Reisverslag van dag tot dag: Maleisië

JerantutTaman Negara - Kuala LumpurMalakka  

Dag 141 Bangkok-Singapore

We staan op tijd op nemen een lekker ontbijt, pakken de rugzakken weer in. Met de bus van 8.30 uur gaan we weer naar het vliegveld. We zitten midden in de spits. Het duurt ruim een uur voordat we er zijn. Maar ons vliegtuig vertrekt pas om 12 uur, we zijn dus vroeg genoeg. Het vliegtuig vertrekt precies op tijd. Onderweg kunnen we computerspelletjes doen, zoals: hangman en vier op een rij. Ook wordt er een heerlijke lunch verstrekt. Als we geland zijn en door de douane zijn, nemen we een busje naar het YMCA.  Gelukkig hebben ze een kamer voor ons. We vinden het wel erg duur. S$100  per nacht. Maar de kamer is wel ontzettend mooi. We gaan meteen door naar het station voor een trein kaartje. Dit lukt allemaal. We moeten alleen even zoeken waar de bussen stoppen. Onderweg komen we er achter dat de blauwe thermosfles uit de rugzak is gevallen. Dat is wel even balen. Waarschijnlijk al in het vliegtuig. Ik vind het erg vervelend. We hebben hem van Judith gekregen. 

Singapore is een erg drukkke stad, maar wel overzichtelijk. De auto´s stoppen als je voor een zebra staat. Je tenen worden er hier niet bijna afgereden. We eten wat in een shopping mall. Ook slaan we eten in voor de trein. Bert verstuurt een e-mail dat we veilig zijn aangekomen en meteen doorgaan naar Maleisië. Hierna gaan we even lekker genieten van een douche in een zeer schone en luxe badkamer. Dikke handdoeken en een heerlijk zacht bed. We besluiten hier meteen te reserveren voor als we weer terug komen uit Maleisië.

Dag 142 Singapore-Jerantut

TOP^

Na een overheerlijk en uitgebreid ontbijt stappen we op de bus naar het station. We zijn het er over eens dat we gemakkelijk aan de luxe kunnen wennen. Hier op het station staat al: Welcome to Malaisia. We wisselen alvast een paar Singaporese dollars voor Ringgits. We moeten ons paspoort laten zien en kunnen dan de trein in. Voordat we het perron oplopen, passeren we de Maleisische douane. We bevinden ons hier al op Maleisisch grondgebied omdat het treinstation en de spoorbaan eigendom is van Maleisië. Reizigers met een Nederlandse nationaliteit hebben geen visum nodig voor een verblijf tot maximaal drie maanden, maar uiteraard moeten wel de nodige formulieren worden ingevuld. We krijgen nog geen stempel in ons paspoort. Die krijgen we pas als we Maleisië weer verlaten. We hebben gereserveerde plaatsen in een treincoupé met veel beenruimte en airconditioning.

Na een half uurtje treinen moeten we de trein verlaten voor de Singaporese douane formaliteiten. We verlaten nu officieel Singapore en kunnen Maleisië toevoegen aan ons lijstje van bezochte landen. Selemat Datang Ke Malaysia (welkom in Maleisië). Bij de douane post is niemand te bekennen. De bagage blijft ook in de trein. We kunnen zo de trein weer in. Het is door de airco, die op volle toeren staat te blazen wel erg koud in de trein. 

Jerantut ligt op deTumpat Gemas railway, de jungle railway. We hebben de stoptrein. Deze rijdt alleen overdag. De reis duurt 8 uren. We zitten erg comfortabel en hebben 4 stoelen met een tafeltje in het midden. Vanuit de trein hebben we uitzicht op palmbossen en een enkel dorp. De trein stopt af en toe bij een klein stationnetje. Het is maar goed dat we niet in de toekomst kunnen kijken, want nog géén week later zal dezelfde trein, door zware regenval veroorzaakte overstromingen, ontsporen op hetzelfde traject als waar wij nu op rijden. De palmbomen langs de kant zorgen voor de productie van palmolie. Ook is hier veel woud gekapt, om rubberbomen te planten. Niet iedereen is hier gelukkig mee. Beide grondstoffen, rubber en palmolie, worden in de industrie landen voor de vervaardiging van talloze producten gebruikt. De productie van beide grondstoffen is in Maleisië meer verantwoordelijk voor de inkrimping van het regenwoud dan de handel in tropisch hardhout dat is.

Precies op tijd komen we in Jerantut aan. Er staat een trout van een guesthouse ons op te wachten. We willen naar het Greenpark guesthouse. Dat staat erg goed omschreven in de lonely planet. De eigenaar hiervan is ook een gids geweest in het Taman Negara. We moeten wel even zoeken. Het gusthouse blijkt verhuist te zijn en staat nu naast de moskee. Als we het eindelijk gevonden hebben valt het verschrikkelijk tegen. Maar we betalen ook maar 10 MR (€ 2,50). Als we vragen of hier ook een ATM is brengen ze ons voor niets naar het centrum. Dat is toch wel heel aardig. We gaan meteen iets eten bij de food stalls. Hier zitten meerdere toeristen. We vragen een ander stel waar zij logeren. Zij zijn met de man die bij de trein stond, meegegaan. Dat blijkt ook niets te zijn. Verder is hier niets te beleven.

Men maakt zich hier klaar voor de viering van het Chinees Nieuwjaar. Grote pakketten met luxe artikelen in cellofaan verpakt staan klaar in de plaatselijke supermarkt. We slaan hier wat etenswaar in voor het Nationaal park. Als we terug zijn in het guesthouse is er een gids aanwezig die ons wat vertelt. Je kunt ook verschillende hikes boeken. Wij boeken alleen de bus en de boot. We bestellen alvast het ontbijt voor de volgende ochtend. 

Dag 143 Jerantut-Taman Negara.

TOP^

We moeten volgens de afspraak om 7.30 ontbijten. Maar als we beneden komen met de andere reizigers, is alles nog in diepe rust. We zien door het raam iemand op een bank liggen slapen. We bonken op het raam. Als we het raam bijna kapot hebben geslagen, komt er wat beweging onder de deken. De jongen maakt nu de rest van het personeel wakker. Al gapend komt er iemand aangesloft. Als we zeggen dat de afspraak 7.30 uur is, zegt ze chagrijnig: I am late, you have a problem with it? We zeggen even chagrijnig terug: If we miss the boat, you have a problem. Alle 6 toeristen die hier logeren gaan met de bus naar Kuala Tembeling. Bij de jetty stappen we uit. Als we hier aankomen, lijkt het ons verstandig om een hut te boeken voor het NUSA camp. Dit adres hadden we gekregen van Harry en Nelly, die we in Cambodja hadden ontmoet. Klik op het logo voor hun website.

We varen eerst 2 ½ uur over de Sungai Tembeling met kleine stroomversnellingen, door de jungle naar het Taman Negara. Dit is het grootste Maleisisch natuurpark. Het is 4343 km2 groot. Een gedeelte is toegankelijk voor toeristen. In het andere gedeelte wil men de daar levende dieren niet verstoren. Er moeten daar zelfs tijgers en wilde olifanten leven. Het park is volgens de geleerden 130miljoen jaar oud. Ouder dus dan de Amazone. Als we in Kuala Tahan aankomen, vertrekt er net een boot naar het Nusa Camp waar wij naar toe willen. Er wordt even flink geschreeuwd en het boot je maakt rechtsomkeert. We kunnen dus mee. Het is een hele klus om met onze zware rugzakken in zo'n wiebelboot te stappen. Na een paar heftige stroomversnellingen verder, komen we in het Nusa kamp. Hier zitten we in de echte jungle. Het hutje valt wat tegen, maar veel kun je hier ook niet verwachten natuurlijk. Het is er vrij vochtig. Het beste seizoen om dit park te bezoeken is tussen februari en september. We zijn dus een beetje vroeg in de tijd, het regenseizoen is net afgelopen. Daarom is het hier ook zo vreselijk klam en vochtig. In het kamp is het erg rustig. Veel gecko's en apen. Ook veel fluitketelbeestjes, dit zijn kevers die dit geluid maken. We weten niet hoe ze heten, maar Bert noemt ze zo.

We maken onze eerste wandeling naar een waterval. We doen dit zonder gids. Het is zwaarder dan we zelf ingeschat hebben. De weg er heen is erg mooi. Er staan enorme bomen. Een helder riviertje loopt evenwijdig met iets wat je een pad zou kunnen noemen. We moeten dit riviertje een paar keer oversteken. Eerst via een boomstam, dit gaat prima, maar later wordt het heftiger. We moeten via stenen springen en die zijn nat en glad. Bert doet het met minder moeite dan ik. Ik krijg trilbenen en dan wil het niet meer. Het is eigenlijk onverstandig wat we doen, zo alleen. Maar het gaat gelukkig weer allemaal goed. De waterval is lekker koel, maar we kunnen er niet zwemmen. Volgens de folders zou je hier prachtig kunnen zwemmen. We zijn doorweekt van het zweet en krijgen de kleren nooit meer aan. Volgens de kaart moet hier ook een dorpje liggen. Dit ligt er helemaal verlaten bij als we er aan komen. We lopen maar verder naar het kamp. We komen er erg moe aan.

Als we ´s avonds in het restaurant zitten zijn we de enige gasten. Het eten is wel lekker. Er wordt hier geen alcohol verkocht. We weten niet of dit komt omdat een moslim familie het restaurant runt of niet. We hebben wel gelezen dat op bepaalde eilanden voor de kust ook geen alcohol wordt verkocht. Er komt iemand vragen of we aan de nachtwandeling mee willen doen. We voelen ons te moe, om in het aarde donker weer een stuk te lopen. Het lijkt een aardige gids te zijn. Hij blijft bij ons aan tafel zitten. Hij vertelt ons over de cycladen die je hier overal hoort. Zo blijken de fluitketel beestjes van Bert te heten. Hij heeft een levend exemplaar gevangen. Deze beesten leven eerst soms wel een jaar onder de grond. Na de metamorfose krijgen ze een paar extra grote vleugels. De ruggengraat heeft gaatjes. Ze kunnen hun achterlijf helemaal uitrekken. Zo komt er lucht in hun lijf en tijdens het uitpersen van de lucht maken ze het geluid van een fluitketel. Hierdoor kunnen ze geen eten meer in hun lijf hebben en nadat ze uit de cocon gekropen zijn, leven ze nog maar 14 dagen. De gids vertelt nog meer dingen over de jungle. Het is een gezellige en leerzame avond voor ons. Er blijken ook bloedzuigers te zitten in het park. Maar wij hebben er gelukkig geen last van gehad.

Dag 144 Taman Negara

Vandaag gaan we naar de Canopy walkway. We stappen na het ontbijt in een boot van het park, die ons hier afzet. De Canopy walkway zijn 9 touwbruggen met een totale lengte van 450 meter. ze zijn oorspronkelijk gemaakt om de toppen van de bomen te bestuderen. Het is wel even slikken voor Bert met z´n hoogte vrees, want de bruggen hangen 30 meten boven de veilige begane grond. De eerste bruggen zijn 50 m lang. Dat is nog te over zien. Dan komen de 100 m bruggen. Het wiebelt vreselijk en Bert vindt het eng, maar toch is wel apart om zo boven de bomen te lopen. Na 5 bruggen denken we dat we klaar zijn. Maar de engste komen nu pas. We moeten eerst weer een trap op die ook aan touwen hangt. Maar het lijkt erger dan dat het is. Bert heeft hartkloppingen van schrik. Maar hij overwint zijn angst en doet het toch. Soms zie je echt dat je heel hoog loopt en soms valt het wel mee en zie alleen de boomtoppen. Het is verschrikkelijk warm en benauwd. We denken even dat het angstzweet is, maar als we de laatste brug gehad hebben, breekt er een heftige tropische regenbui los. We lopen terug naar Kuala Tahan door het bos. Hier komen we een gids tegen die ons op een slang wijst. Zelf hadden we het totaal niet gezien. Zijn we daarom niet zo bang in de jungle, omdat we niets zien? We krijgen nog een paar stevige buien over ons heen. We komen ook nog door het luxe The River Resort. We vinden het niet geweldig. Er is hier wel een winkel. We hebben wel trek in wat lekkers na de wandeling. We horen hier als je een trekking wil doen, en de verpakking van koekjes, chips, waterfles of wat dan ook, terugbrengt je een soort statiegeld ontvangt. Zo probeert men hier de jungle schoon te houden. Het gaat weer heftig regenen. We willen nu wel weer terug. We laten ons overzetten naar Lia´s restaurant. Het eten is heerlijk. We kijken nog even rond in het dorp Kuala Tahan. Maar het is hier echt verschrikkelijk. Auto´s, brommers winkels en bouwwerk-zaamheden. Je zou het niet zeggen dat je naast een jungle zit. Helemaal tevreden gaan we met de boot naar ons eigen Nusa Camp. Onze was is nog steeds kletsnat en stinkt alweer. Dit is toch snel het geval in die vochtige klamme hitte. 

We zitten op stoeltjes voor ons A-hutje. Op eens komt er een apenfamilie aan. We vinden het in begin erg leuk. We pakken onze foto- en film camera. Maar er zijn jonge aapjes bij, waardoor de oudste aap behoorlijk agressief is. We worden er zelfs een beetje bang van. Als we naar binnen gaan komt de oudste aap naar ons hutje. De aap graait de zak uit de prullenbak en vliegt er mee de boom in. Hij vindt niets van zijn gading en komt grommend met al zijn tanden bloot op ons af. Janneke vliegt naar binnen, maar Bert filmt door. De apen worden rustiger en vertrekken. Als de kust weer veilig is gaan we eten. Het is chinees oud en nieuw. De kinderen hebben hier de hele week vrij. De manager komt gezellig bij ons zitten. Hij vertelt dat hij 2 jaar in Engeland heeft gestudeerd. Hij is erg begaan met de dieren. We vragen hem of het moslim geloof de reden is dat hier geen alcohol wordt geschonken. Dat is gedeeltelijk zo, maar men wil hier ook geen "toestanden" zoals hij het noemt. Maar je mag wel je eigen drank meenemen, dat is niet verboden. Als we later op de avond weer in de hut komen ruikt alles vochtig.

Dag 31 Taman Negara – Kuala Lumpur.

TOP^

We vertrekken met de vroege boot naar Kuala Tahan. De jongen vertrekt op tijd. Maar dan staat er een hoofddoek te schreeuwen dat zij ook mee wil. De boot wordt gekeerd. We zitten op hete kolen. De boot naar Kuala Tembeling vertrekt om 9 uur. Gelukkig halen we de boot net. De bootreis terug is geen pretje. Het regent pijpenstelen en daar is de boot niet op berekend. Het dakje van de boot begint ook te lekken. Gelukkig hebben we onze regen poncho´s bij de hand. Ook zitten de regenhoezen om de rugzak. De tocht duurt nu wel erg lang. We zijn kletsnat. 2 1/2 uur varen in een hoosbui is dan lang. Weer bij de ferry aangekomen, nemen we een luxe bus naar Kuala Lumpur. Het is een snelbus. Het is wel 3 keer de normale prijs. Hij stopt nergens en er zijn buiten ons maar 2 andere passagiers, die ook kletsnat zijn. We nemen de rugzakken mee de bus in. Dan volgt er iets wat je in Nederland niet zo maar zouden doen, de andere passagiers, een Zweeds stel verkleden zich in de bus. Lekker droge kleren aan. Wij volgen hun voorbeeld want met droge kleren zitten we een stuk lekkerder. 

Om 4 uur ´s middags worden we de bus uitgegooid. We weten niet waar we zijn. Gelukkig zijn we nog steeds met z'n vieren. We vragen een security officer van een bank waar we zijn. Er wordt een kruisje op de plattegrond van de lonely planet gezet. Aan de overkant zien we een reisbureautjes, maar het is jammer genoeg al gesloten. Er is hier wel een security meneer van de er naast gelegen verzekeringsbank. Hij vraagt wat we willen. Dat is gemakkelijk: onderdak voor vannacht. Op onze vraag of we misschien even mogen bellen zegt hij: Geef me het nummer maar, dan bel ik wel even. We geven het nummer van het eerste de beste guesthouse uit de Lonely planet. Ben Soo homestay, echt een aanrader, zo blijkt later. Ben is thuis heeft zelfs twee kamers, ook voor het Zweedse stel, en is voor een klein bedrag ook nog bereid om ons op te halen met zijn auto. We vertellen waar we staan Hij zegt dat hij er over een kwartiertje is. We moeten uitkijken naar een witte auto met nummerbord 2964. Hij staat precies na 15 minuten voor onze neus. De 4 rugzakken gaan met enige moeite achterin. Eenmaal in de auto gezeten stort hij meteen een lading informatie over ons heen. We komen in een zeer obscuur flatgebouw, driehoog ergens achteraf terecht. Dit hadden we zelf nooit gevonden, maar dan hadden we het niet gedurfd om naar binnen te gaan denk ik als we samen geweest waren. Onze eerste gedachte is rechtsomkeert te maken. Maar het is al laat en we zijn doodmoe. Morgen is er weer een dag. We zitten hier midden in de Chinese wijk. De eethuisjes zijn bijna allemaal gesloten vanwege de viering van Chinees oud en nieuw. De Chinezen hebben 14 dagen vakantie. We vinden een Indiaas restaurant. Hier ziet het er niet al te schoon uit, maar het is er erg druk we eten er heerlijk. Er is ook een seven-eleven supermarkt. Hier kopen we 2 flesjes bier. Verschrikkelijk duur, je kunt er ook royaal van eten. Maar ons eerste oud en nieuw is een beetje triest verlopen, dus hier hebben we een herkansing. Aan de vooravond van het nieuwe maanjaar bezoeken de Chinezen hun tempels en ontmoeten de families elkaar voor een groot feestmaal. De straten zijn versierd met rode lampions. We installeren ons voor een nieuwe oud/nieuw viering op het balkonnetje dat op straat uitkijkt. Om 12 uur breekt de hel los! Wat een vuurwerk en wat een lawaai! De Chinezen kunnen er wat van in deze wijk. Gongxi Facai- gelukkig nieuwjaar! Knallend vuurwerk en leeuwen en drakendansen moeten de boze geesten weer een jaar lang verdrijven. Wat een dag vol contrast. 's Morgens de jungle en 's avonds vuurwerk in een wereldstad. Doodmoe rollen we ons bed in. We horen nog regelmatig harde knallen.

Dag 146 Kuala Lumpur. 

Pas in 1857 vestigde een groep tinzoekers zich in het gebied waar de rivieren Gombak en Klang samenkomen. Dit is ook het tijdstip dat de stad ontstond. Kuala Lumpur betekent dan ook "modderige riviermonding". De stad groeide gestaag. Met de tin kwam de welstand en het kamp groeide in de loop der jaren uit tot een wereldstad. De herinneringen aan deze tijd zijn nog overal zichtbaar. Van de 87 Chinezen die in 1857 tin vonden, overleefden slechts 18 rijk geworden mannen de tropenziektes. Met name Chinese immigranten zochten hun geluk in de tinhandel en werden rijk en machtig. Al snel wordt duidelijk dat het straatbeeld in Kuala Lumpur een mengeling is van oud en nieuw, van tempels en wolkenkrabbers, overvolle Chinese winkels, Indiase restaurants en Britse ordentelijkheid. De uithangborden van de winkels vormen een bont patroon van Chinese, Arabische en westerse opschriften. Maleisië kent een multiraciale samenleving en hier in Kuala Lumpur wordt dit overduidelijk. 

Sommige dingen zien er vaak anders uit bij daglicht. Ook ons guesthouse. Het is wel brandschoon. Het blijkt dat we midden in de hoerenbuurt terecht zijn gekomen. We vonden gisteravond al dat er veel vrouwen op de hoeken van de straat stonden. We zitten wel tussen de "normale" huishoudens. Ben heeft 2 etages en daar verhuurt hij kamers. Daarom heet het ook homestay. Het blijkt nog gezellig te zijn ook. Oma heeft ter ere van het nieuwe jaar een soort cake gebakken. Ze kijkt apetrots als we vertellen dat we nog nooit zo iets lekkers geproefd hebben. Ben weet veel over de stad te vertellen. Hij vertelt dat er een nieuwjaars receptie is voor de inwoners van Kuala Lumpur. Er zullen daar ook Chinese drakendansen opgevoerd worden. Wij er heen natuurlijk. Het ligt ook nog vlak bij de Twin Towers en die willen we ook gaan bekijken. We gaan eerst de tickets halen voor de Petronas Towers, zoals ze officieel heten. Om 14.15 uur mogen wij naar boven. Buiten staan honderden mannen. Heel vreemd. We lopen naar de shoppingmall waar de drakendans en de receptie is. Het is er verschrikkelijk druk. We worden uitgenodigd om daar aan een soort buffet mee te doen. Er staan allemaal Chinese hapjes, waarvan we sommige dingen herkennen. Ook staat er een stand met coca cola Bert heeft er wel zin in. Hij neemt een grote slok, blijkt het naar kamfer te smaken. Hij gaat bijna over zijn nek. Om 11 uur staan de drakendansen op het programma. Het Chinees nieuwjaar is een erg belangrijk gebeuren in de Chinese samenleving. families houden open huis. Ongetrouwde relaties krijgen een rood envelopje met geld en mandarijnen horen er ook bij. Wij krijgen het ook. Iedereen wenst elkaar: "Kong he Fatt choy" ofte wel gelukkig en voorspoedig nieuwjaar. Na de drakendans is alles opeens in rep en roer. De prime minister gaat het pand verlaten. Hij loopt langs ons en schudt iedereen de hand voor dat hij in de gereedstaande auto stapt. Vandaar de rode loper natuurlijk. 

Het is nu tijd om naar de Twin Towers te gaan. Het gebouw is eigendom van de Maleisische oliemaatschappij Petros. De Twin Towers zijn erg indrukwekkend om te zien. Niet alleen omdat de beide torens 452 meter boven de Skyline van Kuala Lumpur uitsteken, maar ook vanwege de vorm, de brug op 200 meter hoogte en het feit dat de torens helemaal zijn opgetrokken uit roestvrij staal en glas. Het hoogste punt dat je als toerist kan bezoeken, is de luchtbrug op de 42e verdieping, die de 88 verdiepingen tellende torens met elkaar verbindt. De brug tussen de twee torens is overigens niet aan de toren bevestigd omdat de torens onafhankelijk van elkaar moeten kunnen bewegen bij stormen of een aardbeving. De brug is aan iedere kant 25 cm verwijderd van de torens zodat de brug vrij kan bewegen. We worden uitgebreid gecontroleerd. Fototoestel en rugzak moeten door de scan. We gaan in één keer naar de 42e verdieping. Het gaat verder allemaal in mars tempo. Je mag 10 minuten op de brug blijven kijken en als de bel luidt moet je weer vlug terug in de lift. Het uitzicht is erg mooi, de zon schijnt ook nog. Weer beneden zijn we toch een beetje opgelucht, de Twin Towers van 11 september is toch wel door onze hoofden gegaan. Door die actie zijn de ze 450 m hoge torens de grootste vrijstaande torens van de wereld. Dit architectonisch wonder is geïnspireerd door de 5 pilaren van de islam. We zoeken een terras je op. We hebben dorst van al het zweten. Iedereen heeft hier een bruine drank met een boel ij er in. Dat lijkt ons ook wel wat ze noemen het hier “scoot” of zo iets. We bestellen het ook maar. Blijkt het verdorie de zelfde vieze cola te zijn. Nou ja. We laten het maar staan. De ventilatoren op de terrassen draaien op volle kracht en vernevelen water over het terras. Het is lekker koel. We knappen er echt van op. 

We bekijken nog de Masjid Jamek Moskee. Het is de plaats waar de stichters van Kuala Lumpur voor het eerst voet aan land zetten en waar de benodigdheden voor de tin mijnen werden gebracht. Deze moskee wordt ook wel de vrijdag moskee genoemd. Deze staat tussen de palmbomen. Tot groot plezier van Bert moet Janneke ook aan de hoofddoek en wijde jurk. De gelovigen, uiteraard alleen mannen, liggen lekker te slapen in de gebedsruimte. De islam is de staatsgodsdienst in Maleisië, maar vrijheid van religie is een recht van elke inwoner. Het fundamentalisme is hier lang niet zo sterk aanwezig als in het Midden Oosten. De meeste inwoners van Maleisië zijn echter moslim. De echt gelovigen moeten vijfmaal per dag bidden, geknield met het gezicht naar Mekka. Zelfs in de hotelkamers zien we in welke richting Mekka ligt door middel van een sticker op het plafond. Het gebed mag overal plaatsvinden, alleen op vrijdag moet men naar de moskee. En laat het vandaag nu precies vrijdag zijn. De Maleisiërs hebben vandaag een lange middagpauze om in één van de vele moskeeën die de stad rijk is te gaan bidden. We zijn dan ook veel moslimmannen in hun karakteristieke kleding over straat lopen. 

´s Avonds gaan we naar de nacht markt. Als we uit het metro station komen lopen we de verkeerde kant uit. We komen in de Jin Mashid India uit. Een kleurrijke straat met artiesten, straathandelaren en winkeltjes. Ook hier is alles versierd met gekleurde verlichting. We gaan toch ook nog naar de JL Petaling. Een deel van de Jalan Petaling wordt afgesloten voor het verkeer om plaats te maken voor de avondmarkt. Hier vinden we de beruchte, bijna niet van echt te onderscheidenimitaties van bekende merken horloges, tassen, parfum en T-shirts, fruitstalletjes en elektronica. Maar dit valt tegen omdat er vanwege oud en nieuw veel gesloten is. Het is hier wel oppassen geblazen voor zakkenrollers. Het doet ons aan de Patpongroad in Bangkok denken. Het begint te hozen. We duiken de mc Donalds invoor een ijsje

Dag 147 Kuala Lumpur. 

Vandaag gaan we naar de central market. Ook hier is veel dicht. We lopen door naar het treinstation. Dit is een Moorse fantasie van minaretten torens en bogen. De nationale moskee, de Masjid Negara, is één van de grootste moskeeën in zuid-oost Azie. De moskee ziet er modern uit. Het dak lijkt op een meervoudige paraplu. De minaret van 73 m steekt opvallend af tegen de horizon. Deze moskee is de belangrijk-ste voor de stadsbewoners. Hoewel het erg bewolkt is lopen we toch naar de Menara toren, beter bekend als de KL-Tower. Deze staat tegenover de Petronas Twin Towers. Deze betonnen toren is 421 meter hoog, maar torent boven de Petronas Twin Towers uit omdat de toren op een heuvel staat. De KL-Tower is wel te bezoeken en beschikt zelfs over en ronddraaiend restaurant. De prijzen zijn hier zo hoog, dat we er van af zien om hier iets te eten. Het is de op 3 na hoogste ter wereld. Het is een transmissie station voor telecommunicatie doeleinden. Het panoramisch uitzicht is mooier dan van de twintowers.

Dag 148 Kuala Lumpur - Malakka

TOP^

We lopen naar de metro en gaan naar het drukke busstation. Het is niet alleen druk, het is een complete gekkenboel. Allemaal mensen die na het nieuwjaarsfeest ook met de bus moeten. We zijn hier om negen uur. De bussen gaan om het half uur. We hebben een kaartje voor de bus om 11.30 uur kunnen bemachtigen. Dat wordt dus even wachten. We vinden een plekje om even te zitten en al de drukte te bekijken. Maar eindelijk kunnen ook wij vertrekken. Het landschap is mooi en de rit duurt niet lang. Als we in Melakka aankomen staan er twee mensen klaar met guesthouse aanbiedingen. We nemen de goedkoopste. Het wordt als erg schoon omschreven in de planet. We komen in een voormalig wine en spirit association terecht. Alle kamers hebben een naam van een sterke drank. Wij slapen in Serravallo. Hebben we nog nooit van gehoord. Het eerste wat ons opvalt, zijn de prachtig versierde riksja´s. Er zit zelfs een muziekinstallatie in. Ook hier is China town prachtig versierd. Het is een vrij grote wijk, maar vandaag is alles nog dicht. Melakka geniet bekendheid als de plaats waar de geschiedenis van Maleisië is begonnen. In 1396 werd de stad gesticht door een verbannen prins uit Sumatra. Het werd een aanloophaven voor handelaren uit China, India en Arabië en Europa. In 1511 werd de stad veroverd door de Portugezen, die er fort A'Famosa bouwden. Verder werd door missionarissen zoals St. Francis Xavier het Katholicisme ingevoerd en verspreid. Malacca werd in die tijd een heel belangrijke leverancier van koopwaar voor Europa. De Portugese schrijver Barbarosa schreef ooit "Wie heerst over Malacca, heeft zijn hand op de keel van Venetië."

In 1641 hebben de Hollanders 'concurrent' Melakka veroverd. Er zijn toen een aantal kerken en openbare gebouwen neergezet, die tot op heden de meest in het oog springende bewijzen zijn dat er hier ooit Europeanen hebben gezeten. Toen de Fransen in 1795 Holland bezetten, werd het 'beheer' overgenomen door de Britten. Om te voorkomen dat Malakka een grote concurrent van andere Britse handelssteden in Azië werd, begonnen ze in 1807 de boel af te breken en het volk te verplaatsen naar Penang. Het fort A'Famosa was bijna met de grond gelijk gemaakt, totdat Sir Raffles daar een stokje voor stak. Diezelfde Raffles heeft bijgedragen aan de oprichting van Singapore. Het enige wat van het fort bewaard is gebleven, is de toegangspoort: Porta de Santiago. In 1811 werd de stad weer teruggegeven aan de Nederlanders.

Een paar jaar later werd het weer teruggeven aan de Engelsen. Later wilde men hier zelfstandig zijn. Op 20 februari 1956 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. We bekijken het 'Stadthuys'. Dit is het voormalige stadhuis en ambtswoning van de Nederlands gouverneurs en hun stafleden. Het is gebouwd tussen 1641 en 1660, en het schijnt het oudste Nederlandse gebouw in het oosten te zijn. Markant is de koloniale architectuur, met massieve deuren en ramen met jaloezieën. Momenteel doet het dienst als historisch museum. 

De 'Christ Church' is een Nederlands hervormde kerk die in 1753 is gebouwd. De kerk is gebouwd met roze stenen die uit Zeeland zijn gekomen. Een beetje maf om in die tijd hele scheepsladingen met bakstenen over zo'n afstand te verschepen. De banken in de kerk zijn hand gemaakt. Er liggen nog altijd oude Nederlandse grafstenen in. Het is verschrikkelijk druk in de stad. De auto´s rijden in een lange rij stapvoets. Als we willen eten is bijna alles uitverkocht. We nemen maar wat er nog over is. 

Dag 149  Malakka

Allereerst gaan we eten in slaan. Brood, beleg en wat lekkers. We vinden een blik tonijn met mayo. We moeten onze schoenen laten plakken. Nu zit de hak van Bert los. De St. Paul's Church is niet meer dan een ruïne bovenop de heuvel waar ooit het fort stond; achter het stadhuis. Oorspronkelijk was het een kapel, gebouwd door een Portugese kapitein in 1521. Later is deze kapel door de Nederlanders veranderd in een begraafplaats voor hun doden. Er staan nog steeds de oude grafstenen Op de stenen zijn in oud Nederlands wat teksten te lezen, zoals deze: Hier onder leyt Begraven - Johan van Zijl -  Geboortich van Vijanen. In syn leven oppercoopman in dienst der E comp deser Stede. Overleden den 3de Januari A°1656. Onderaan de heuvel waar de St. Paul's Church staat, is de hoofdingang van het fort te vinden. Oorspronkelijk is de poort gebouwd door Alfonso de Albuquerque in 1512. Het wapen op de poort is echter van latere oorsprong, daterend uit 1670 en is het wapen van de Oost-Indische Compagnie. Het paleis van de sultan van Melakka ziet er ook erg mooi uit. Het is natuurgetrouw nagemaakt. Er staan poppen die verkleed zijn als de handelaren uit de vroegere tijden. Ook veel kostuums. En voorstellingen uit de vervlogen tijd met poppen nagemaakt. ´s Avonds gaan we naar de licht en geluidsshow. Dit kost 10 MR het blijkt zonde geld te zijn. Ze vergelijken zich met de show bij de Egyptische piramides, maar het lijkt er niet op.

Dag 150 Malakka

We luieren wat. We werken het verslag bij. We zien foto´s in de krant van overstromingen van de rivier die langs de spoorlijn van Gemas naar Jerantut loopt. De trein waar wij ook in hebben gezeten, is hierdoor uit de rails gelopen. Ook staat in de krant dat er weer een aanslag in Jakarta is geweest. Er is een groepering die een moslimstaat van Maleisië, Singapore en Indonesië wil maken. Bert twijfelt of we nu wel naar Java moeten gaan. Maar we gaan het toch maar proberen. We hebben Melakka nu wel gezien. We willen wel eerder vertrekken. Maar om nu 3 dagen langer in Singapore te zitten is ook erg duur. We gaan op pad om het ticket Singapore Jakarta te laten verzetten naar 10 februari. Dit lukt hier allemaal hoewel we de dame van het reis kantoortje wel een boel moeten voorzeggen als ze telefoneert. De reservering van het YMCA in Singapore kan ook worden verzet. We gaan meteen ook proberen een hotel in Jakarta via internet te regelen. We eten heerlijk bij de foodstalls en lopen terug. Onderweg komen we al weer Chinese dansers tegen. De jongen die hier werkt is helemaal gek van soaps. Hij leeft zich helemaal in. We hebben er plezier in. Het is een erg aardige jongen die hier wat verpietert. Bert moet een paar nummers voor hem roepen voor de loterij. Als hij nu wat wint krijgen we the room for free.

Dag 151 Melakka

Vandaag gaan we naar de krokodillen farm. Het is best leuk. De krokodillen worden vandaag niet gevoerd. Dit gebeurt 2 keer per week. Ook is er geen show. Een man die zijn hoofd in de bek van de kroko steekt, hoeft van ons ook niet zo nodig. Naast de farm ligt een park. Hier is ook een canapy walk. Deze is niet zo hoog. Verder zien we nog mooie vogels, apen, eekhoorns. Na ons avontuur in de Taman Negarra hebben we wel wat ontzag voor de beesten. Als we op de bus staan te wachten, spreken we met vier Nepalese jongens. Ze werken hier nu twee jaar en verdienen hier 20 MR per dag, dat is zo´n € 5. Ook zij hebben commentaar op de minister president. Hij gebruikt het geld van de ondersteunende landen voor hem zelf, zeggen ze. We kopen een heerlijke wafel en slaan mondvoorraad in voor de bus. ´s Avonds eten we rijstballen met kip. De balletjes zijn zo groot als bitterballen. Het moet hier een specialiteit zijn. Veel bijzonders vinden we het niet. In het guesthouse moeten we onze kamer gewoon betalen. Het joch heeft de loterij niet gewonnen.

Het is weer tijd om de rugzakken goed in te pakken. Morgen gaan we met de bus naar Singapore.

Naar Foto´s  van Maleisië

Vorig verslag (Thailand) Volgend verslag (Singapore) TOP^

©www.tweereizigers.nl