer langs een road house, we stoppen bij een vriendelijk plaatsje, mount Ebenezer. Dit is van de aboriginals en de lokale kunst wordt hier verkocht. Je mag deze kunst fotograferen, maar de mensen buiten niet. Tot nu toe heb ik geen geluk om iemand op de foto te krijgen. Stoere aussie agenten met indrukwekkende pistolen houden naast ons ook een stop. We kopen een heerlijke ice koffie hier.

 

Nummerplaat OutbackAls we verder rijden zien we de Mount Conner liggen, van een afstand lijkt hij wel op de plaatjes van de Ayers Rock, het is ook een tafelberg. Maar ons doel is natuurlijk een van 's werelds grootste natuurlijke attracties, de monoliet Ayers Rock. Deze steekt hoog boven het woestijn landschap uit. De Rock wordt door de aboriginals Uluru genoemd. Archeologen zeggen dat ze hier in dit gebied al 10.000 jaar wonen. Ze noemen zich hier Anangu. Zij geloven dat de beide plaatsen, Uluru en Kata Tjuta, ontstaan zijn toen het landschap geschapen werd door hun voorouderlijke geesten, die ook de regels opstelden waaraan zij zich ook nu nog altijd houden. Ze geloven dat ze afstammen van deze voorouders en dat ze daarom verantwoordelijk zijn voor het landschap, dat zij beschermen en beheren. De Tjukurpa is hier een filosofie die hun antwoord geeft op fundamentele vragen over het bestaan. Het is de basis van hun geloof. Net zo als een huis een fundering nodig heeft, zo staat hun manier van leven op de Tjukurpa. Het is hun traditionele wet, die hun begeleid. Deze Tjukurpa wordt wel eens vertaald als “dromen”. Ze vinden dat dit geen recht doet. Het heeft een veel diepere complexe bedoeling. Het is een religieuze erfenis die ons wezen verklaart en onze gids is. Net als andere religies in de wereld heeft de Tjukurpa regels voor gedrag en samenleving. Het vertelt ook over de relatie tussen de mensen, dieren en planten. De belangrijkste voorouders zijn:

·         Mala – wallabie

·         Kuniya – python

·         Liru – bruine slang

Hun activiteiten worden bewezen door de rotstekeningen. Dit nationale park bestaat sinds 1958 en werd in 1987 op de werelderfgoed lijst gezet. Voor de aboriginals is dit gebied heilig en is in 1985 ook aan hen teruggegeven. De natuurlijke attracties kregen hun traditionele naam terug. Het land van de aboriginals wordt voor 99 jaar aan de regering verpacht, die het samen met de Anangu beheert.

We rijden eerst naar het bezoekerscentrum. Hier worden de bovenstaande verhalen verteld. Ook draait er een film waarin grote, dikke Aboriginal vrouwen hun borsten beschilderen. Ook worden er dansen uitgevoerd. We kopen een entree kaart voor drie dagen.

 

LizzardTja daar staan we dan, alweer een hoogte punt van onze reis. We rijden met de camper helemaal om Ayers Rock heen. Het is voor ons een indrukwekkende ervaring. De rots ziet er iedere keer weer anders uit. Je weet niet waar je allemaal foto's van moet maken, je blijft bezig. De zon schijnt prachtig op de rots, we zien heel mooie schaduwen. Gedeelten van de rots, waar veel gaten in zitten, mogen niet gefotografeerd worden want dit zijn de heilige plekken van de aboriginals.

Ook kunnen we de rots niet beklimmen omdat de temperatuur om acht uur 's ochtends al hoger was dan 36o C. Eigenlijk vinden we dit prima. Er is een pad naar de top, maar het staat sterk ter discussie. Het is een fysiek zeer zware klim van 1,6 km onder moeilijke omstandigheden. Ieder jaar sterven er toeristen aan een hartaanval of na een val. Het pad volgt het heilige pad dat de mannen namen bij belangrijke ceremonieën. De Anungu vragen bezoekers hun wens te respecteren en de rots niet te beklimmen.

Uluru is 3.6 km lang, 2,4 km breed en 348 m hoog. Hij bestaat uit een enkel stuk zandsteen, dat tot 5 km diep onder de grond zit. Het is niet alleen van grote culturele waarde, maar daarnaast ook een bijzonder natuurverschijnsel, dat tegen de schemering als de kleuren steeds veranderen het mooist is. De wetten van de Aboriginals staan overigens niet op papier maar zitten in hun hoofd.

Eén van de verhalen uit de Tjukurpa rond Uluru speelt zich af rondom het Mutjitulu waterhole, gelegen aan de zuidzijde. Hier heeft de python voorouder Kuniya een gevecht geleverd met Liru, een giftige slang die haar neef heeft vermoord. De tekenen van dit gevecht zijn nog altijd zichtbaar in de omgeving van het meertje: de wonden van Liru in de rotswand van Uluru, zijn gebroken schild aan de basis en het gif dat Kuniya in haar woede spuwde in de bodem. De vruchten van de nabije vijgenbomen zijn giftig op deze plaats, hoewel ze normaliter een standaard onderdeel van het Aboriginaldieet vormen. In het meertje zelf huist nog altijd Kuniya, die als boeman dienst doet in kinderverhalen om te voorkomen dat zij hier zouden zwemmen. Ayers Rock 4x De geur van mensen zou het dorstige wild afschrikken en zo een uitgelezen jachtgrond verpesten (wat dan ook prompt gebeurde toen de eerste blanke ontdekkingsreizigers hier aankwamen). Om zelf water van het meertje te drinken groeven de Anangu, terwijl ze Kuniya aanriepen, op enkele tientallen meters afstand een gat dat zich vervolgens vulde, zonder een spoor achter te laten in de bron. Het illustreert hoe de legenden dienen als leidraad om te overleven in harmonie met deze omgeving. Er bestaan honderden van deze verhalen die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Samen vormen zij een complex stelsel van praktische kennis, ethische wetten en religie.

We zien op onze ronde om de rots een grote lizzard en maken er snel een foto van. Verder lopen we er in een boog omheen. Ze kunnen bijten en hebben erg scherpe klauwen. We rijden met de camper naar de plaats waar je de zonsondergang het beste kunt bekijken. Er staan al heel veel auto´s en campers.

De zonsondergang op de rots is ook schitterend om te zien. De rots verandert in een half uurtje van warm rood naar een koel paars rood. Hierna wil iedereen die hier ook naar kijkt weer weg. We rijden de 25 km in colonne naar de camping. We komen in het donker aan en weten niet hoe het er hier uitziet, maar het is de enige mogelijkheid hier. Natuurlijk is het hier duurder dan normaal. We zullen morgen wel zien waar we terecht gekomen zijn.

We krijgen een kaartje bij de receptie dat we moeten laten zien als we een drankje gaan kopen. De aboriginals hier hebben net als overal een enorm drankprobleem.

Tijdens het eten koken in de centrale keuken op de camping zitten er ook weer allemaal aardige Australiërs.

 

Dag 204 Yulara

TOP^

 

We staan om 5.30 uur op. Aankleden en snel naar de rots. Om 6.45 uur komt de zon vandaag op. De fuik waar het vast loopt is aan het ticket office. Er is hier geen aparte toegang voor mensen die al een kaart hebben. Er staan al net zo veel mensen als gisteravond te wachten. We zijn ruim op tijd en zetten eerst maar een kopje koffie. Dat is het heerlijke van een camper.

De zonsopkomst vinden we niet zo spectaculair als de ondergang. Om 7.00 uur is de beklimming van de rots nog open. We doen dit maar niet. We lopen nu om de Ayers Rock heen. We zien schuilplaatsen met tekeningen. Er zijn drie heilige plaatsen. Eén waar alleen mannen mogen komen, één alleen bestemd voor vrouwen en één voor beide geslachten. Hier mag ook niet gefotografeerd worden. Dit geldt niet alleen voor de Anangu wetten maar ook voor de Northern Territory wetten.

 

Thorny DevilNa 3 uren lopen en vaak stilstaan om bewonderend te kijken, hebben we het rondje gemaakt. Omdat het vorig jaar bijna niet geregend heeft en dit jaar wel, zijn er ontzettend veel vliegen volgens een Australiër die we spreken.

Als we met de camper terug rijden naar de camping, zien we een thorny devil op de weg lopen. Hij blijft rustig zitten. Hij heeft een beetje een schutkleur. Als we hem naar de kant jagen verdwijnt hij snel in het lange gras.

Op de camping gaan we lekker zwemmen. Het water is hier echt steenkoud. We snappen er niets van want de bovenlucht is wel 38° C, zouden ze het water van het zwembad koelen? We laten ons door de zon maar weer opwarmen.

Om half vier gaan we richting de Olga´s. De aboriginals noemen dit: Kata Tjuta. Wat veel hoofden betekent. Het is een groep grote, ronde rotskoepels, 42 km ten westen van Uluru. Het bestaat niet uit één grote rots, maar een heel systeem van kloven en valleien waarin je rond kunt dwalen. Het is een spookachtige, rustige spirituele plaats, die voor het Anangu volk even belangrijk is als Uluru, maar waarover minder verhalen bekend zijn. Dit komt omdat deze verhalen alleen bij de ingewijde mannen van de stam bekend zijn. De grootste rots, Mount Olga, is 546 m hoog, bijna 200 m hoger dan Uluru. Halverwege de beide rotsen staat een uitzichtpunt tussen de zandduinen. Aan de ene kant zie je de Olga´s en aan de andere kant de Ayers Rock. Erg mooi! We rijden verder naar het sunset point van de Kata Tjuta. We zijn een beetje te vroeg. We gaan hier lekker zitten en het verslag bijwerken. Ik heb nog nooit op zo´n mooie plek geschreven. De zonsondergang is schitterend. We moeten wel lachen als er een bus aan komt. Het is vast een chique tour. Als de mensen uitgestapt zijn, komen de koelboxen uit de bus. Hierin zitten flessen champagne. Iedereen krijgt champagne in een echt glas.

We moeten toegeven dat het wel bijzonder is, zo´n mooie zonsondergang te vieren met een glaasje champagne.

We gaan ´s avonds in een soort eetschuur wat patat halen. Het is er niet gezellig. We eten een kipburger en patat. Het zijn hier wel enorme porties. Om half negen zijn we weer op de camping. We zijn zo moe van al de indrukken dat we meteen ons bed in kruipen.

Dag 205 Yurala

 

Vandaag moet er weer vroeg opgestaan worden. We gaan om 5.30 uur naar het Kata Tjuta viewing point. Het is een zandduin met een trap. Je ziet de zon opkomen boven de beide heilige rotsen. We vinden die boven de Uluru het mooist. Er zijn een paar wolken en die verkleuren schitterend rood. De Olga´s verkleuren van paarsachtig naar roodbruin. Nu eerst maar een kopje koffie en een broodje. Als we hier lekker zitten komen er mensen aan ons vragen of we benzine over hebben. Even verder op staan mensen zonder benzine. Maar niemand heeft een jerrycan bij zich.

We beginnen aan de wandeling door de vallei van de winden. Het begin is best pittig, we zijn blij met onze bergschoenen. We moeten bij een steile rots opklimmen. Maar we worden beloond met prachtige uitzichten. We horen de wind, de vogels en stilte. Ook deze wandeling door de kloof, wordt om 11.00 uur gesloten als de temperatuur boven de 36° C komt. Het zand en de rots worden ook door de zon verwarmd en die geven dan ook nog warmte af. Wij lopen in de kloof nog in de schaduw. Later wordt het anders. En schijnt de zon ook hier. Als we de kloof uit zijn wordt het landschap anders. Het wordt weer vlakker en het loopt weer wat gemakkelijker. We zijn nu in de vallei van de wind gekomen. De vliegen zijn net als overal tot nu toe vreselijk vervelend. De Olga's zijn veel ruiger dan de Ayers Rock, deze wandeling is dan ook veel mooier. We hebben gelukkig genoeg eten en drinken bij ons. We zweten hier wat af. Het laatste stuk moet er weer wat geklommen worden. We zijn wel erg moe, maar het was de inspanning meer dan waard. Ayers rock is zandsteen, maar de Olga´s zijn van graniet en basaltgravel aan elkaar geplakt door modder en zand. We komen een groep oudere mensen tegen. Zij lopen met hun gids maar een heel klein stukje. We zijn blij dat we het op ons eigen houtje doen hier. We zouden heel wat hebben gemist.

 

We gaan nog naar de Walpa Gorge. We wandelen door de kloof. De rotsen staan bijna loodrecht omhoog. Ook hier zijn enorm veel vogels. De kloof loopt dood in een meertje. We stoppen nog een keer bij de afslag naar Docker River. Dit is een gravel road. Je moet hier een permit voor hebben. Er staat een rood bord met de waarschuwing dat er de komende 1100 km geen benzine te krijgen is. We nemen een foto van het bord en ook van een bord met een kangaroe er op. Iedereen roept dat je die borden hier overal ziet, maar voor ons is dit de eerste keer.

 

We hebben het verschrikkelijk warm, maar gaan toch eerst maar boodschappen doen in Yulara. Het is wel een gezellig toeristen oord. Eenmaal op de camping gaan we lekker zwemmen. We worden een beetje gek van de vliegen. We vragen ons af of we naar de Kings Canyon moeten rijden of meteen door gaan naar de Mc Donnell Ranges. Van de mensen die we spreken vindt de één het prachtig en de ander niks. We gaan er morgen toch maar heen om het zelf te ontdekken.

 

Dag 206 Yulara-Kings Canyon

TOP^

 

We gaan vandaag de 300 km naar de Kings Canyon rijden. Het is een mooie rit. De eerste stop is bij de Mt. Conner. Dan rijden we door. Om 12.00 uur zijn we bij de Kings Cayon. Het is in het Watarrka National Park gelegen. Ook hier zijn weer de heilige plaatsen van de Aboriginals. Het park is sinds 1989 open voor toeristen.

De beste manier om de Canyon te verkennen is te lopen. We beginnen met de 6 km rondwandeling. Dit hoort gemakkelijk, maar de wandeling is erg zwaar. We mogen de wandeling alleen met de klok mee lopen, niet omdat het net als in Tibet bij een geloof hoort, maar de andere kant is voor georganiseerde groepen. Waarom? We weten het niet. Er staan grote borden met: Go Back. We denken dat de gidsen geen mensen willen hebben, die bij een uitleg van hen blijven staan luisteren. We doen het maar netjes zo als het hoort. Het begint met een erg steile klim van 300 meter omhoog. Ik heb hier erg veel moeite mee, het gaat Bert beter af. We zijn ook een beetje te laat begonnen. De stenen geven al veel warmte af. Gelukkig is het een beetje bewolkt zodat we ook zo nu en dan een beetje schaduw hebben. In de zon is het wel erg heet. De temperatuur is al zo'n 360 C. Maar uiteindelijk komen we toch boven, Het is alweer erg mooi, de wanden van de canyon gaan 270 meter loodrecht naar beneden.

De wanden van de Canyon zijn gevormd door een miljoenen jaren durend erosie proces. Ze bevatten zeefossielen er moeten zelfs sporen zijn van de golfslag van de oude zee. Deze hebben wij niet gezien, daar heb je waarschijnlijk de gids voor nodig.

Beneden in de canyon ligt een soort oase met palmen. We hebben indrukwekkende uitzichten op het vlakke achterland, en de tot bijenkorfvormen geërodeerde rotsen op het plateau maken dit tot één van de spectaculairste wandelingen op onze reis. We horen allemaal vreemde geluiden, het blijkt van een roofvogel te komen. Het klinkt wel heel mysterieus in dit vreemde rode landschap. Achterin de canyon ligt in een hoge inkeping de “Garden of Eden” verscholen. Deze wordt gevoed door een stroom die eindigt in een meertje. Door de vele, vaak zeldzame, planten, stamvarens en Eucalyptusbomen die beschutting bieden aan tientallen soorten vogels, hagedissen en insecten is dit werkelijk een verscholen paradijsje. Halverwege is een brug gemaakt om de canyon over te steken. Er zitten ontzettend veel vogels. Ook is er een waterpoel. Na uren met z´n tweetjes te hebben gelopen komen er grote groepen mensen van de andere kant. De rust is dan even ver te zoeken. De vliegen zijn ook weer erg vervelend. We zweten erg en dit vinden ze blijkbaar lekker. We hebben al het water dat we bij ons hebben wel nodig. Vooral Bert heeft het moeilijk met het laatste stuk. De afdaling aan deze kant van de canyon is een stuk eenvoudiger dan de klim naar boven in het begin. We zien ons campertje van boven al in de verte staan. We besluiten naar een luxe camping te gaan met een zwembad. We krijgen een plekje achteraan op de camping en hebben een prachtig uitzicht op de canyon. We gaan meteen even lekker zwemmen. Ook hier is de watertemperatuur niet echt hoog, maar we frissen er heerlijk van op. Als we later koffie gaan zetten smaakt het een beetje naar chloor. Maar dat nemen we op de koop toe. Dit is toch pure luxe: met een kopje koffie voor ons campertje en uitzicht op de Kings Canyon.

Bert probeert de zolen van zijn schoenen weer te plakken. Ze zijn niet zo best meer. We moeten in Nieuw Zeeland maar eens verder kijken.

We liggen om 8 uur al in bed. Het is een beetje te zwaar voor Bert geweest. We worden om 23.30 uur weer wakker met een verschrikkelijke dorst. Toch tijdens het lopen te weinig gedronken blijkbaar.

 

Dag 207 Kings Canyon

 

We ontbijten maar weer in de camper. Het is door al de vliegen buiten niet te wezen. We gaan maar zo snel mogelijk rijden. De afstand naar Alice Springs is 500 km.

We zien onderweg veel dode wallabies langs de kant van de weg liggen. Ook heeft iemand er een hobby van gemaakt om de borden langs de weg te versieren. Een kangaroe staat op ski's en koeien hebben hoorntjes. Het eerste stuk van de weg doet ons een beetje aan Jemen denken. Het is ook zo woestijnachtig, maar hier is de grond veel roder van kleur. De weg is soms afgeschermd met een omheining, waardoor het vee niet zo de weg op kan lopen. We zien wel een guanna heel eigenwijs de weg oversteken. Ook zien we een cattle station met een airstrip. Als we tanken Warning vertelt de man van de pomp dat het dit jaar vreselijk is met de vliegen. We zijn het helemaal met hem eens. Maar dat het erger is dan andere jaren kunnen we natuurlijk niet beoordelen. De laatste regen is van vier weken geleden. De koeien eten gelijk met het groene gras, de torretjes op. De eitjes van de muggen worden dan niet door de torren opgegeten en komen allemaal uit. Tenminste zo iets begrijpen we uit zijn verhaal. Het is wat moeilijk te verstaan.

We moeten 140 km omrijden omdat wij geen 4WD hebben, de gravel road is te heftig voor ons campertje. We hebben het een stukje geprobeerd, maar het ging echt niet. We rijden al niet sneller dan 20 km/uur. Dan duurt 100 km ook erg lang. Alles rammelt en verzekeringstechnisch is het ook niet verantwoord. Dit is de eerste keer dat we denken dat een 4WD wel gemakkelijk zou zijn. Verder hebben we er nog geen behoefte aan gehad. Dit komt natuurlijk ook omdat er in het Kakadu park nog veel gesloten was.

Onderweg zien we een paar wervelstormpjes. Door de rode aarde kun je ze goed zien. Opeens zitten we er zelf midden in. We worden met camper en al naar de rechter rijbaan geduwd. Gelukkig zijn ook hier bijna nooit tegenliggers, maar we schrikken wel.

 

Om 15.00 uur zijn we weer in Alice Springs. We rijden langs het Old Ghan treinmuseum. De Ghantrein reed in 1929 voor het eerst van Alice Springs naar Adelaïd. Hij is genoemd naar de Afghanen die vroeger regelmatig langs deze route trokken. Bert vindt het jammer dat er geen locomotieven staan, enkel de rijtuigen. We rijden door naar dezelfde camping. Deze is ons goed bevallen de vorige keer. We moeten ook eens iets over nieuw Zeeland gaan lezen. We komen er steeds niet aan toe. Reizen, wandelen, slapen en verslag schrijven. Dan is er weer een dag voorbij. Toch wel een zwaar leven zo´n wereld reis!

Dag 208 Alice Springs

We rusten weer lekker een dagje uit bij het zwembad. Er staat een harde wind, maar het is wel warm. Je droogt vreselijk uit. We rijden even naar de stad. We hebben weer proviand nodig. Hierna nog even internetten. Voor de zoveelste keer laat ik een pennetje in mijn horloge zetten. Het horloge van Bert mist een knopje. Maar dat hebben ze hier niet. Men verkoopt hier alleen horloges. Maar we hebben nu in ieder geval weer en horloge dat het doet. De rest van de dag hangen we wat bij het zwembad.

 

Dag 209 Alice Springs

 

We zijn de vermoeidheid weer wat te boven. We gaan weer even mailen en internetten. We zoeken meteen naar campers in Nieuw Zeeland. We vragen verschillende offertes aan. We hebben 6 weken in Nieuw Zeeland gepland. In de maand mei zijn de prijzen een stuk lager.

Ook vandaag is het weer zonnig en onbewolkt weer. We kopen een Aboriginal kunstwerkje voor aan de muur. We zien erg mooie borden en beelden. Zelfs schitterend glaswerk. We zien echter geen kans om dit heel thuis te krijgen.

 

Dag 210 Alice Springs

 

Het is vandaag weer eens tijd voor wat actie. We gaan naar de "Billy Tea" en pancake. Dit schijnt iedere zondag hier op de camping te zijn. Achterop een auto staat een enorme bakplaat. Hier worden in één keer zo´n 15 á 20 pannenkoeken gebakken. Billy tea is een tea die op een houtvuur wordt gestookt in de outback. We smullen van dit (gratis) ontbijt. Iedereen die mee doet krijgt een stikker waar je je naam op moet schrijven en uit welk land je komt. Als je dan met elkaar aan tafel zit, komen de gesprekken vanzelf. De beroemde Australische vraag; hey mate, how you´re going en were you from? Hoeft men nu niet meer te stellen. Na al dit lekkers gaan we naar het,

West Mc. Donnel Nationalpark.

TOP^

Rock WalabieDe West Mc. Donnel is een sterk geërodeerd overblijfsel van een oude bergketen, die even hoog moet zijn geweest als het Himalaya gebergte. Hier zijn erg veel steile rotsen met spectaculaire rode gorges en diepe waterpoelen. Je kunt hier in zwemmen, maar het water is ijskoud. Deze woeste rotsformaties beginnen aan de stadsgrens van ‘the Alice’ en strekken zich meer dan 200 kilometer uit naar het westen. Ze domineren het woestijnlandschap in het centrum van the Northern Territory. De kleurrijke steile bergruggen, samengesteld uit lagen kwarts, kalksteen, steenkool en klei worden doorsneden door rivieren die zich in de loop van de tijd hebben ingegraven in loodrechte kloven van soms meer dan honderd meter diep. De rivieren staan het grootste gedeelte van het jaar droog, maar laten meertjes achter die een trekpleister vormen voor dieren zoals de rotswallabie en vormden duizenden jaren een ontmoetingsplaats, heiligdom of jachtgrond voor de hier levende Aborigines. Vele van de legenden uit de droomtijd - de mythische periode waarin voorouders in menselijke of dierlijke gedaante de wereld vormgaven en leefregels voor de mensen opstelden - zijn hier ontstaan. Bewijs van de aanwezigheid van Aborigines is nog op vele plaatsen te vinden in de vorm van rotsschilderingen.

Onderweg komen we het graf van Flynn, de oprichter van de Flying Dokters tegen. Het graf is al net zo lelijk als het monument. Men stapelt hier wat stenen op elkaar en klaar is het! Je hebt er weer een monument bij.

Never go without h2oWe rijden eerst naar de Simpsons Gap. De eerste in een reeks prachtige kloven. We zien hier 2 black footed rock wallabies. Ze zijn kleiner dan we gedacht hadden. Ze zitten keurig tussen de stenen. Eentje blijft rustig zitten net als of die zeggen wil: ben ik niet mooi? De volgende stop is de Standley Chasm. Een kloof met diepe rotswanden. We zijn hier op de juiste tijd. Om 11.00 uur wordt de kloof van één kant verlicht door de zon. De rotswand krijgt dan een schitterende warme kleur. We blijven een poosje zitten te kijken. Het is erg warm vandaag. De temperatuur is boven de 40 0. Ook wordt er nu overal gewaarschuwd tegen de hitte en dat je een hoed moet dragen. Verder staat er aan het begin van elke wandeling een groot bord met de tekst “Never Never Go Without H2O”. We zitten lekker in de schaduw van de rots bij te komen.

De volgende stop is Ellery Creek. Hier is een 18 meter diepe bron, de big hole, waar je kunt zwemmen. Maar we vinden het water zo stinken dat we ons daar niet aan wagen.

Serpentina Gorge is de volgende stop. Dit is een zeer nauwe kloof die is ontstaan door een vroegere rivier. De weg hier naar toe is een gravelweg. We rijden erg voorzichtig. Bert vindt 20 km eigenlijk nog te snel. Boven op de rots is een uitkijkpunt. Hier kun je de loop van de rivier bekijken. Midden in de Ranges liggen ook de Ochre Pits. Hiervandaan hebben de Aborigines de oker gehaald die het pigment vormde voor de oude rotstekeningen, maar die ook vandaag de dag wordt dit nog gebruikt.

We kunnen nog verder rijden naar Ormison Gorge. Maar we hebben nu al 3 schitterende gorges bekeken en rotswallabies gezien, dus vinden we het welletjes en rijden terug naar Alice Springs.

Dag 211 Alice Springs

We bezoeken de "largest classroom" van de wereld. De “school of the air” verzorgt de lessen voor de kinderen in de outback die niet naar school kunnen. Zoals de kinderen van de roadhouses, cattlestations, nationale parken en Aboriginal nederzettingen. Kortom ieder kind dat niet naar school kan gaan.

Het is begonnen toen een schooljuffrouw de kinderen die ze in de outback ontmoette, zo verschrikkelijk verlegen vond. Ze vond dat deze kinderen onderwijs nodig hadden. Ze wist alleen niet hoe ze dat voor elkaar kon krijgen. Totdat ze een uitzending van de flying dokters hoorde. Deze gaven medische voorlichting voor jonge moeders in de outback met hun radio. Wat voor moeders kan, kan ook voor kinderen dacht ze. En zo werd de eerste school les uitgezonden in 1952 vanaf het terrein van de flying docters. Het systeem werd steeds verbeterd. De lessen worden via de two-way radio gegeven. Ze zijn nu met een actie bezig om ieder kind een computer te geven met webcam. De lessen gaan dan via de computer. Ook de regering geeft voor dit project een bedrag van A$6 miljoen. Een keer per jaar gaat de leraar(es) bij de kinderen van haar klas op bezoek. Er wordt per leraar zo'n 50.000 km gereden in een 4WD. Ook komen de kinderen 1 per jaar een week naar AS om te spelen en te leren met andere kinderen. Deze school is de eerste en heeft een bereik van 1.13 miljoen km2.

AbiriginalBuiten komt de warmte ons tegemoet. We rijden naar het oude telegraaf station. Dit is de plaats waar Alice Springs is ontstaan. De telegraaflijn aanleggen in het hete droge centrum van Australië is een geweldige opgave geweest. Het gebouw is in 1870 gemaakt van lokale stenen. Het heeft gefunctioneerd tot 1932. In dit jaar werd het gebruikt als opvanghuis voor kinderen van blanke vaders en Aboriginal moeders. De kinderen werden zonder pardon bij hun moeders weggehaald. Het werd voor hun “ bestwil” gedaan. De vaders keken nooit meer naar de kinderen die ze verwekt hadden om. De moeders stonden er alleen voor om hun kinderen op te voeden. Soms ging dit niet zo geweldig en dit was de reden om het project op te zetten. De kinderen kregen hier een "juiste" Europese opvoeding. Ook kregen ze kansen om een "blanke" te trouwen. Mocht dit niet lukken dan konden ze altijd nog met elkaar trouwen. Het moet natuurlijk vreselijk geweest zijn. Sommige kinderen van toen hebben hun moeder later nog terug gevonden.

Het gebouw is gerestaureerd maar geeft nog steeds een goed idee hoe het harde leven hier geweest moet zijn. Er woonden een stationsmeester met zijn gezin, een gouvernante en 4 mannen om de telegraaf te bedienen. De oorspronkelijke bron is opgedroogd. We zien hier foto´s van Pasen 1998, toen heeft hier alles onder water gestaan. Het is bijna niet voor te stellen.

 

Dag 212 Alice Springs

 

Vandaag moet er gepoetst worden. We moeten ons campertje weer inleveren. We soppen hem goed uit. Dit is de eerste dag dat de zon niet schijnt. Het komt ons goed van pas. Om 10.00 uur moeten we van de camping af. We zetten de camper buiten de poort en gaan lekker bij het zwembad lezen.

Later kijken we even naar de mail. Er zijn twee aanbiedingen van campers in Nieuw Zeeland. Eén van Britz, deze is vrij duur en één van Kea campers. Deze biedt dezelfde camper aan als die we nu hebben. Ze hebben er nog maar twee, dus moeten we snel beslissen. We hebben een hostal, Toddy, in de stad besproken. We brengen de rugzakken er alvast heen. We rijden nog even naar Anzac hill waar we een mooi uitzicht hebben over de stad.

Dan naar de Britz vestiging. Gelukkig zonder schade want we hadden het eigen risico niet afgekocht. De man van Britz schrijft de km stand op, loopt om ons campertje heen en klaar is het. We hadden niet zo hoeven te poetsen want alle campers worden weer helemaal uitgesopt, of ze nu schoon zijn of vies. Weten we dat ook weer voor een volgende keer. Er wordt een taxi voor ons gebeld en ons campertje is niet meer van ons.

We hebben erg genoten van het reizen met de camper. We hebben dik 4000 km gereden met ons trouwe campertje. We zullen het: “hey mate, how you´re going” missen.

We vinden in de bookshop nog een boekje over Sydney. Dat lijkt ons wel handig. De kamer bij Toddy´s ziet er goed uit. Ook hier is iedereen weer ontzettend vriendelijk. Bert is gelukkig met de televisie. We horen dat de oorlog met Iran nog niet voorbij is. Later zien we zelfs een aflevering van E.R.

´s Avonds gaan we de stad nog even in. Veel is er niet te beleven.

 

Dag 113 Alice Springs–Sydney

TOP^

 

We nemen hier een gratis ontbijt. Ik denk chocolade pasta te eten. Hoewel het er veel op lijkt, is het iets totaal anders. Bert moet ontzettend lachen om mijn vieze gezicht.

Toddy´s place heeft gratis vervoer naar de luchthaven. Dat komt mooi uit. om 10.00 uur moeten we al van de kamer af. Om 10.15 uur gaat het busje. Een stoere Australiër met haar tot over zijn schouderbladen rijdt de bus.

Eenmaal op het vliegveld kunnen we meteen inchecken. Voor het eerst worden we met “Sars”, de nieuwe longziekte geconfronteerd. Op een zeer groot aanplakbiljet staat:

·         Hebt u koorts > 380

·         Heeft u contact gehad met iemand die SARS verdacht is

Het lijkt wel een beetje op de aids voorschriften. Onze vlucht is uitgesteld van 12.00 uur naar 13.15 uur. We hebben dus nog alle tijd. De volgende keer toch maar informeren van te voren, misschien gat het vliegtuig dan wel vroeger. We gaan maar een cappuccino drinken.

In het restaurant moeten we lachen. Er staat een tas op een tafel in het restaurant met een waterflesje. De politie loopt zenuwachtig om de tafel heen. Iedereen wordt weggestuurd uit het restaurant. Er komt een complete mobiele röntgen apparatuur aan te pas. De tas wordt door gelicht en nu kunnen wij ook zien dat er niets in de tas en de waterfles zit. De spullen worden weer opgeruimd en iedereen mag weer gaan zitten in het restaurant. Het zijn natuurlijk de normale veiligheids handelingen, maar toch! Met de oorlog in het achterhoofd en het feit dat Australië actief mee doet sinds de bom op Bali, wordt je wel even met je neus op de feiten gedrukt. Gelukkig gaat alles verder goed.

De vlucht naar Sydney duurt 3 uren en is wat ruw. Janneke wordt zelfs een beetje misselijk.

In Sydney op de luchthaven bellen we wat hostels, maar alles zit vol. Zelfs het YHA waar we heen wilden. Het is hier een vakantie periode. We gaan naar de boekings balie. Hier hebben ze alleen maar de duurdere hotels. Toch boeken we daar maar een hotel. Dit grapje kost A$105 per nacht.

We gaan met de shuttle bus naar ons hotel. Het ligt midden in het centrum van Sydney en is wel zeer luxe. Er staat een bankstel en er is een keuken met magnetron, bestek en een zeer luxe badkamer. Bert is zeer tevreden met de strijkplank en strijkbout. Hij wil zijn broeken wel eens gestreken hebben. De uitnodiging om dit eens voor hem te doen, wijs ik vriendelijk maar zeer beslist van de hand.

We gaan naar een supermarkt waar we twee magnetron maaltijden kopen.

Sydney´s belangrijkste wijken zijn: The Rocks, Circular Quai en Darling Harbour. Vooral in het gebied rond deze laatste twee havens is het goed toeven. Veel mensen in Australië beschouwen Circulair Quay als de geboorteplaats van Australië en het is dan ook het oudste deel van de stad. In het verleden besloot Engeland Australië als strafkolonie te gebruiken (de gevangenissen in Engeland zaten namelijk overvol) en in 1788 arriveerden de eerste schepen in Circular Quay. Aan boord bevonden zich de eerste 750 'overtollige' gevangenen (waaronder zo'n 150 vrouwen) en hun bewakers met hun vrouwen en kinderen. Zij stichtten de eerste nederzetting van de Europeanen in Australië, “The Rocks”. Uiteindelijk heeft Engeland gedurende een eeuw 168.000 gevangenen naar Australië gedeporteerd.

 

Dag 214 Sydney

 

We gaan niet zo vroeg op pad als we gewend zijn. Het is hier ook niet zo warm.

Op verkenning door Sydney lopen we de Wenthwort Avenue uit en komen langs de St Mary Cathedral. De beelden hier zijn allemaal ingepakt. Dit heeft iets met Pasen te maken. De kerk is vrij sober, maar heeft schitterende glas in lood ramen.

De volgende stop is de botanische tuin. Dit is een 30 ha grote oase in het hart van de stad. Er staan overal fonteinen en beelden. Op het uiterste puntje staat de Mrs. Macquarie Chair. Dit is het punt waar de vrouw van de gouverneur graag uitkeek over de haven. Hier zien we voor het eerst het opera house in de verte staan. Even verderop hebben fotografen bankjes neer gezet met de tekst er voor: Sydney 10 april 2003. Bert gaat er ook even op zitten en ik neem een foto met de brug er recht achter.

 

Tegare voor Opera HouseWe gaan hier even lekker zitten om alles even op ons in te laten werken. Alweer een hoogte punt. Via een baai lopen we naar het opera gebouw. We lopen de trappen op en bekijken de verschillende souvenirs winkeltjes. We boeken een rondleiding door het gebouw. Deze begint om 12.45 uur en we krijgen een bonnetje voor een kop koffie. We zitten even lekker op het terras alles te bekijken. We eten er onze broodjes bij.

Dan is het tijd voor de rondleiding. Geen enkel gebouw lijkt op het Opera House. De bouw was een architectonische uitdaging die 14 jaar geduurd heeft. De constructie was uniek en de hierbij behorende problemen ook. Er zijn in totaal 5 zalen. We zien er 2. Het Opera theater en de Concerthal. De stoelen zijn door een microchirurg ontworpen. Omdat voorstellingen lang duren moesten ze lekker zitten. Nu, dat is gelukt, ze zitten heerlijk. Het gebouw is zeer indrukwekkend. Dit komt o.a. door het glanzende effect, wat door duizenden witte geglazuurde tegels komt, die de zeilen (=dak) bedekken en zo het gebouw waterdicht houden.

Het gebouw is niet altijd geliefd geweest. Het was destijds een controversieel project. De architect Jorn Utzon, een Deen, won met dit ontwerp in 1958 een internationale prijsvraag. Wat niemand toen wist, had hij geen idee hoe de dak constructie moest worden. De proefmodellen stortten steeds in elkaar. Hij ging eerst uit van ovalen, wat later cirkels bleken te zijn.  Maar uiteindelijk is het gelukt. Utzon heeft het gebouw nooit af gezien. Er waren zo veel schandalen rondom de bouw, nieuwe politici die het goedkoper wilden doen, dat Utzon in 1966, na 9 jaar aan het project te hebben gewerkt, gedwongen was ontslag te nemen. Zeven jaar en 3 Australische architecten later was het gebouw in 1973 klaar.

 

We lopen naar Circular Quay. Hier vertrekken de rondvaart boten door de haven. Aan de “ straatkant” vertrekken de bussen. Ook hier veel terrasjes en ijstentjes. We gunnen ons nu geen tijd hiervoor en lopen we naar de beroemde Sydney Harbour Bridge. Deze 134 meter hoge brug werd in 1932 voltooid en verbindt het noordelijke en het zuidelijke deel van Sydney met elkaar. In de volksmond wordt het de “klerenhanger” genoemd.

We wandelen onder de brug door en lopen een stuk over de brug heen en hebben een mooi uitzicht op het Sydney Opera House dat aan de overkant van de haven, op Bennelong Point ligt. Dan blijkt dat het zelfs mogelijk is een bridgeclimb te boeken, waarbij je óver de bogen van de brug loopt. Dit toeristisch uitje is echter wat prijzig; de bridgeclimb kost op doordeweekse dagen maar liefst A$130 en 's avonds is het nog iets duurder n.l. A$170. Zoveel geld hebben we er niet voor over en we beperken ons tot een "normale wandeling" over de brug. We kunnen wel goed zien hoe toeristen over de stalen constructie naar de top van de brug lopen. Door deze kleine "poppetjes" kunnen we pas goed zien hoe enorm groot deze brug is.

Wij beperken ons tot de look-out op een pylon. We worden er bijna weggespoeld, zo begint het te regenen. Dat zijn we niet meer gewend. Gelukkig hebben we de regencapes bij ons. Als de bui over is trekt Bert de capuchon van de regencape. We worden wel beloond met een schitterende regenboog achter het opera house. We zijn moe van al het geloop en de indrukken. We kopen een magnetron maaltijd, dan hoeven we niet meer op stap voor een avond maaltijd. Als we de TV aanzetten zien we dat hier in Sydney de Irakezen het feit vieren dat Sadam Hoessein is afgezet. We hebben wel veel politie gezien, maar verder niets.

 

Dag 215 Sydney

 

We varen met een ferry naar Manly. Deze wijk ligt zowel aan de oceaan als aan de haven. Het is een geweldige boottocht. We varen langs de Harbour bridge en het Opera house. Ook langs Fort Denison. Op dit kleine rots eilandje werden de gevangenen vastgezet. Het waait stevig. Het gaat op dit stuk van de haven, waar het op de oceaan uitkomt, flink te keer. We gaan niet naar het aquarium wat op Manly staat. We nemen de eerste boot weer terug naar de Quai. Hier boeken we een toer naar de Blue Mountains.

Na wat gegeten te hebben verkennen we Darling Harbour. Deze haven is helemaal gemoderniseerd. We gaan in het Imaxtheater een 3D -film bekijken. Je krijgt een bril op en dan is het net of je het aan kunt raken. Zonder bril zie je gewoon een dubbel beeld. De film gaat over het ruimte veer Discovery. We zien de training en het werk van de astronauten. Zo hebben we dus ook nog een reisje door het heelal gemaakt.

Als we uit het theater komen is het al weer 17.00 uur. We lopen de haven rond. De eethuisjes hier lijken erg gezellig, maar hanteren ook fikse prijzen. Ook zien we hier veel “vrijdag middag” borrelaars. Veel mannen en vrouwen in het nette pak aan de borrel. De souvenirs die hier verkocht worden vinden we niet geweldig.

 

Het Queen Victoria gebouw is oorspronkelijk een markthal geweest in 1898. Het heeft een koperen koepel en een glazen dak. Het is nu na een dure restauratie een luxe shopping mall geworden. Er zijn 190 winkels. De vloeren zijn gelegd met mozaïek tegels. De liften zijn nog antiek, net als de trappen. Er zijn twee schitterende klokken. Deze laten op het hele uur voorstellingen zien. Op de onderste loopt een aboriginal rond. De bovenste laat oorlogs voorstellingen zien.

We gaan iets eten in China town. Als we de mail lezen balen we een beetje. De camper die we willen is al verhuurd. Er is natuurlijk wel een duurdere. Maar we vinden NZ$ 141 per dag te duur.

We zien een paar tevaatjes. Verschrikkelijk duur, maar wel noodzakelijk

Als we ´s avonds de TV aanzetten dringt het eerst niet eens tot ons door dat we naar een Nederlands programma kijken met engelse ondertiteling.

 

Dag 216 Blue Mountains

TOP^

 

We worden precies op tijd opgehaald en naar een verzamelplek gereden. De bus is lang niet vol. Omdat het zaterdag is zijn we Sydney snel uit. Blue Mountains National Park ligt ongeveer 100 kilometer ten westen van Sydney. We rijden over de M4 Motorway. Een mooie snelweg als je bedenkt dat in 1788 de eerste poging ondernomen werd om vanuit Sydney een doorgang door de Blue Mountains te vinden. Ontdekkingsreizigers hebben toen zo'n 25 jaar vergeefs naar een doorgang

gezocht, voordat iemand op het idee kwam het eens aan de Aboriginals te vragen. Pas in 1813 konden drie mannen en hun gevolg op zoek naar vruchtbare landbouw- en weidegrond aan de andere kant van het gebergte. Leve de vooruitgang!

We lezen dat de Blue Mountains hun naam danken aan de blauwe waas die vaak boven de bergen te zien is. In het natuurgebied staan veel eucalyptusbomen. De olie die deze bomen bevatten, verdampt en blijft boven de bomen hangen. Als je er van ver naar kijkt, zie je de voor dit gebied kenmerkende blauwgrijze nevel.

De Blue Mountains maken deel uit van de Great Dividing Range, een scheidingswand tussen Sydney en het westen van New South Wales. De Blue Mountains zijn eigenlijk geen bergen, maar een soort "canyon" met steile kliffen, diepe ravijnen en eucalyptusbossen. Diverse rivieren hebben diepe kloven in het berggebied geslepen.

We bezoeken eerst het Featherdale Wildlive park. Hier zijn vrij veel Koala´s. Het zijn net knuffelbeertjes. Ze slapen bijna allemaal in een boom. Verder heel veel wallabies en kangeroe´s. Je kunt voer voor ze kopen. Het is wel leuk, maar we hebben mooiere parken gezien. We maken hier een wandeling met een gids en genieten van de mooie uitzichten over de Blue Mountains.

De eerste stop maken we in Katoomba, een belangrijk toeristisch centrum in de Blue Mountains. We gaan hier iets eten bij een bakkerij. Een heerlijk bruin broodje met een tonijn salade. Als we rondlopen zien we winkels die nog steeds of alweer kerstspullen verkopen.

De tweede stop is in de Jamison Valle, naar Katoomba Scenic Railway, een treintje dat bijna loodrecht langs de rotswand op en neer gaat. Er wordt gezegd dat dit de steilste spoorlijn ter wereld is. The Scenic Railway werd in 1878 gebouwd voor het transport van kolen en arbeiders voor een kolenmijn in Jamison Valley. We delen het treintje met een paar Japanners. We stappen in een met gaas overkapt treintje. De bankjes staan in de slaapstand en dat is logisch omdat we met behoorlijke snelheid en in een hoek van 52° omlaag door een heel smalle kloof afdalen. De rit wordt begeleid door de filmmuziek van Indiana Jones. Dit is niet te vergelijken met een achtbaan, maar de Japanners denken hier anders over. Ze gillen hun longen uit hun lijf en het lijkt wel of heel Japan achter ons in het treintje zit. Het treintje is inderdaad erg steil, maar lang duurt de rit niet. Binnen een minuut staan we beneden in Jamison Valley. Men heeft hier Scenic World gecreëerd, een park waar diverse (korte en lange) wandelroutes zijn uitgezet. Een gedeelte van de routes loopt over een boardwalk. Teksten op bordjes geven uitleg over de vogels, de planten en de bomen, waarvan de oudsten wel 500 jaar oud zijn. In de bomen krijsen papagaaien en kaketoes of hun leven ervan af hangt. Vanuit deze canyon hebben we een prachtig uitzicht op The Three Sisters.

De Three Sisters danken hun naam aan een Aboriginal legende. Het verhaal vertelt dat drie Aboriginal zussen verliefd werden op drie broers van een andere stam. De vader van de meisjes voelde echter niets voor een verbintenis tussen beide families. De broers besloten daarop om de meisjes te kidnappen, maar het complot werd ontdekt en er braken gevechten uit tussen de stammen. Tijdens de gevechten richtte de dorpswijze een magisch bot op de zussen en veranderde de meisjes in steen zodat ze niet meer ontvoerd konden worden. De meeste mannen van hun stam sneuvelden in de strijd. Ook de wijze man stierf, zodat de zussen voor eeuwig versteend zullen blijven.

 

Opera house en Harbour BridgeDe mensen zijn gelukkig allemaal steeds op tijd bij de bus. Dus dat is wel prettig.

Maar we voelen ons er niet helemaal happy bij. Je hebt een afgemeten tijd bij de bezienswaardigheden. Maar de Blue Mountains zijn erg mooi en zeker een bezoek waard.

We rijden langs het olympisch dorp in Home Bush Bay. Het zegt ons niet zo veel. Veel accommodaties zijn kleiner gemaakt omdat het onderhoud te duur werd. Wat wel gek is: als je hier wilt sporten, en je komt per auto, moet je eerst een parkeerplek in de garage reserveren. Zo heb je hier nooit parkeer problemen en vol is vol. We worden door de bus bij de rivier afgezet en varen dan verder met een snelboot weer terug naar Sydney. Het is al donker als we onder de Harbour Bridge doorvaren.

We gaan hier gelijk wat eten en kijken naar de mail. We hebben in ieder geval onderdak in de YHO. De camper laten we maar. We zullen het wel zien in Christchurch.

We komen veel mensen tegen in avondkleding. Het ziet er allemaal erg mooi uit. alleen vinden we de vrouwen wel erg bloot. Zo warm hebben wij het met de jassen aan ook weer niet.

 

Dag 217 Sydney

 

We hebben nog een dag om Sydney te bekijken. We vinden het een zeer plezierige stad. Zelfs een van de beste die we gezien hebben tot nu toe. Schoon, levendig en veel te zien. Vandaag staat Darling Harbour op ons programma. Hier is in de weekends van alles te doen. Vandaag is er een “Thaise” dag met dans, eten, en heel veel mensen. Op de Harbour Walk zijn veel cafeetjes en eethuisjes. Ook is er een national Aboriginal Cultural Center. Dit gaat helemaal over de outback. We treffen het. Er wordt net een demonstratie concertje op de didgeridoo gegeven. Natuurlijk worden hierna de CD´s te koop aangeboden, maar het is helemaal niet opdringerig.

De didgeridoo is een door termieten uitgeholde boomstam. Het mondstuk is van bijenwas. Hoe groter de opening aan de onderkant, hoe meer geluid eruit komt. De kunst van het bespelen is tegelijk door je neus inademen en blazen. Dit leer je niet zo maar. We lopen over een voetbrug naar de andere kant van de haven. Het is overal een gezellige drukte. We horen het leger des Heils spelen. We missen de ferry naar Circular Quai, maar lopen is eigenlijk wel zo leuk. Er zijn heel veel mensen op straat. Ook veel straatartiesten. Bij de Quai wordt een straatmarkt gehouden. We kopen een flesje tree tree oil. We gaan een galerie met schitterend glaswerk in. We willen het allemaal wel meenemen. Ook ligt er een groot cruise schip in de haven. De kade is meteen helemaal vol. We ploffen neer op een terrasje voor een lekkere cappuccino. We kijken nog een laatste keer naar de brug voor we weer hotelwaarts gaan.

Onderweg bij het mooi verlichte stadhuis staat een doedelzakspeler. Gasten worden met grote luxe auto´s aangevoerd. We blijven even naar al de pracht en praal en de schitterende avondkleding kijken.

 

In het hotel gaan we een was draaien en drogen. Het is onvoorstelbaar dat Australië nu ook al voorbij is. De tijd vliegt. Ook Australië is weer een topper voor ons. We betalen het hotel alvast maar. Dit slaat een flink gat in de begroting, maar het is wel erg lekker wat luxe zo nu en dan. We moeten morgen weer vroeg op. Omdat we op het vliegveld hebben geboekt betalen we A$ 105 i.p.v. A$ 125 per nacht dat is weer een meevallertje. Nu door naar Nieuw Zeeland!!!!!!!!!

Naar Foto´s  van Australië

Vorig verslag (Java/Bali) Volgend verslag (Nieuw-Zeeland) TOP^

©www.tweereizigers.nl